Artikelen

Tienen - De Vogelwerkgroep Oost-Brabant boekt succes met zijn nestkasten (vooral in kerktorens) voor slechtvalken.

Ongeveer zestig jaar geleden was de slechtvalk (Falco peregrinus) in Europa wijdverbreid. In België broedde hij vooral op de rotsen langs rivieren in de Ardennen. Tot 1912 waren er ook regelmatig broedgevallen in bomen, namelijk in de Kempen en Limburg. Tussen 1950 en 1974 zijn de populaties van de slechtvalk ingestort. De hoofdoorzaak was de vergiftiging met biociden (DDT en andere gechloreerde koolwaterstoffen) die vooral gebruikt werden bij de bestrijding van insecten in de landbouw. Als roofvogel die uitsluitend vogels vangt, had de slechtvalk deze gifstoffen met zijn prooien opgenomen. 

Niet enkel het verbod op het gebruik van DDT zorgde voor een definitieve comeback van de slechtvalk in Europa. Ook het ter beschikking stellen van geschikte broedgelegenheid in speciale nestkasten heeft geholpen. In ons land startte het ‘Fonds voor Instandhouding van Roofvogels’ (FIR) in 1994 met het plaatsen van nestkasten voor slechtvalken. Na Leuven (sinds 2011), Tienen (vanaf 2014), Aarschot (vanaf 2015) en Zoutleeuw (vanaf 2016) is er een nieuw broedpaar van slechtvalk gevestigd in Hoegaarden. Het paartje heeft nu vier jongen.

Philippe Smets van de Vogelwerkgroep Oost-Brabant: "Lokaal zien we hier en daar dat duivenmelkers zich tegen roofvogels keren, en in het bijzonder tegen een duivenvanger als de slechtvalk. We kunnen duivenmelkers echter gerust stellen: slechtvalken spelen helemaal niet zo’n belangrijke rol in het verdwijnen of niet terugkeren van wedstrijdduiven. Verloren vliegen of uitputting blijken de belangrijkste oorzaken. Op de tweede plaats staat aanvlieging met gebouwen en leidingen."