Oude duiven en jaarlingen met ervaring als jonge duif hoef je niet veel op te leren. Sommigen leren die zelfs helemaal niet op. Hoewel met gezonde duiven en goed weer veel kan, durf ik het niet aan om helemaal niet te ‘lappen’. En wat die Nederlander deed al helemaal niet. Hij woont 40 kilometer noordwaarts en ‘lapte’ hier zijn oude duiven die nog niet waren opgeleerd. Hij was verbaasd dat ik verbaasd was. En mijn verbazing nam alleen maar toe toen ik hoorde dat de duiven vlot thuis gekomen waren. Maar opnieuw, ik zou het niet durven en raad zo iets niet aan.

 GULDEN MIDDENWEG
Ik denk dat je best geen ‘zotte toeren’ doet. Helemaal niet weg brengen is een uiterste, er veelvuldig en/of ver mee op stap gaan hoeft ook weer niet. Een keer of vier lappen moet (voor oude) volstaan. En verder dan 20 kilometer hoeft dat zeker niet te zijn. Uiteraard moet het weer ‘redelijk goed’ zijn. Of er ook een minimum temperatuur is zoals voor sommigen 30 graden een maximum?

 NIET TE FLAUW
Duiven kunnen veel hebben. Denk aan die bloedhete Barcelona van twee jaar terug. Tot verbazing van velen een vlotte vlucht terwijl het in Frankrijk tot 35 graden was. Van fondspelers hoor je vaker hoe fit duiven aan kwamen van verre vluchten en bloedheet weer. En lage temperaturen? Ik ben twee keer in China geweest (nooit meer, maar dat terzijde!) en zag er jonge duiven aan komen van een 500 kilometer vlucht bij enkele graden boven nul. Weliswaar zaten ze er na thuiskomst ontredderd bij, maar de ramp die ik had voorzien werd het zeker niet. Ooit kwam Pieter Kos, ‘de man van Houten’ hier met zijn vader duiven letten, weet ik nog. Het was een vlucht van 300 kilometer, slechts 6 graden, en dat voelde nog kouder aan door de ijzige tegenwind. Letten was geen pretje maar de aankomsten vergoedden veel. Ze hingen aan het spreekwoordelijke touwtje.

 V D H
Oudere sportgenoten hoor je vaak beweren dat je pas met duiven moet gaan spelen als de bladeren aan de bomen staan. De alom gerespecteerde Arie v d Hoek vond dat 12 graden een minimum was om duiven te lappen of spelen. Ik meen, met alle respect, dat we ruimer moeten denken. Met 12 graden kan het toch guur aanvoelen. Anderzijds kan het met 5 graden aangenaam zijn, afhankelijk van wind en zon. ‘Gevoelstemperatuur’ heet dat tegenwoordig. Maar, als gezegd, met gezonde duiven kan veel. Probleem bij koud weer in het voorjaar kan zijn duiven die ‘er naast’ zitten, iets wat de beste kan overkomen. Moeten die een nacht buiten door brengen dan kan het weken duren voor ze weer in de plooi zijn. Duiven die in het voorjaar diezelfde dag niet thuis raken gaan ook makkelijker verloren dan in volle seizoen. William Geerts had destijds een hekel aan die voorjaarsvluchten. Niet omdat hij dan rammel kreeg van ene Jos Soontjens, maar zijn zorg was die door te komen zonder bewezen goede duiven te verspelen.

AFHANKELIJK
Met skiërs, zweefvliegers enzovoorts beoefenen we een sport die erg afhankelijk is van het weer. Dat heeft voordelen (niet steeds dezelfde winnaars) maar het weer kan ook spelbreker zijn. Daarbij denk ik niet alleen aan ‘wachten en nog eens wachten’, ook niet aan snertvluchten maar ook aan vluchten waarop je op voorhand kansloos bent. Niet vanwege duiven zonder vorm of kwaliteit, maar alleen vanwege de wind. De Vlamingen konden daar in 2016 over mee praten.

 NOORD BRABANT NEDERLAND
Zo grenst Antwerpen aan de Nederlandse provincie Noord Brabant. In Nederland spreken ze over Afdelingen. Die hebben hun eigen vervoer en organiseren hun eigen concoursen. In Noord Brabant heeft men de Afdeling Brabant 2000, met een breedte van ongeveer 80 kilometer. Men speelt traditiegetrouw eerst in de club en vervolgens in groter verband, ‘Kring’ en ‘Rayon’. Maar wat doet nu de bekendste website in Nederland? Die gooit alles op een hoop en maakt, op internet, een uitslag van al die kringen en rayons samen, terwijl in wezen geen sprake is van een spel. Ik meen dat men in Vlaanderen ongeveer hetzelfde doet van Quievrain.

 GEKSTE DINGEN
En vanwege die breedte maak je de zotste dingen mee. Zo wonnen mijn jongen in 2015, nota bene van een zogenaamde NPO vlucht (sommigen noemen dat ‘nationaal’) 2, 5, 11, 12 en 13 tegen ongeveer 6.500 duiven. Goed gespeeld? Klopt, maar ook weer niet zo! Alle vroege duiven zaten in mijn directe omgeving vanwege een voor ons gunstige westenwind. Maar het gebeurde ook dat een 1e prijswinnaar in de regio (club) niet bij de eerste 1000 namen stond op de bewuste website. Dat was uiteraard met een oosten en vooral zuidoosten wind.

  PROBLEEM
Onlangs werden de wereldkampioenschappen schaatsen gehouden. Die zijn aan Belgen niet besteed, die houden meer van veldrijden waarvoor Nederlanders dan weer amper interesse hebben. Op de 500 meter was het verschil tussen de winnaar en degene die als 16e eindigde minder dan een seconde. Een verschil van drieëntwintig honderdste seconde was al genoeg om te spreken over ‘een enorme gat geslagen’. Zoals ook bij skiën waren honderdsten van seconden beslissend. Ook met duiven worden de verschillen steeds miniemer. ‘Slechts’ 30 seconden verlet kan al een gigantisch verschil maken op een uitslag in groot verband. De wind het minste beetje meer west of oost krijgt steeds meer betekenis. Zoals ook het binnenkomen. Dat gaat in de toekomst alleen maar erger worden, wat wel eens de doodsteek kan zijn van het vitessespel in België dat al zo veel van haar pluimen verloor. Vanwege steeds minder liefhebbers en minder duiven zal men gedwongen zijn speelstralen te vergroten met als gevolg steeds meer kansloze duiven vanwege steeds meer invloed van de wind. Daarom moet men streven naar ‘spel in de diepte’ als er dan toch een uitbreiding moet komen.  

 NIET ALLEEN WEST OF OOST
Ook met wind recht van achter of van voor kan je voordeel hebben of nadeel. De wind neemt in de loop van de dag immers meestal toe. Bij wind tegen een voordeel voor de voorvlucht. Bij wind mee profiteert de overvlucht. Je zit het best in de voorvlucht met sterke wind mee in Frankrijk die in België als het ware is gaan liggen. Zodat duiven die het verst moeten vliegen nooit die snelheid aan kunnen houden die ze in Frankrijk hadden. Het omgekeerde is ook waar. In Frankrijk windstil en een in kracht toenemende zuidwestenwind in Belgie? Dan zit je best op de grootste afstand.

 ZELDEN ‘EERLIJK’
Aldus zijn er nog niet zo heel veel vluchten met voor alle duiven gelijke kansen. Toch zijn het bijna elk jaar dezelfde liefhebbers die domineren. Omdat de balans over een heel jaar genomen altijd zal doorslaan naar mensen met de beste duiven in de beste vorm.