Zondag 12 april 2020. Vandaag is het eerste paasdag. Mede door de zogenaamde “Motion Control Order (ook wel Lock down genoemd) voel ik nu helemaal geen paasbeleving. Simpelweg omdat ik bijna letterlijk nergens kwam de afgelopen week. Behalve om een keer de voorraden aan te vullen en om een keer avondeten te halen bij de erg lokale Chinees ben ik de deur niet uit geweest. De auto is dan ook letterlijk slechts deze twee keer van zijn plaats geweest.

Een winkelcentrum waar ik enige vorm van paasbeleving zou hebben kunnen zien heb ik al een eeuwigheid, zo’n 13 – 15 weken, niet meer bezocht. Ook voor de Lock down was ik niet erg happig om grote hoeveelheden mensen op te zoeken.

Niet dat de paasbeleving in Nederland nu zo groot was. Echter in Nederland hadden we nog een fatsoenlijk paasontbijt (meestal brunch) en af en toe een etentje met de familie. Hier dus niets van dit alles. Behalve een appje van een Christelijk Chinese college wees niets vandaag op Pasen.

In de duivenwereld was er qua paasbeleving voor mijn verhuizing naar Aalsmeer altijd de traditionele paasvlucht. Aanvankelijk bestond de winst/prijs vaak uit aanzienlijke hoeveelheden eieren. Hierover was op voorhand op vrijdagavond bij het inkorven en op zaterdag na het uitslaan altijd de grootste lol want wat moest het gemiddelde gezin met 40 of 50 eieren.

Later werd de eieren omgeruild voor taart of andere wat hoogwaardigere producten.

Gek genoeg kon ik nooit echt potten breken op die paasvluchten. Mijn duiven waren er simpelweg nooit op tijd klaar voor. En toen ze er wel klaar voor waren in de vroege jaren van mijn duivensportcarrière wees ik of de verkeerde duiven aan voor het spelletje of verspeelden ze te veel tijd met binnenlopen.

Terug naar de actualiteit.

Afgelopen vrijdag heeft de regering van Maleisië de beperkende maatregelen verlengd tot 28 april. Nog ruim tweeëneenhalve week binnenshuis blijven dus. Er gaan zelfs geruchten dat het hierna verlengd wordt tot het einde van de Ramadan (die ook weer binnenkort start).

Goed vergelijkbaar dus met Nederland waar de intelligente Lock down ook verlengd is tot 28 april. Juist ja exact dezelfde datum. Echter ook daarna zal de riem er ook in Nederland niet gelijk af gaan.

De samenleving zal na het Coronavirus vele jaren en vermoedelijk nooit meer helemaal hetzelfde zijn, tenzij we massaal gevaccineerd gaan worden.

Omdat de riem er ook qua duivensport nog niet direct af zal gaan vroeg ik (zoals vorige week al aangekondigd) een aantal sportvrienden naar hun mening over de huidige situatie en naar hun veranderingen/aanpassingen in de verzorging.

Ik beperkte mijn tot een aantal voormalige concurrenten uit Kring 4, de sterkst spelende kring van de afdeling Noord-Holland en een enkele vriend daarbuiten.  Met sommigen sprak ik nog wat meer gezien onze persoonlijke band.

Het feit dat ik mij, op een Brabantse sportvriend na, beperkte tot mijn voormalige concurrenten om de lezers op de hoogte te brengen van mogelijke aanpassingen in de verzorging had twee praktische redenen.  De eerste reden was simpel. In mijn telefoon stonden niet meer nummers. Mijn oude Nederlandse telefoon stond een kleine twee jaar geleden bijna in de brand en hierdoor zijn de meeste van de telefoonnummers van mij bekende landelijke topspelers verloren gegaan.

De tweede was ook simpel. Een aantal van mijn sportvrienden was ook benaderd door een reporter van sportblad De Duif met zo ongeveer exact dezelfde vraag. Natuurlijk wilden zowel mijn vrienden als ik dit prachtige blad niet in de wielen rijden.

Ik heb de antwoorden zoveel mogelijk letterlijk weer gegeven. Vandaar soms het wat staccato Nederlands.

De eerste sportvriend die de vragen voorlegde was mijn grote concurrent in 2017, het laatste seizoen dat ik deelnam. Jannus Kat, vliegend onder de naam Kat&Zoon. Jannus was samen met zijn vader mijn grootste tegenstander in het allround kringspel. Ze lieten mij uiteindelijk ook de hielen zien. Jannus en vader Janus behoren overigens al jaren tot de absolute top van de Noord-Hollandse duivensport en scoren ook landelijk meer dan uitstekend.

Ondanks de gezonde sportieve strijd hebben we al jaren een goede verstandhouding die nog stamt uit de tijd dat we beiden voor het NPOrgaan schreven. Hierbij zijn antwoorden.

Wat denk je van het seizoen?

Jannus Kat: “Voor wat betreft de duiven vind ik het heel lastig om er iets zinnigs over te zeggen. Wanneer ik nu zou zeggen we beginnen vanaf juni weer zou dat ook enkel op onderbuikgevoel zijn. Ik denk wel dat we er sowieso vanuit moeten gaan dat er bepaalde maatregelen met inkorven en dergelijke nodig zijn. Ik verwacht namelijk dat de 1,5 meter afstand voorlopig gehandhaafd zal blijven. Maar daar kunnen we best creatief in zijn en dat moeten we dan ook zijn. Dat het oude duiven seizoen niet zo zal zijn als normaal staat in ieder geval vast. Ik kan mij niet voorstellen dat er helemaal niet meer gevlogen zal gaan worden. Zo richting juli als de jonge duiven starten zal het in een bepaalde vorm wel mogelijk moeten zijn”.
Hoe verzorg je de duiven nu?

Jannus Kat: “Wij weten eerlijk gezegd ook niet heel goed hoe hier mee om te gaan (dat weet gelukkig niemand). Oude duiven worden nu verduisterd (zowel doffers als duivinnen). Dat doen we normaal helemaal niet, dus daar hebben we nog wel wat voor aan het hok moeten veranderen. Dit om de vorm wat te drukken en de pennenstand te bevorderen.

Ze trainen 1x daags maximaal 45 minuten. Dat is overigens niet veel korter dan anders. We voeren ze vrij licht en laten ze af en toe bij elkaar voor 1 of 2 dagen. Maar als ze gaan drijven halen we ze weer uit elkaar.  We willen in ieder geval geen eieren.

Zeker met dit mooie weer merk je dat ze toch een beetje in vorm komen, maar daar kan je toch weinig aan veranderen. 

Als we eenmaal weer gaan starten weten we wie het, het beste heeft gedaan, maar ik denk dat dit gewoon weer dezelfde liefhebbers als altijd zullen zijn”.

De tweede melker aan wie ik de vragen voorlegde was Johan van Ackooy. Sportvriend uit onze zustervereniging De Telegraaf in Aalsmeer maar woonachtig in Hoofddorp. Spelend onder de naam Combinatie van Ackooy hoort hij al jaren tot de Noord Hollandse top. Op de Dagfond is hij regelmatig op Teletekst (intertekst) terug te vinden. Vroeger met zijn vader, tegenwoordig met zijn dochter. Johan heeft altijd een klare kijk op de duivenzaken en gaat ook bij het houden van duiven niet over een nacht ijs.

Wat denk je van het seizoen?

Johan van Ackooy: “Het leven is hier ook bizar, een leven onder curatele. Het beheerst nagenoeg alles. Ik ben ook van baan gewisseld na 30 jaar aannemer nu werken voor gemeente Haarlemmermeer als Directievoerder/opzichter. Vlakbij en om 15.30 thuis, ideaal voor onze hobby. Met betrekking tot de wedvluchten zegt het gezond verstand dat het lastig wordt. Überhaupt of verenigingsleven wordt toegestaan als basis voor inkorven? Vervolgens moeten dan de buurlanden de duivensport wel toestaan. Dit is bij elkaar nog best een kwestie.

De hoop die er nu is, is om in het 2e weekend juni te starten met de oude duiven. Met een paar Vitessevluchten en dan met grote sprongen naar de 500km. Hierna een tweede tour Vitesse half juli met de jongen en de ouden samen en geen hierna geen Navlucht. Ondertussen een paar zware Midfond en/of Dagfondvluchten”. 

Hoe verzorg je de duiven nu?

Johan van Ackooy: “Qua verzorging verduister ik de hele ploeg en voer ze zoontjes aangevuld met zwarte maïs, een beetje suikers voor het vliegen. Aankomend weekend doe ik de oude duiven bij elkaar zodat ik de jonge duiven de tijd kan geven om rond te struinen. Of dit de juiste wijze is om in bovenstaand gehoopte oude duiven seizoen te slagen zal de tijd leren.

April en Mei geen belasting voor de duiven., hoe zij zich gaan houden weet niemand. Ik denk wel dat ik ze wel iedere dag te laat trainen. Ik ga je ze niet binnen houden en om de dag loslaten. Daar geloof ik niet in. Wellicht laat ik ze nog enten tegen pokken als forme-drukker maar of dat helpt weet ik ook niet. Qua verzorging verduister ik de hele ploeg.  

Het is allemaal afwachten, boven dit alles is gezondheid en de hoop op het verdwijnen van dit virus het voornaamste”.

De derde melker die ik vroeg naar zijn mening over het seizoen en zijn huidige wijze van verzorging was Jan van Mastrigt uit Aalsmeer. Jan vliegt sinds zijn terugkeer naar Nederland samen met Jan van Vliet op Schiphol Rijk (maar in de uitslag staat Aalsmeer). Dit gaat meer dan crescendo gezien enkele NPO—overwinningen en het feit dat ze al spoedig prijkten in de top van de kampioenschappen. Echter de meeste oudere liefhebbers zullen Jan van Mastrigt nog kennen uit zijn glorie jaren met de broer van Jan, Cees. De toenmalige combinatie van Vliet-Mastrigt wist de afdeling Zuid-Holland (of beter de voorloper hiervan vele jaren onveilig te maken). Jan was iets korter van stof maar dat maakt een paar details er niet minder aantrekkelijk op.

Wat denk je van het seizoen?

Jan van Mastrigt: “Ik heb nog geen echt idee of we gaan vliegen dit seizoen. Ik hoop het heel erg want de duiven zitten er prima voor. Het blijft echter een heel erg koffiedik kijken”.

Hoe verzorg je de duiven nu?

Jan van Mastrigt: “Mijn oude vliegduiven zien er echt super uit. Ik vlieg geen totaal weduwschap meer maar gewoon met doffers altijd partner thuis. Duivinnen dito systeem. Hetzelfde als hoe ik vroeger vloog met Cees. Past mij veel beter, meer rust voor mij.

Ik had er zo veel moed op maar helaas tot nu toe zitten ze verduistert, circa 13,5 uur. Ik breng de doffers en duivinnen nu regelmatig een klein stukje weg. Als ze goed afkomen laat ik ze bij elkaar voor een nachtje. Ik zal ze wel verduisterd houden maar het is wel aankijken tot wanneer. Zodra het echt mag ga ik ze wel elke week wegbrengen tot 130km en dan maar hopen dat we kunnen gaan vliegen dit seizoen”. 

De vierde in de rij van sportvrienden die ik benaderde met mijn vragen was/is de altijd goed gemutste Henri van Doorn uit Den Dungen. Henri behoeft nauwelijks introductie. De aardigste en meest positieve duivenmelker van Nederland speelt op eigen erf al vele jaren de brokken er af met de jonge duiven en doet dit als hokverzorger ook met de oude duiven en de jonge duiven van John van Wanrooij in Geffen. Henri ademt duiven en onze vriendschap gaat inmiddels al een seizoen of zeven terug. Henri woont in het zwaar getroffen Noord-Brabant en dit werpt toch een beetje ander licht op de zaak. Hierbij zijn antwoorden.

Wat denk je van het seizoen?

Henri van Doorn: “Hier is met onze familie alles oké. Bij John zijn familie gelukkig ook. Wel zijn er enkele mensen gestorven die wij kenden door het Corona virus. Ook 4 liefhebbers van kring Oss zijn overleden door het virus. Het waren wel liefhebbers die op leeftijd waren maar dan nog is het verschrikkelijk erg. Maar hopen dat het allemaal snel voorbijgaat.

Met de duiven gaat het goed, ik denk echter dat we voorlopig nog niet aan het spelen zijn maar laten we hopen dat we in juli aan het korte seizoen mogen kunnen beginnen. Anders haalt het niet veel meer uit als we nog later van start gaan”. 

Hoe verzorg je de duiven nu?

Henri van Doorn: ”Ik voer de duiven nu 1 x per dag en laat ze los 1x per dag een uurtje los zodat ze toch een beetje in conditie kunnen blijven. Voor het eerst doe ik ook nu de oude duiven verduisteren. Nog nooit gedaan maar als het allemaal later gaat beginnen en ze zullen de competitie tot eind september laten doorlopen voor de oude en de jonge duiven dan ben je op tijd uitgespeeld als je niet verduisterd hebt.

Met het opleren zijn we ook nog niet begonnen. Daar is nog tijd genoeg voor als we weten wanneer we mogen beginnen. Ik laat het nu allemaal zo rustig mogelijk in de hokken. De duiven zijn nu ongeveer een week of 3 van de jongen af en over een week of 2 mogen ze een dag bij elkaar. Doel is om de doffers en de duivinnen en vooral de jaarlingen goed gekoppeld te laten blijven.

Voor de rest blijft het afwachten. Als je weer eens naar Nederland mag komen, de koffie staat klaar”.

Natuurlijk vroeg ik ook mijn grote vriend en concurrent Cor Buis Junior uit Aalsmeer naar zijn antwoorden op mijn twee vragen (en nog een paar meer). Wie mijn weekstukken door de jaren heen gevolgd heeft weet hoe hard Cor al dan niet in samenwerking met zijn vader speelt en speelde. “Voor Buis zitten”, is vroeg zitten was en is al vele jaren het adagium in Aalsmeer.

Wat denk je van het seizoen?

Cor Buis: “Het leven in Aalsmeer gaat eigenlijk wel z’n gangetje. Het is alleen wel even wennen als je maar met een paar mensen tegelijk in een winkel mag zijn en dat soort dingen. Het went gek genoeg ook wel weer een beetje. Ik werk nu al een maand thuis en de verkoop loopt redelijk door, we verkopen natuurlijk wel minder maar het is te overzien. Maar gelukkig geen lock doen zoals bij jullie. 

Ik denk dat we misschien rond juli gaan beginnen en dan jonge en oude duiven samen laten vliegen”.

Hoe verzorg je de duiven nu?

Cor Buis: “Ik laat de ouden nu elke dag los en laat ze 1x per week een nacht bij elkaar en soms ook samen los. Ik verduister ze niet, de rui neem ik voor lief. Ik heb eigenlijk niets veranderd in het systeem, want als het begint wil ik er meteen staan.

Mochten we niet gaan vliegen is dit ook geen ramp. Ik heb dit jaar niet alle broedhokken vol, dus als ik er een paar uitdoe voor de kweek of toch nog weg dan kan ik de helft aanvullen.

Ik moet dan alleen wel proberen de jongen heel goed op te leren. Die vliegen trouwens ook al lekker. Ze worden weer ouderwets de hele middag buitengesloten. Gelukkig kan dit nog bij mij. Er vliegen er dik 50 al heel goed. Ik denk 2 uur over de hele middag met wegtrekken, etc. Zoals je graag ziet. De jongen zijn in jaren niet zo vlot geweest als nu”.

Als laatste van een groep bekende spelers laat ik een andere grote naam uit het Zaanse aan het woord. Ruud Moes is voor iedereen in duivenland Nederland inmiddels een bekende naam. Ruud is naast een gekend kampioen ook en vooral een innovatieve melker. Hij probeert altijd iets nieuws uit of zoek de grenzen van de regels op. Zoals bijvoorbeeld het geval was toen hij zijn “040” kwalificeerde voor de Olympiade door haar te spelen op enkele taartvluchten. Ook in het geval van de coronacrisis lijkt hij een andere aanpak te kiezen dan de meeste andere melkers. Hieronder zijn relaas. De antwoorden op de vragen waren kort en lopen een beetje door elkaar heen maar dit maakt het er niet minder interessant op.
Wat denk je van het seizoen?

Ruud Moes: “Ik hoop op een start op 6 juni maar ik denk het niet. Wel werk ik hier naartoe. Ik heb daarom mijn duiven zeer laat gekoppeld. Veel later dan anders. Ze zitten nu (medio vorige week) allemaal op een jong. Ook heb ik de ramen opengezet. Ze kunnen dus de hele dag los. Voor de juiste training ze wisselen zichzelf af. Wel heb ik 4 aanvallen gehad van de roofvogel”.

Hoe verzorg je de duiven nu?

Ruud Moes: “Het is zaak Verduistering erop houden. Tot juni, dan kan je simpel in oktober nog vliegen. Je moet verschuiven. Dat is rekenen. Ze moeten nog op een volle vleugel staan in september”.

In dit overzicht van bekende en iets minder bekende liefhebbers ontbreekt een naam die u waarschijnlijk wel verwacht had. Echter ik heb mijn goede vriend Willem de Bruijn deze vragen niet voorgelegd. Simpelweg omdat eenieder zijn plan van aanpak al een paar weken (gratis) kan lezen via de PDF-versie van Sportblad De Duif.

Een PDF-versie die wekelijks op de site van deze duivenkrant geüpload wordt. In zijn column “Willem’s wel en wee” geeft Willem iedere week gedetailleerd weer hoe hij deze Coronatijd beleeft. Tevens geeft hij letterlijk weer hoe hij de verzorging van zijn duiven op dit moment aanpakt. Leerzaam en duidelijk. Een herhaling in dit weekstuk is dan ook niet nodig.

OP EIGEN HONK

Zitten we inmiddels al ruim 3,5 week min of meer opgesloten en hebben we nog minimaal 2,5 week te gaan! Er valt werkelijk niet meer hierover te melden. Het is gewoon een kwestie van het uitzitten.

Gelukkig is er veel vermaak te vinden via Internet en Netflix. Zo keek ik de series over de Formule 1 en over de Movistar-wielerploeg. Ook zie ik veel oud beeldmateriaal via YouTube.

Daarnaast is er een onophoudelijke bron aan informatie via Twitter.

Kortom ik kom de tijd wel door mede omdat een aantal Nederlandse duivensportvrienden mij nog steeds goed op de hoogte houdt over het wel en wee in bestuurlijk duivenland.

Volgende week zal ik er weer eens wat over schrijven want hetgeen mij gisteren ter ore kwam deed mij haren weer te berge rijzen.

Tot volgende week,

Groet,

Michel