Gerard Dekker

Nodig hebben we ze.
Aan inzicht en visie geen gebrek, maar zoals gewoonlijk moeten er ook nog een aantal andere elementen zoals overleg met, daadkracht met en vooral empathie bij zitten.
Leiders, vooral in onze duivensport hoeven niet zo nodig meteen het voortouw te nemen, beter de juiste begeleiding geven op een goede manier aan voorstellen die goed onderbouwd gebracht worden. Tuurlijk eigen ideeën zijn welkom maar dan met het oog op wat de grootste gemene deler wil en niet, ik weet het zo doen we het.
Wanneer is iemand nu een leider, meestal is het niet de grootste schreeuwer, maar wel degene die rustig alles kan overzien en vertalen kan naar wat goed is, zonder anderen te kort te doen.
Helaas gaat het vaak fout, een tomeloze inzet en een bruisende energie bij de organisatie van activiteiten. Maar als het dan niet verloopt zoals men zich had voorgesteld in alle goedwillendheid dan zakt op een gegeven moment de moed in de schoenen.
De vraag is dan niet of datgene wat je doet wel of niet goed is, maar de vraag is veel eerder of je wel goed hebt ingeschat dat datgene wat je gedaan hebt in je enthousiasme, de ander dat gevraagd heeft of datzelfde van zins was. Is dat niet zo dan volgt de teleurstelling.
Op zich is dat niet erg, het leven, ook dat van onze leiders is een leer weg. Maar teleurstelling op teleurstelling werkt niet erg motiverend. Ja je moet leren er mee te dealen en niet in de val trappen om vast geroest te blijven zitten in je eigen gedachten. Dus lukt het niet, geef het een plaatsje.
Als je dat niet kunt, bedenk je dan liever want het gaat tegen je werken en daarbij bedoel ik echt tegen jezelf. Anderen stappen er makkelijk over heen en denken hooguit die is gek
Sommige van ons zijn geboren leiders, maar voelen er niets voor om zich in het strijdgewoel dat duivensport heet, te storten. Ook wel begrijpelijk want vaak is het een ondankbare taak.
De hele slimme of is het sluwe spannen anderen voor hun karretje om datgene wat ze willen toch te laten gebeuren zonder daarvoor de verantwoordelijkheid te nemen. Ach ja als er dan iets slaagt zullen ze zichzelf wel opwerpen als initiatiefnemer en graag de schouderklopjes in ontvangst nemen.
Niet elk paard is een renpaard, maar elk paard kan met de kracht in hem wel hard werken. Als het paard en het renpaard gaan samenwerken is de kans op succes het grootst. Maar dan moet het renpaard zich niet boven het standpunt van het werkpaard verheven voelen.
Eigenlijk is het leven simpel, jij doet wat voor mij, ik doe wat voor jouw en met onze samenwerking maken we onze wereld een beetje mooier.
En ook ja, het zit in de mens ergens beter van te willen worden, niets mis mee en laat ik voorop stellen dat ik dit kleine stukje heb geschreven met veel respect naar al die leiders in alle geledingen van onze sport. Zij zijn immers de voortrekkers in ons duivensport bestaan. De ene zult u veroordelen, de andere op een voetstuk plaatsen, maar nodig hebben we ze.