‘Ik heb het gevonden, eindelijk’, zo beweerde de Limburger die, dat moet gezegd, fantastisch gespeeld had. En samenzweerderig keek hij naar zijn zoon. ‘Bedoel je een geheim?’ vroeg ik. Hij knikte en zei, ‘een groot geheim’.

‘Jij bent de zoveelste die dat denkt’, zei ik, ‘maar na een paar vluchten staan ze weer met beide voeten op de grond. En jij gaat de zoveelste zijn. In duivensport bestaan geen geheimen. Hoewel, misschien een, en dat is selectie. Wat ik altijd zeg, de slechte elimineren, de goede verkopen en de supers houden.’

Minachtend keek hij me aan. Als blikken konden doden was ik al lang gecremeerd. ‘Omdat jij A S bent denk je zeker dat je alles beter weet, zeker? Jongeman, ik heb iets nieuws geprobeerd, gehoord van een vriend en nu maak ik zo’n uitslag. Zeg nu zelf, kan dat toeval zijn?’ Ik zei niets. En begon maar gauw over iets anders.

 LATER

Kennelijk zat hij er mee dat ik niet gevraagd had wat dat geheim dan wel mocht zijn want later kwamen hij en zijn zoon weer bij me zitten. ‘Niet nieuwsgierig?’ Vroeg hij. ‘Totaal niet’, reageerde ik. En dat was kennelijk het allerlaatste dat hij wile horen. Hij was duidelijk een van die lui die graag gewichtig doen na een goede uitslag. Die dan graag in de belangstelling staan. Zo zijn er meer. ‘Allez, als je belooft het tegen niemand, maar dan ook niemand te zeggen mag je het weten’, zei hij. Ik zei niets. Met zwijgen zeg je soms meer dan met praten. Hij weer: ‘Wat ik gedaan heb is de nacht voor het inmanden het licht aan laten. En kan je beter spelen dan ik heb gedaan?’ Daarin had hij gelijk. Zijn uitslag was enorm.

‘Was bij alle duiven het licht aan of bij maar een deel?’ vroeg ik hem. Het bleek bij al zijn duiven te zijn. Ik wist genoeg. ‘Wie zegt dat je niet even goed gespeeld zou hebben zonder de lampen aan?’ repliceerde ik. ‘Wie zegt dat je vanwege wat dan ook vorm op het hok gekregen hebt? Hij reageerde niet, maar schudde het hoofd. Alsof hij wilde zeggen ‘ben jij nu zo dom of ik zo slim?’

 DE FOUT

De fout die vader en zoon maakten was te snel conclusies trekken, iets wat in duivensport vaak gebeurt. Doet men iets anders dan anders en wordt goed gespeeld dan meent men een verklaring te hebben. Maar waar het aan ontbreekt is vergelijkingsmateriaal. Wie zegt dat niet goed gespeeld zou zijn zonder anders te doen? Enkele voorbeelden:

-Iemand geeft tijdens het seizoen zijn duiven voor de eerste keer vitamines en knoflook en zie. Het wordt gevolgd door een goede uitslag. Zal wel door die vitamines komen. Of de knoflook. Wie echter zegt dat dat zo is? Dat niet goed gespeeld zou zijn zonder? Hij zal het nooit weten.

-Het volgende maakte ik ooit zelf mee. Vanwege een langdurig telefoontje zaten de duivinnen wel een uur of langer bij de weduwnaars voor vertrek. Ik dacht een goed resultaat wel te kunnen schudden, maar het tegendeel was waar. Er werd keihard gepakt. Ik dacht het gevonden te hebben, bij de volgende echt belangrijke vlucht een uur of langer tonen. Het haalde niets uit. -Nog wat voorbeelden die aantonen dat men niet te snel moet oordelen

CONCRETE VOORBEELDEN

-Stel je geeft je duiven een heel jaar biergist en bietensap en je hebt altijd kerngezonde duiven. Dan ben je geneigd te denken dat het daaraan ligt. Is dat ook zo? Geef de helft van je duiven eens niet van dat spul en oordeel dan pas.

-Sommigen geloven heilig in vitamines. Ikzelf geloof daar totaal niet in en zeg dat dan ook tegen die voorstanders. En adviseer dan het eens met een hok te proberen zonder vitamines. Bijna zeker zal het ogen openen.

-Over thee hoor je niet veel meer, vroeger echter des te meer. Iemand als Andre Roodhooft met name die ik zeer hoog heb als liefhebber geloofde er heilig in.

Vele jaren gaf hij zijn duiven thee, maar ik hoor Andre er niet meer over. Ik ben er bijna zeker van dat hij van zijn geloof is gevallen toen hij een jaar geen thee gaf.

-Ogen dicht vanwege te veel licht? Maak een hok donker en je weet het.

-Nergens zie je gezondere duiven dan bij Dirk van Dijck. Nu zei Dirk me ooit dat hij al zijn duiven in de winter een maand alleen maar gerst gaf. Zal zeker niet slecht zijn, anders kan je niet zulke gezonde duiven hebben, maar kwam dat door de gerst? Hmm. Weet niet. Hij zou eens moeten proberen de helft van de duiven geen gerst te geven en dan zien of er verschil is.

 VOER  

Zo was er die beginnende liefhebber. Bloedfanatiek en voor hem was alleen het beste voer goed genoeg. Maar dat was wel erg duur, zeker voor hem met een bescheiden inkomen. ‘de prijs verschilt soms tot 5 euro per zak’, ze merkte hij op. Als dat dure voer een aanslag is op je budget probeer het eens met goedkoper voer’, adviseerde ik hem. ‘Maar dan de helft van je duiven en zien of er verschil is.’ Sindsdien gaat hij met minder tegenzin naar de voerboer, want inderdaad, geen enkel verschil.

 BIJ TWIJFELS

Als je twijfelt of je bepaald spul wel of niet moet geven.

Als je twijfelt over wel of niet tonen.

Als je twijfelt over wel of geen vitamines.

Als je twijfelt over wel of geen gerst en als je over zo veel meer twijfelt verander niet ineens maar test steeds uit en vergelijk.

Geef het een, of doe het een, maar dan bij de helft van je duiven en vergelijk nadien. Empirie heet dat, middels vergelijkingen tot een conclusie komen. Dan weet je voor altijd waar je over praat: Proefondervindelijk vast gesteld.

 ZELF

Dienaangaande zal ik nooit vergeten wat ik deed toen ik de hokken bij mijn huidige woonst plaatste. Ik had geen geld, volgde avondlessen en hielp met de bouw van mijn huis. Was het echt noodzaak al die hokken schoon te maken? Waar moest ik de tijd vandaan halen? Toen nam ik een besluit.

Ik zette er jongen op, maakte een hok plichtsgetrouw schoon, het andere niet. Daarop liet ik de mest liggen. De tussendeur liet ik een beetje open en tegen het donker ging ik kijken waar de jonge duiven zaten. Na verloop van tijd was dat op de niet schoongemaakte hokken. Daarop zaten ze allemaal en daarop werd het na enige tijd ook aangenamer. Warmer ook. Sindsdien zijn hier geen hokken voor jongen meer schoon gemaakt.

De hokken waren/zijn wel kurkdroog, maar hokken moeten altijd droog zijn. Ook als je schoonmaakt. Aldus heb ik in mijn leven vele honderden uren minder stront krabbend op de hokken door gebracht.

NU

Nu piekert een streekgenoot er over glas in het dak aan te brengen. Of beter plastic pannen. Goed of niet goed, vroeg hij, want die pannen waren toch zo duur. Probeer eerst uit, adviseerde ik hem. Nu liggen die op al zijn hokken. Dus dat is het? Meer licht en warmte binnen langs boven? Hmmm. Weet niet. Op een ander hok op een andere plaats misschien weer niet.