Artikelen

Nispenaar Frans Belleter tussen zijn doffers in hun buitenverblijf. Daar zijn deze mannen nu voor een half jaar van de duivinnen gescheiden. ,,Tegen het voorjaar willen ze heus weer." © Chris van Klinken / Pix4Profs

NISPEN - Soortgenoten beschouwen Frans Belleter als de beste duivenmelker van het land. Het geheim van de Nispenaar en zijn vrouw José: ,,IJzeren discipline. Meer niet."

Tot in de Japanse duivenwereld weten ze wie Frans Belleter (64) is. De fokker van El Bandito, de langeafstandskampioen die hem een klein fortuin opleverde en nu op zijn oude dag alleen nog voor Aziatisch nageslacht hoeft te zorgen. Want zo gaat dat in duivenmelkersland: ze komen en ze gaan. De Nispense timmerman liet geen traan om zijn 'vale' El Bandito, want bij hem worden ieder jaar weer nieuwe champs geboren. ,,Natuurlijk moet je goeie bloedlijnen hebben. Maar een kampioen kun je niet kopen. De kweker maakt winnaars."
Bankdirecteur

Hij vertelt over de bankdirecteur uit Odiliapeel, die een mooi hok bij elkaar kocht, maar nooit een echte topper werd. De man klopte aan bij het duivenpaleis van Frans en José, tussen de weilanden tegen de Belgische grens. Of zij hun eigen duiven wilden opruimen en drie jaar met zijn arsenaal wilden vliegen?

,,Dat hebben we gedaan. Voor het avontuur. Op contract. We wisten niets van zijn duiven en hun stambomen, maar vlogen binnen twee jaar vijf grote nationale prijzen. Die bankmeneer heeft vervolgens zijn kampioenen met nog wat zonen en dochters in één deal voor een vorstelijk bedrag verkocht."


José (60) lacht in keuken achter een pruttelende pan varkensribbetjes. ,,Ze kopen de duiven, maar krijgen er nooit de melker bij." Ze bedoelt maar: Frans is garantie voor succes. Dat weet ze al sinds zij met hem een bungalow in Nispen verliet om in het midden van nergens elf joekels van hokken en een buitenverblijf voor hun duiven te kunnen bouwen. ,,Dit moet je samen zo willen, zeven dagen in de week, het hele jaar door, anders gaat dat niet."

Die eendrachtige samenwerking leidde tot een topjaar. Afgelopen weekend werd Frans door de Nedelandse Postduivenhouders Organisatie gehuldigd als Nationaal Kampioen Marathon (meerdere vluchten tussen de 700 en 1.100 kilometer). Daarnaast is hij in alle lange afstandsdisciplines de beste van zijn club PV De Reisduif, van Roosendaal én van West- en Midden-Brabant.
Vijf pinda's

Concurrenten die naar het Belleter-geheim zoeken, hoeven maar op de koffie te komen. ,,Geheimen hebben José en ik niet. Ze mogen weten wat ze te eten krijgen, ze kunnen de hokken bekijken. Hier ligt geen doping, we smeren ze niet in met Midalgan, sjoemelen niet met chips en tijdklokken. Je hebt goeie duiven nodig en ervaring. Je moet er zicht op hebben, maar het is vooral ijzeren discipline."


Frans haalt zijn schrift tevoorschijn. Daarin staat exact wanneer hij zijn 66 wedstrijdduiven met wat voor spul heeft laten inënten door de beroemde Bredase duivendokter Henk de Weerd. Hoeveel jonge exemplaren hij verloor op een oefenvlucht. Op welke dag zijn lievelingsduif begon te ruien. En dat hij vanaf 24 mei, net voor de start van het vliegseizoen, zijn kampioenen dagelijks vijf pinda's voerde. Niet vier, geen zes, maar vijf. ,,Van die pinda-olie worden ze sneller beter. Dus komend jaar begin ik daar weer op 24 mei mee. Het is wat ik zeg: discipline."

Uit zijn hoofd weet Frans te vertellen dat zijn absolute favoriet onder de dames, Francisca, op haar vlucht vanuit het Franse Limoges een gemiddelde snelheid van 62 kilometer per uur vloog en 's avonds om 23.31 uur op haar thuisplatje werd geklokt. En dankzij de digitale vooruitgang weet heel de postduivenwereld luttele minuten later dat de Belleters het wéér hebben geflikt.

,,Vroeger had zo'n duif een ringetje om, moest je dat eraf halen in een klok doen, dan met die klok naar het café waar de vereniging zat, de boel laten controleren en vervolgens afwachten of je bij de besten zat. Tegenwoordig wordt de Theodoor in Barcelona gelost, zie ik onderweg boven Frankrijk al concurrenten wegvallen en weten wij meteen bij thuiskomst van onze Theo al of het prijs is."
Koekeloeren

Maar voorlopig zit Theodoor deze winterdagen nog tussen de andere andere 'weduwnaars' aan de rechterkant van buitenverblijf Belleter. Al sinds oktober koekeloeren ze naar de linker volière, waar de dames lijdzaam hun beurt afwachten. Die komt in het voorjaar, vlak voor het vliegseizoen weer begint en Frans bepaalt welk mannetje en vrouwtje hij gaat koppelen. ,,Reken maar dat ze dan fel staan als je ze weer weghaalt om te vliegen. Dan doet onze Theo echt zijn best om rap thuis te geraken."

En de afvallers, de dieren die het in Belleter-ogen niet in zich hebben om later uit te groeien tot een kampioen? ,,Daar hebben duivenmelkers het liever niet over, maar die worden verkocht. Aan collega's om mee te kweken. Of ze gaan naar een poelier. Dat klinkt erg, maar je kunt niet anders. Wij geven er weinig om, maar er zijn gelukkig mensen die duif heel lekker vinden."

Frans checkt de vleugel van een mannetjesduif. © peter van trijen/pix4profs

 

Bron