Wanneer we de lijn ziektezorg, gezondheidszorg en prestatiezorg langslopen, dan moeten we onder ziektezorg verstaan, het behandelen van dieren die klinisch ziek zijn. Dit is geheel iets anders dan het verstrekken van antibiotica en chemotherapeutica ter preventie van ziekten die niet zijn vastgesteld. Dit laatste is jarenlang heel gebruikelijk geweest binnen de diergeneeskunde. Zelfs de overheid deed hier in de jaren tachtig van de vorige eeuw nog aan mee. Deze weg wordt binnen de diergeneeskunde nu meer en meer verlaten. Antibiotica zijn volgens de nieuwste inzichten voorbehouden ter behandeling van vastgestelde ziekten. Dat geldt tegenwoordig voor vrijwel alle voorkomende gevallen van ziekten bij alle diersoorten, dus ook voor de duiven en de duivensport.

Het antibioticum beleid

Peter Boskamp 2.2

Het beleid om minder antibiotica te gebruiken binnen de diergeneeskunde wordt begeleid door de Autoriteit Antibiotica, die o.a. als doelstelling heeft het antibioticum gebruik in Nederland drastisch te verlagen. Het gebruik van deze middelen is tot op het ogenblik, naar verluid, al met meer dan 60% teruggebracht binnen de diergeneeskunde. Dit wordt niet gezien als het eindpunt. Nu de grootverbruikers in kaart zijn gebracht (kippen, varkens etc.) en de reductie van het gebruik bij deze diersoorten al sterk is gereduceerd, is men begonnen met het in kaart brengen van de andere dieren waarbij antibiotica worden gebruikt. Een van deze diersoorten is de postduif.

Eerste, tweede en derde keus middelen

Een van de regels die bij het terugdringen van het antibioticumgebruik is opgesteld in 2012 is dat er onderscheid gemaakt wordt tussen eerste, tweede en derde keus  antibacterieel werkende middelen. Het is voor dierenartsen niet langer toegestaan tweede of derde keusmiddelen te gebruiken bij ziekten bij dieren, zolang er nog eerste keus middelen zijn die nog werkzaam zijn. Tot de derde keus middelen behoort onder andere het alom bekende Baytril® . Inzet van dit middel en een aantal andere middelen is in Nederland alleen nog toegestaan indien gebleken is dat er geen andere middelen meer

werkzaam zijn.

Voor duivenliefhebbers is dit vaak moeilijk te verteren, omdat ze sedert lange tijd goede ervaringen hadden met deze medicatie. Voor de liefhebbers in de grensstreken is het vaak niet te begrijpen, omdat ze weten dat het aan de andere kant van de grens nog steeds is toegelaten voor de behandeling van ziekten. Onze buurlanden zijn dan ook veelal niet zo ver gevorderd met de implementering van de regels betreffende het terugdringen van het antibioticum gebruik bij dieren. De verwachting is dat deze achterstand de komende tijd wordt weggewerkt.

Het preventief kuren met antibiotica tegen niet vastgestelde ziekten wordt binnen het huidige beleid met betrekking tot het gebruik van antibiotica gezien als een ‘no go’.  Ook binnen de duivensport zullen we ons van deze veranderde regelgeving bewust moeten zijn.

Hoewel het gebruik van antibiotica dus onder een vergrootglas is komen te liggen de afgelopen jaren, neemt dit niet weg dat er in geval van vastgestelde ziekten wel degelijk nog gebruik gemaakt kan worden van de (eerste keus) middelen. Belangrijk in deze is dat er een goede diagnose wordt gesteld, als dan niet middels bacteriologisch onderzoek. Derde keus middelen zijn vooralsnog alleen nog maar in te zetten nadat middels bacteriologisch onderzoek de noodzaak hiervan is komen vast te staan. Tweede keus middelen morgen worden ingezet zodra gebleken is dat de eerste keus middelen niet, of onvoldoende werken.

Magistrale bereiding

Binnen de diergeneeskunde mogen ter behandeling van zieke dieren alleen de voor deze diersoort geregistreerde middelen gebruikt worden. Deze zijn voor een goede behandeling van de duiven helaas echter amper aanwezig of er is van gebleken dat ze in een aantal gevallen nog maar onvoldoende werken. De wetgever heeft het in deze gevallen toegestaan dat er diergeneesmiddelen die geregistreerd zijn voor andere diersoorten gebruikt mogen worden. Dit beleid valt onder de zogenaamde Cascade regeling. Als er geen werkzame geregistreerde diergeneesmiddelen beschikbaar zijn binnen de cascade regeling, om de kwalen waar de duiven aan lijden te behandelen, mag een dierenarts zelf voor een bepaald dier of groep dieren een zgn. Magistraal diergeneesmiddel samenstellen en bereiden.

Peter Boskamp 2.1Bovenstaande uiteenzetting zal duidelijk maken dat het er voor de duivenliefhebber maar zeker ook voor de behandelende duivenartsen niet bepaald makkelijker op geworden is. Enerzijds is er dus de regelgeving waar de dierenartsen zich zonder meer aan zullen moeten houden, anderzijds is er het verlangen van de liefhebbers om ze snel mogelijk van de problemen bij hun duiven afgeholpen te worden. Dit laatste geldt natuurlijk vooral tijdens het vluchtseizoen. Geen enkele liefhebber wil dan te lang op genezing van zijn ziek dieren moeten wachten.

Dit is een problematiek die de komende tijd mogelijk steeds meer afgetekend voor het voetlicht komt te staan.

Preventieve gezondheidszorg

De komende tijdzal blijken dat preventieve gezondheidszorg, waarbij voorkomen wordt dat de dieren ziek worden en antibiotica nodig hebben om weer gezond te worden, steeds belangrijker zal gaan worden. Deze preventieve gezondheidszorg is jarenlang een min of meer, ondergeschoven kind geweest voor veel liefhebbers. Immers, middels het antibioticumgebruik waren de voorkomende problemen meestal snel te verhelpen. Gelukkig is de afgelopen jaren gebleken dat er naast antibiotica genoeg natuurlijke middelen zijn ontwikkeld door diverse firma’s die betrokken zijn bij de duivensport, die de problematiek die onmiskenbaar op ons af komt met betrekking tot het gebruik van antimicrobiële middelen kunnen helpen tackelen.

Ook in de andere sectoren waar een striktere naleving van de regelgeving aangaande het antibioticumgebruik werd afgedwongen (varkens, pluimvee) zijn er diverse initiatieven ontwikkeld om met natuurlijke middelen de gebruikelijke ziekten te voorkomen. De tijd heeft geleerd dat dit best goed heeft gewerkt in die sectoren. Waarom zou dit dan ook niet kunnen opgaan voor onze duivensport?

Kern van de zaak is dat duivenliefhebbers die jarenlang gewoon zijn om op een bepaalde manier voor de gezondheid van hun duiven te zorgen middels het regelmatig verstrekken van antibiotica ter preventie van mogelijke ziekten anders leren kijken naar deze problematiek. Ze zullen moeten kijken naar de mogelijkheden die de preventie van ziekten op een meer natuurlijke manier  biedt.  Dat zal menigeen moeilijk vinden. Vastgeroeste gewoontes laat niemand graag los. Toch is er onmiskenbaar een trend binnen de duivensport waarneembaar die laat zien dat men meer voor deze mogelijkheden begint open te staan. Al dan niet afgedwongen door de nu veranderende regelgeving aangaande het gebruik en het voorschrijven van antibiotica en chemotherapeutica. Waar een wil is, is een weg. En zoals zo vaak ligt de waarheid meestal in het midden. Louter antibiotica gebruik ter preventie van ziekten heeft al vele liefhebbers uiteindelijk, van een koude kermis doen thuiskomen. Anderzijds is het gebruik van louter natuurlijke middelen ook niet zaligmakend. Ook dan kan het onder bepaalde omstandigheden nodig zijn gebruik te maken van antibacteriële middelen. Voordeel is wel van de laatste methode dat de middelen dan veel meer kans van slagen bieden omdat de kans op resistentie aanzienlijk minder is, zo wijst  eigen onderzoek uit.

In een volgend artikel wil ik een aantal algemene praktische adviezen geven om zo veel mogelijk profijt te hebben van de middelen die binnen de duivensport nog wel zijn toegelaten.

Succes.
Peter Boskamp