ad2016

Belg X is een grote op vitesse. Iemand met weinig duiven maar goede. 'Laat ze maar komen', of iets in die geest, schreef hij ooit als de mega hokken ter sprake kwamen. Hij leek die zelfs toe te juichen. Meer duiven dus meer kans op een nog beter coefficient voor je eigen goede duiven. Maar indachtig het gezegde 'alleen dwazen veranderen nooit van mening' gebeurde dat ook bij hem. En hij is niet de enige. Momenteel is het een beetje een trend om als buitenlander met goede duiven en veel geld zich te meten met liefhebbers uit de bakermat. Het liefst in de provincie Antwerpen.  Men beschouwt het als een uitdaging en men weet meteen waar men staat. 

GEEN PROBLEEM OF TOCH?
De Antwerpenaren vonden het best. Tenminste aanvankelijk. Want al gauw werd duidelijk dat die buitenlanders met centen niet alleen met enorm veel duiven gingen spelen maar ook met goede. Het leidde tot uitslagen als die van 29 augustus in Vorselaar.
Op het erf van Leo Heremans zit zo'n leger goede duiven van een Oosterling (en een Belg). Die 29e augustus hadden 20 liefhebbers duiven ingezet voor Noyon. Drie ervan wonnen een schamel prijsje, 14 liefhebbers (dus van 20) stonden helemaal niet op de uitslag. Mijn Belgische contact persoon, die vitesse kampioen dus, citeerde mijn eigen woorden over deze materie enkele jaren terug: 'Quo Vadis.' (Waar gaat het heen?). 
Naar een nog snellere teloorgang van duivensport, vraagt hij zich af. Ik wijs er vaker op:  Sterk spel van mensen met veel en goede duiven heeft tot gevolg steeds meer sportgenoten  die niet op de uitslag geraken. Dat ontmoedigt enorm. De organisatoren van de Ronde van Belgie hebben dat begrepen. Men speelt er 1 op 2. Belachelijk? Dat dacht ik ooit ook. Maar ook ik veranderde van mening.