Ik heb is staan praten met een groot duivenkampioen, die zei dat hij meer van dieren gedaan kon krijgen als de gemiddelde dierenliefhebber. Nou, geloof ik hier wel in want je kunt het ook heel makkelijk andersom stellen: bijvoorbeeld, redelijk wat hondenbezitters lijken maar moeilijk om te kunnen gaan met de dagelijkse grappen en grollen van hun viervoeters. Dus ergens moet er een dominant lijntje lopen tussen de mens en zijn huis tuin en keuken veestapel.

Onderlaatst nog, stond een jonge meid van amper 18 jaar haar hond te sarren bij ons in het park. En ik vroeg zo beleefd mogelijk wat ze aan het doen was. ‘Oh, dat vind ze leuk..!’ Ik kon aan het teefje zien, dat ze haar bazin helemaal niet begreep, want ik zag het puntje van de staart gestrest omhoog wijzen. Ten teken, dat ze niet over haar eigen hondenkarakter mocht beschikken. Want het was een zogeheten vechthond, die niet gewend is om gesard te worden door de eigen bazin. Nu zijn dit in mijn ogen enorm lieve dieren die door mensenhanden zo zijn geworden. Dus ik vroeg haar op te passen, want voordat je het weet kom je vandaag of morgen in het nieuws. Helaas, was ze niet voor rede vatbaar, want even honderd meter verderop zag ik haar exact hetzelfde rot geintje uithalen.

Afijn, terug naar onze gevleugelde dierensport, want mijn zeer gewaardeerde gesprekspartner, tilde in mijn ogen zijn duiven ver boven de middelmaat uit. Door ze allereerst zo min mogelijk lastig te vallen met zogeheten harde of anorganische supplementen. En hij liet ze overdag volkomen met rust, totdat ze moesten gaan trainen. Maar dan week hij geen seconde van zijn idee af dat ze keihard moesten trainen. Want, zo vertrouwde hij me op indrukwekkende toon toe: ‘Ik werk me overdag een slag in de rondte dus moeten zij er ook aan geloven..!’ Of met andere woorden kaatste ik terug: “Ora et labora..!” Hij keek me even grijnzend aan en gaf te kennen, dat hij 24 uur per etmaal biddend naar zijn duiven stond te kijken. Met het idee, dat ze maar heel hard moesten presteren, anders was het einde oefening.
In ons nagesprek, geloofde we beide in de vereende krachten tussen mens en dier als het gaat om evolutie. Ik als alchemist en hij als superkampioen.