Vooral Nederlanders zullen de Olympische Winterspelen wel zo’n beetje gevolgd hebben en geconstateerd dat het alsmaar sneller gaat, grenzen alsmaar worden verlegd. Soms maakten duizendsten van een seconde het verschil tussen eeuwige roem en totale vergetelheid. Bij het skiën had de verslaggever het over een achterstand van een lichtjaar. Het ging om 0,4 seconden.

DUIVENSPORT
Ook in duivensport gaat het alsmaar sneller. Seconden worden meer en meer bepalend. In de club in B N hadden we een vlucht uit Gien (jonge duiven 450 km) die amper 10 minuten open stond. In sommige ‘vitesse centra’ kijkt men al niet meer op van een prijsduur van twee minuten voor Quievrain. Zo won Cyriel Lambregts Berlaar 1e en 2e van Quievrain met twee duiven mee. Er zat een seconde verschil tussen beide duiven. En toch hadden bijna 50 liefhebbers mee gedaan.

Duivensport is voor velen topsport geworden waarin veel wordt gedaan en ook gelaten om het optimale rendement uit de duiven te halen, nog meer tijdwinst te boeken. Een minuut verschil kan 400 plaatsen op een Afdelingsuitslag schelen.

BINNENKOMEN
Zo wordt binnenkomen van een vlucht steeds belangrijker. Welke vitesse speler heeft vandaag de dag geen lokkers? Tegenwoordig doen die zelfs op HaFo dienst. Bewijzen kan ik niets, maar ik heb soms de indruk dat duiven die van de vlucht komen er wat extra speed achter zetten bij het zien van een lokker om achter hem het hok in te stuiven. Conditioneren is een belangrijke factor geworden in succesvolle duivensport.

Betreffende ‘binnen komen’ hoor je liefhebbers soms klagen waarom juist zij de pech hebben zulke slechte binnenkomers te hebben. Natuurlijk hebben die geen pech. Er zullen wel duiven zijn die van natuur slecht binnen komen, maar heel weinig, de meeste zijn zo gemaakt. Door een ‘baas’ die duivensport niet in de vingers heeft. Het gebeurt dat liefhebbers steentjes naar een (jonge) duif gooien die weigert vlot binnen te komen. Arme duif en arme liefhebber.  

 De 14-684
Tegenwoordig volstaan alleen goede duiven niet om te excelleren. De liefhebber zelf kan ook iets doen om de drang naar het hok te verhogen en aldus tijdwinst te boeken. Zo hadden we in Zuid Nederland in 2014 een keiharde Orleans voor jonge duiven. Helder en een beukende tegenwind. ‘Te zwaar voor jongen’ vonden velen. Omdat ik veel verwachtte van mijn 684 werd daar op het laatste moment, in het clublokaal, nog extra op gepould. Nationaal wel te verstaan. Ze ging met heel veel kruisjes als eerstgetekende de mand in en won tegen meer dan 2.000 duiven de eerste prijs.

En dat gebeurde niet zo maar. Wat ik met deze duivin (op nest) gedaan had? Als het haar tijd was om te broeden pakte ik ze weg en liet de doffer broeden. Als de doffer verondersteld werd te broeden sloot ik die op en mocht de 684 broeden. Je kan niet geloven hoe de 684 op de eieren af vloog als ik ze vrij liet. En in welk een razende vaart ze aan kwam stormen van de vlucht.

 DE 81 EN 82
Het doet denken aan heel lang geleden. Ik was nog een dertiger maar vergeet het nooit meer. Ik heb het over 1981. Dezelfde dag had men in Nederland Nationaal Orleans jonge duiven en in België Bourges. Beide vluchten werden rampen van formaat. Bourges werd gewonnen door iemand uit Beerse bij Turnhout weet ik nog. Ik had twee nestzusjes op eieren, de 81 en de 82. Het waren in het lokaal de enige duiven die er van die rampvlucht dezelfde dag ‘door’ kwamen. Ze wonnen 3e en 12e Nationaal. Ook dit ging niet vanzelf.

 NIET VANZELF
Toen ik zag dat ze de hele dag hun best deden de ander van de eieren te duwen probeerde ik dat uit te buiten. Vier dagen voor inmanden pakte ik een duivin van het nest, sloot die op en liet ze ’s avonds los. Ze stormde op haar nest af, naar de eieren waarop haar zusje zat. Hevige familie ruzie natuurlijk. Ik liet ze even vechten en sloot dan de andere duivin op. Dit werd enkele dagen herhaald en op de dag van inmanden liet ik ze wat langer vechten. De pluimen stoven in het rond. Mijn hand moest tussen beide gekomen of er zouden ongelukken gebeuren. Met bebloede koppen werden ze ingemand met voornoemd resultaat. Het is me trouwens vaker opgevallen dat je vaak succes hebt met duivinnen die elkaar niet kunnen luchten o zien.

 INTERIEUR
Moest ik nieuwe hokken zetten, ik schreef dat eerder, dan zette ik de broedbakken in een L-vorm. Vroeger was dat hier ook zo maar daar kwam een eind aan toen ik transportbanden liet plaatsen. Nu staan alle bakken traditioneel naast elkaar tegen de achterwand. Wat mogelijk nog beter is is de broedbakken tegenover elkaar zetten. Zoals bij de Bruijn, Verkerk, van Oeckel, v d Brande.

Of wat supermannen als Etienne Meirlaen en Co Verbree doen: Die hebben de bakken in U-vorm geplaatst. Ook met jonge duiven is er veel te winnen met wat meer aandacht voor het interieur. P Theunis (Nederland), afgelopen jaar erg goed met jongen en Henri van Doorn (elk jaar goed) beseffen dat maar al te goed.

 LAPPEN OUDE
Het systeem lijkt steeds belangrijker in duivensport. Persoonlijk vind ik weduwschap met duivinnen het beste. Toen ik, het was meen ik in 2008, bij Gaston v d Wouwer was, liet hij vol trots zijn nieuw hok voor duivinnen zien en ook de speciale vernuftige bakken. ‘Wat denk je?’ zei hij. ‘Dat je het perfect voor elkaar hebt en straks nog alleen duivinnen speelt’, zei ik. En wat dacht je? Gaston speelt alleen nog duivinnen. Zoals Willy Daniels. Als je Eijerkamp, Jan van de Pasch of Stabel (allemaal Nederland) vraagt of ze een verklaring hebben voor hun ‘boerenjaar 2017’zeggen die alle drie: Duivinnen. Wat mij betreft het beste systeem op een na voor de grote Halve Fond. De opvatting dat vluchten van 500 a 600 kilometer het actie terrein van weduwnaars zijn was misschien ooit waar, maar is nu achterhaald.

 OP EEN NA
Er is dus een systeem dat me nog beter lijkt: Doffers gepaard met twee duivinnen. In wezen heel simpel. Eerst paar je de doffers met de ene groep duivinnen. Een aantal weken later met de andere. Je kan er ongelooflijk mee presteren. Zoals gezegd kunnen duivinnen die nijdig zijn op elkaar enorm presteren. En hoe krijg je ze nijdiger dan twee duivinnen èèn doffer te geven? Probleem is wel dat je er bij thuiskomst bij moet zijn. En lege bakken moet hebben om (vechtende) duivinnen in op te sluiten. Dus duiven aan zien komen is er dan niet meer bij, je hebt volop werk op het hok.

    NAJAAR
Het beste systeem in het najaar is nestspel met duivinnen die voordien op weduwschap zaten, zo lijkt het. Maar wel op voorwaarde dat er mee gereden wordt. Rik Hermans en Gebr v d Kooy (Nederland) met name kunnen daarover mee praten.