Weet U waar ik een gruwelijke hekel aan heb? Bange duiven, duiven zonder discipline zeg maar. Discipline kan je aanleren en best begin je zo vroeg mogelijk, bij het spenen of zelfs vroeger. Zo zet Leo Heremans jongen van een dag of zestien met schotel en al op een plank op navelhoogte zodat hij die telkens over de bol kan aaien als hij op de hokken komt. Een prima methode om ‘handzame jongen’ te krijgen die vertrouwd zijn met de baas en zijn handen. Hoe anders is het bij jongen die op een afgesloten plek, achter een plank of zo, opgroeiden waar ze amper mensen zagen. Eens vier weken oud lijken het schichtige ratten.

Wat ook helpt is jong spenen. Dat heeft alleen maar voordelen: Jongen worden eerder zelfstandig en zelfredzaam, zullen zich meer aan je hechten, zwakkelingen vallen sneller door de mand en je ontziet de ouders. Op oudere duivinnen komt eerder sleet door jongen azen dan door eieren leggen

 HANDEN
Vooral de handen van de baas zijn belangrijk in een duivenleven. Duiven mogen daar niet bang van zijn, integendeel. Zo zijn liefhebbers die uit gewoonte met de handen boven hun hoofd ineens toe slaan om een duif te pakken helemaal verkeerd bezig. Ze beseffen niet dat ze daarmee bezig zijn alle krediet bij hun duiven te verspelen. Zonder opscheppen durf ik zeggen dat ik vele jaren het spel met jonge duiven heb gedomineerd. Daar moest wel iets voor gedaan worden. Wat vooral mijn aandacht had was de omgang. Als ik een hand uitstak naar een schabje wisten de jongen niet hoe snel ze er naar toe moesten vliegen. Omdat ze daar een versnapering verwachtten, wat snoep en pinda’s. Als (sommige) anderen hun hand uitsteken doen jongen het omgekeerde, vluchten alle kanten uit. Tot tegen het raam om te ontsnappen aan hun grijpgrage handen.

Je bent goed bezig als je maar èèn hand nodig hebt om je duiven te pakken.

LOS LATEN
Zo zijn er mensen die, als ze een duif ‘gekeurd’ hebben, die plomp uit handen vallen. Weer helemaal fout. Ze beseffen niet wat een inspanning zo’n duif moet leveren om weer veilig op de pootjes terecht te komen. En het kan nog erger. Ik had eens een onbeschofte vlerk op bezoek die, telkens als hij een duif ‘gekeurd’ had, die met een forse zwier het hok in smeet. En dat keek nog verbaasd ook toen ik zei, ‘genoeg gekeurd, we stoppen er mee’. Een respectloze lummel was dat, zowel tegenover mij als de duiven.

Charles van Lancker weet hoe je met duiven om moet gaan.

 HOKKEN
Iemand had me gevraagd naar zijn nieuw hok te komen zien. Toen ik de indeling zag had ik mijn bedenkingen maar liet dat niet merken. Hij had er veel voor betaald, was zo trots als een 14-jarig meisje op haar eerste bh en ik wilde zijn dag niet bederven. Hij wilde me wat jongen in handen stoppen om te oordelen of die gezond waren, maar dat weerde ik af. Om gezondheid te beoordelen hoef je duiven niet in handen te nemen, een blik in het hok volstaat. Wat hier opviel was dat mee dat hij de deur opende een aantal jongen naar buiten stoof die hij later met geen stok meer terug binnen kreeg. ‘Als ik zo duiven moest houden stopte ik meteen’ ging het door me heen. Wat er mis was met zijn hok? Te groot! Dat leidt bijna vanzelfsprekend tot bange duiven, vooral jonge duiven. Zo iets is simpel op te lossen met een tralie rek waardoor je het hok als het ware verkleint zodat een duif amper kanten uit kan als je die wilt pakken. Een loopgang is dan weer handig voor oude duiven. Vooral weduwnaars omdat ze minder makkelijk op de bodem zullen zitten. Daar horen die niet thuis.

 OOK VERKEERD
Maar de man met zijn bange jongen deed meer verkeerd. Bij het schoonmaken laat hij steeds de jongen los om ze niet bang te maken. Een beetje liefhebber weet dat het zo niet werkt, wel omgekeerd. Best laat je de duiven op het hok als je schoonmaakt.

 KLEDING
Draag bij voorkeer ook steeds dezelfde kleren (geen gestreepte) en een pet. Nogal wat mensen hebben last van duivenstof. Toegegeven, je moet er aanleg voor hebben, sommigen worden moeiteloos 90 terwijl ze driekwart eeuw op een duivenhok sleten, maar voor anderen is stof een probleem. En die zullen zeker van hun dokter te horen hebben gekregen hoe belangrijk het is een pet te dragen telkens als ze op een duivenhok komen. Zonder pet zullen talloze stofdeeltjes zich in de haren nestelen wat niet alleen slecht is voor jou maar ook je huisgenoten. Elke keer de kruin wassen als men op het hok is geweest zie ik de meeste niet doen, vandaar.

 GOEDE GEWOONTE
Velen dragen een stofjas met zakken voor een versnapering. Elke keer als ze op de hokken komen krijgen de duiven een traktatie en het is verbazingwekkend hoe snel ze dat kennen. Zo’n versnapering ligt bij mij op de antenne als ik ze binnen roep en als ze van de vlucht komen. Vroeger wilde ik dat ze van de vlucht zo snel mogelijk binnen kwamen, sinds we elektronisch klokken wil ik dat ze zo snel mogelijk landen en dan… niet al te snel binnen komen. Andere duiven die van de vlucht komen zullen daar immers makkelijk bij vallen. Duiven trekken duiven aan. Dient wel vermeld dat dit in Nederland kan maar niet in België. Omdat bij de noorderburen de antennes buiten liggen.

 VOLIERE
Je ziet tegenwoordig steeds meer volières voor de hokken van jonge duiven. Die zijn inderdaad zinvol. Bij winters weer kunnen jongen daar in verblijven en zijn ook handig in geval duiven om wat voor reden niet buiten kunnen. Je kan die gebruiken voor een bad en je kan jongen langer opgesloten houden als kromsnavel een probleem is. Dat kan rampzalig zijn voor jongen die pas buiten komen.

Tamme duiven is zo veel prettiger.

NOG OVER DISCIPLINE
In deze tijd klagen liefhebbers over piepers die niet willen luisteren, lees binnen komen. Dat is eenvoudig te verhelpen. Van gezonde jongen weet je al gauw hoeveel ‘een hok’ eet. Wat je moet doen is ongeveer driekwart geven van wat ze normaal verorberen. Voor jongen die als laatste binnen komen zal het voer op zijn en dat is een goede les voor volgende dag. Van een dag vasten is nog nooit een duif ziek geworden. Zijn ze plotseling minder hongerig? Dan is er iets mis, ze gooien dan ook minder dons. Niet te snel in paniek raken of naar de medicijn pot grijpen. Het is meestal tijdelijk. Elke dag dat je duiven gezond kan houden zonder antibiotica is er een gewonnen. Toegegeven antibiotica kunnen van nut zijn voor zwakkere ongezonde duiven, maar ze ondermijnen het gestel van de andere. En zijn het niet ‘de andere’, de duiven die niet ‘zwak en ongezond’ zijn, die we willen?