Als postduivenliefhebber heb je altijd te maken met roofvogels, maar niet elke soort vormt een probleem voor onze duiven. De torenvalk en buizerd bijvoorbeeld, jagen niet op duiven. Bij de sperwer is het vooral het grotere vrouwtje dat een risico vormt, maar in de broedperiode blijft ze bijna twee maanden op het nest. Dit geldt ook voor de havik en slechtvalk. Hun mannetjes geven meestal de voorkeur aan kleinere prooien, maar een postduif is voor een havik of slechtvalk zeker haalbaar.
Waarom zijn postduiven een geliefde prooi?
Onze postduiven stammen af van de rotsduif, een vogel die net als de slechtvalk in rotsachtige gebieden leeft. Ze komen dus van nature in hetzelfde omgeving voor, waardoor duiven voor slechtvalken altijd een belangrijke voedselbron zijn geweest. In vergelijking met andere duiven, zoals houtduiven, zijn postduiven vaak sneller en sterker, maar ook gezonder en makkelijker te vangen als ze niet in topconditie zijn.
Haviken en slechtvalken zijn een stuk minder algemeen dan buizerds en sperwers, maar kunnen lokaal grote problemen veroorzaken. Helaas zijn al deze roofvogelsoorten wettelijk beschermd en mogen ze niet bestreden worden. Daarom is het belangrijk om de verliezen zo veel mogelijk te beperken door in te spelen op hun gedrag en jachttechniek.
Hoe kun je aanvallen van een slechtvalk verminderen?
Een slechtvalk jaagt het liefst vanuit de hoogte, met een snelle duikvlucht en verrassingseffect. In rechte vlucht kunnen duiven en zelfs eenden hem vaak voorblijven. Om zijn prooi goed te zien, kiest hij meestal een duif die opvalt tegen de ondergrond.
➡️ Lichte en witte duiven worden sneller gepakt dan donkere of grijze duiven. Dit geldt voor alle vogels: een felgekleurde mannetjeseend loopt ook meer risico dan een onopvallend vrouwtje.
➡️ Zwakke of afwijkende duiven trekken de aandacht. Een duif die traag vliegt, moe is of vreemd gedrag vertoont, heeft een grotere kans om gegrepen te worden.
➡️ Groepen duiven zijn veiliger. Een slechtvalk heeft moeite met een goed georganiseerde groep, die scherpe bochten maakt en compact blijft. Daarom worden er bijna geen ringen van duiven uit de regio gevonden in slechtvalkennesten. Het zijn vooral verdwaalde, alleen vliegende duiven die slachtoffer worden.
➡️ Duiven in topconditie zijn lastiger te pakken. Een roofvogel zal altijd de makkelijkste prooi kiezen.
De gevaarlijkste periode voor onze duiven
De winter is het zwaarste seizoen voor alle vogels, ook voor roofvogels. Als ze een makkelijke prooi zien, zullen ze die pakken. Maar er is nog een gevaarlijk moment:
✅ Eind februari – begin maart begint de baltsperiode voor slechtvalken. Het mannetje moet bewijzen dat hij een nest vol jongen kan voeden en brengt extra veel prooien aan voor het vrouwtje. Hoe meer prooien, hoe groter de kans op een succesvol nest. En postduiven die net uit hun winterrust komen, zijn op dat moment een makkelijke buit. En wetende dat slechtvalken worden uitgezet en bekend worden gemaakt met postduiven.
Daarom is voorbereiding cruciaal.
Wat kun je als liefhebber doen?
De grootste fouten die gemaakt worden, zijn:
❌ Duiven loslaten die nog niet in conditie zijn
❌ Duiven laten rondhangen bij hethok, waardoor ze een makkelijke prooi worden
❌ Direct volle trainingsvluchten maken na de winter, terwijl de duiven nog vet en traag zijn
Om dit te voorkomen, volg je deze aanbevelingen: Punt 2 en 3 zijn op dit ogenblik het meest van belang.
1️⃣ Breng je duiven vóór half februari in conditie.
• Door ze tijdig goed te laten trainen, zijn ze sneller en wendbaarder als de roofvogels actief worden.
• Een goed getrainde duif is bijna niet te vangen door een slechtvalk of havik.
2️⃣ Wacht anders tot begin maart met loslaten, maar bouw het rustig op.
• Begin met korte trainingsvluchten op 3 km van het hok.
• Laat ze slechts enkele minuten vliegen en roep ze direct naar binnen.
• Zorg dat ze op gewicht zijn en goed luisteren.
3️⃣ Zorg dat oudere duiven niet blijven rondhangen.
• Duiven die traag rond het hok vliegen, worden makkelijke prooien.
• Na ongeveer tien korte trainingsvluchten is de basisconditie goed genoeg om ze thuis los te laten.
Met deze aanpak kun je verlies door roofvogels sterk verminderen en blijven jouw duiven veilig en in topvorm.