Zondag 4 februari 2018. Op het moment dat ik achter de laptop plaatsneem is het buiten nog aardedonker en wijst de thermostaat van de verwarming binnen slechts 15,9 graden aan. Brrrrr, best frisse omstandigheden om een weekstuk te schrijven. Omstandigheden die heel anders zijn dan de laatste maanden op zondagmorgen. De vaste volgers van dit wekelijkse schrijfsel zullen onmiddellijk denken “dat is een logisch verschil tussen Kuala Lumpur en Aalsmeer”. Deze vaste lezers weten namelijk dat ik weer thuis in Aalsmeer ben, al gebied de eerlijkheid mij te zeggen dat ik ook over ons nieuwe huis in Valencia al spreek in de thuisvorm.

Sinds woensdagavond sta ik weer op vaderlandse bodem en ik moet wederom eerlijk zeggen dat dit best een vreemd gevoel is. Inclusief mijn bezoek aan Duitsland ben ik namelijk 5 maanden van huis geweest en dan voelt thuis zijn anders aan.

Naast het gevoel van “verreist” zijn, d.w.z. het idee dat de overgang tussen de ene omgeving en de andere omgeving te snel is verlopen, lijk ik gelukkig weinig problemen met de jetlag te hebben. Het slapen verloopt meer dan prima, maar ik heb wel een beetje meer honger dan in het Verre Oosten. Het zal aan een enigszins verstoord bioritme liggen alsmede aan een veel lagere temperatuur. Het verschil bedraagt overdag namelijk een kleine dertig graden.

Erg lang houd ik het buiten dan ook nog niet uit. Gisteren bracht ik even een bezoekje aan sportvriend Cor die met hulp juist bezig was zijn ruime volières, of misschien wel buiten hokken, te voorzien van nieuwe dakplaten. Ik stond te vernikkelen. Iets dat mij vorige winters niet eerder overkwam.

Het korte bezoek aan Cor was overigens wel weer bijzonder aangenaam. Als echte vrienden maakt een afwezigheid van bijna vijf maanden niets uit. We zaten namelijk onmiddellijk weer op dezelfde golflengte.

Ik schrok wel een beetje van de gezondheidsproblemen van senior maar gelukkig is hij aan de beterende hand. Buis senior was in mijn jonge duivenjaren, aan het eind van de jaren tachtig en begin jaren negentig van de vorige eeuw, een beetje mijn tweede leermeester. Naast de basis input van Beekman senior bracht Buis senior mij voor het eerst in aanraking met het spel en de wijze van duiven houden op het absolute topniveau. Door mijn ogen en oren goed open te houden bracht dit mijn spel in die periode op een hoger peil.

Natuurlijk zeker ook door de inbreng van Buis’ duiven. Als ex-student met een goed bijbaantje en als nieuweling in het arbeidsproces had ik een spaarpotje gecreëerd waardoor na mijn eerste bezoek in het voorjaar van 1989 in het najaar van datzelfde jaar een ronde eieren van de weduwnaars besteld konden worden. Ik had mij namelijk enkele jaren eerder gerealiseerd dat voor een sprong naar de top een betere kwaliteit duiven nodig was. In maart 1990 kwamen er op deze wijze 66 eieren (of beter gezegd een combinatie van eieren en jongen) en in 1991 nog eens 20. De sprong in prestaties liet niet lang op zich wachten want reeds in 1992 behaalde ik het Generaal kampioenschap in de vereniging.

Het leuke aan het bezoek van gisteren was dat het ondanks de korte duur een beetje voelde als bijna 29 jaar geleden. Maar dan toch ook net weer een beetje anders. Toen was ik een onervaren liefhebber en nu zoveel jaren later natuurlijk niet meer. Toen sprak ik met senior want junior had destijds andere interesses. Nu is junior een van mijn beste duivenvrienden.

Wat echter boven alles gebleven is zijn de goede duiven. Op het hok Buis huizen nog altijd geweldige prestatieduiven. Geen papieren tijgers maar gewoon duiven van goede komaf die wekelijks op de vluchten laten zien dat er nog altijd vrijwel geen beteren zijn. Vooral op het werk tot 500 kilometer.

Duiven gekweekt uit prestatieduiven, gebaseerd op de oude basis met af en toe een beetje vers bloed. Door de jaren heen waren vader en zoon er namelijk altijd als de kippen bij om de oude “van Gompel – van der Pol – van Loon – basis” te versterken. Zo stonden ze als een van de eerste Nederlanders bij Maurits Voets op de stoep en klopten ze ook juist voor hun internationale doorbraak bij de familie Scheele aan. Ook kwamen er via een Britse sportvriend duiven uit de finefleur van de Belgische duivensport.

Natuurlijk leverden niet alle pogingen tot bloedverversing succes op maar regelmatig leidde het wel tot een verhoging van het prestatieniveau. Vooral in combinatie met de ongelooflijk succesvolle “19 en 20 – lijn”. Recentelijk (in 2016) werd de oude of is het inmiddels nieuwe basis nog aangevuld met bloed van het hok Snellen uit Den Bosch. Hierin mocht ik zelf een klein rolletje spelen doordat ik deze duiven bij “de Buisen” onderbracht. Ik kreeg ze namelijk van sportvriend Kees en kon ze zelf niet plaatsen. De resultaten van enkele van deze nieuwe producten op de jonge duivenvluchten lijken al het een en ander te gaan betekenen voor de toekomst.

Zoals het echter echte topliefhebbers betaamt zijn Cor en Cor altijd op zoek naar vers bloed. Toen ze hoorden dat ik samenkweekproducten uit GINI en het beste van Willem de Bruijn op mijn kweekhok had zitten was het dan ook niet meer dan logisch dat er enkele jongen van deze duiven een stukje Zuidelijker op de Aalsmeerderweg zouden gaan wonen.

Het duurde even voordat er geschikte kinderen beschikbaar waren om te verhuizen naar de hokken van mijn sportvrienden. De samenkweekduiven waren aanvankelijk wat te jong en toen ze eenmaal (vrij) koppelden omdat ze in een afdeling met “over-duiven” zaten, koppelden ze wel erg incestueus. Zo koppelden ze vrijwel allemaal in de familie. De dochter en zoon van Jacob en Gini vormden een koppel en een zoon van Zidane en Gini koppelde op een dochter van Hurricane en Gini. Het resultaat van deze inteelt koppelingen was dat niet alle kweekproducten mijn toets der kritiek konden weerstaan. Het was dan ook uiteindelijk pas in de week voor vertrek naar München dat ik twee jongen naar nummer 108 bracht. Het waren twee duiven uit bovengenoemde koppels. Op dat moment zeker niet op hun mooist, want toen ik ze bracht waren ze een maand of twee drie oud.

Gisteren zag ik deze duiven terug. Naar goed gebruik krijg je bij een bezoekje aan de hokken van de familie Buis namelijk altijd wel een duif in handen en gisteren was dit niet anders. Ondanks de drukke werkzaamheden aan het hok “moesten” er natuurlijk nog even duiven bekeken worden. Ditmaal waren het dus de kweekproducten die ik in september bracht.

Naast de sensatie van het feit dat ik voor het eerst in bijna 4 maanden duiven in mijn handen had was daar de sensatie van het feit dat ik deze in mijn ogen meer dan prima duiven zelf gekweekt had. De kwaliteit van vooral het product uit zoon Zidane maal dochter Hurricane was adembenemend. Onder de zorgen van twee topmelkers was het toen nog enigszins schrille jong uitgegroeid tot een prachtige duif. Goed bloed verloochent zich nooit.

Ik ben dan ook zeer nieuwsgierig wat de toekomst zal brengen. Welke jongen zullen er binnenkort uit deze nog jonge jaarlingen gekweekt worden. De tijd zal het leren maar ik kan bijna niet wachten op de vluchtresultaten van de jongen. Tijdens mijn volgende bezoek aan Nederland in Juli weet ik zonder twijfel al meer. Al moet je als duif wel het nodige geluk hebben om je te kunnen tonen op de vluchten (coli, roofvogel, slechte opleervluchten, etc.).

OP EIGEN HOK

Ben ik deze donderdag en vrijdag voorzichtig begonnen met de nodige opruimwerkzaamheden. Mijn vader en sportvriend Rob hadden al het nodige werk verricht maar met een grote accommodatie en veel spullen ben je niet zo een twee drie klaar. Ook het weer werkte de afgelopen maanden niet altijd mee dus er is nog werk te over.

Zo heb ik mijn altijd favoriete klusje van het schoonmaken van de broedschotels maar weer opgepakt. Er stonden er al een aantal in de week. Helaas zorgt de weersvoorspelling van komende week er voor dat deze werkzaamheden even onderbroken moeten worden. Weken met vorst is niet verstandig.

Tevens ben ik begonnen met het opruimen van de bijkeuken. Deze was voor 95% in gebruik voor de duiven en de zaken die daar nog staan moeten allemaal naar de opslag. Zoals bekend heb ik het plan om ooit weer te beginnen en dan is het wel zo prettig dat je niet alles opnieuw hoeft te kopen.  Het goed inpakken is dus een must en dit is best een tijdrovend klusje.

Hiermee ben ik dus deze week begonnen en hiermee zal ik komende week verder gaan. Eerst staat er echter nog een bezoek aan ons zusterbedrijf in Leipzig op het programma. Vanmiddag vertrekt het vliegtuig al, waardoor ik helaas het WK Veldrijden niet live kan aanschouwen. Op woensdagavond ben ik dan weer in het land waarna mijn feitelijke vakantie begint. Een soort werkvakantie rond het huis en hok met leuke afwisseling in de vorm van feestjes en hokbezoeken.

In een volgend weekstuk meer hierover, tot volgende week!

Michel Beekman