- dinsdag 24 januari 2017
Peter met kleinzoon
Peter Crans, Den Helder, scoorde een clean sweep op Argenton!
Op een frisse zaterdagochtend toog uw verslaggever van Aalsmeer naar Den Helder om eens uitgebreid te spreken met Peter Crans. Peter is een van de vedettes uit Den Helder die ondanks hun enorme overvlucht van meer dan 70 kilometer uitstekende resultaten boeken. Het bijzondere aan Peter Crans is dat hij dit vooral realiseert als er sprake is van donderdaginkorvingen en bij voorkeur op de langste en zwaarste vluchten van het seizoen. Niet alleen pakt deze brandweerman in ruste op deze vluchten vroege duiven ook scoren zijn duiven duizelingwekkende percentages.
Op de laatste eendaagse fondvlucht vanuit Argenton toonden de duiven van Peter helemaal hun klasse en vermogen. Op een afstand van ruim 743 kilometer arriveerden ze als ware het een Vitessevlucht. In 20 minuten klokte hij er 8 van de 12 en een uur na zijn eerste duif klokte hij nummer 12. Een clean sweep zouden de Engelsen zeggen, dat wil zeggen alle gespeelde duiven in de prijzen! Een zeldzaamheid in de duivensport vooral op een vlucht van een dergelijke afstand en met 12 duiven mee.
De rui Schiet al aardig op
De uitstekende uitslagen leiden indien het er maar voldoende achter elkaar zijn vanzelf tot aansprekende kampioenschappen. Hiervan was in het seizoen 2016 absoluut sprake want Peter behaalde het 1e kampioenschap van de afdeling Noord Holland op grond van de hokprestatie! In dit kampioenschap worden de door alle in concours geklasseerde duiven behaalde punten gedeeld door het aantal gespeelde duiven. Ook met de jonge duiven bewees Peter dat hij weet wat het is om zijn duiven goed te spelen. Hij werd bij dit spel 3e in het reguliere afdelingskampioenschap (volgens de oude NPO puntentelling).
Hoog tijd om eens te achter halen hoe Peter zijn duiven zo snel naar de Marinestad laat komen! Bij de eerste kop koffie zat Peter direct op zijn praatstoel. Wat volgde was een gedreven en lang relaas. De belangrijkste zaken zijn hieronder weergegeven.
De Liefhebber. De 58-jarige Peter Crans zit al ongeveer zijn hele leven in de duivensport. Het ging altijd al crescendo op zijn oude adres, maar sinds zijn verhuizing naar de Johannes Brinkostraat in 2008 heeft de rest van Noord Holland en zelfs het hele land kennis gemaakt met deze duivenvakman uit Den Helder. De zeer gedreven duivenman besloot in 2010 om zich gezien de beperkte ruimte (het vlieghok is slechts 3 meter bij 1,8 meter, waarvan 1,60 bij 1,80 beschikbaar is voor de jonge duiven en 1,40 bij 1,80 beschikbaar is voor de oude duivinnen) te specialiseren op de eendaagse fond en het jonge duivenspel. Tevens werd er toen besloten om met de oude duiven slechts te spelen met de duivinnen. Het doel was om hard te spelen met weinig duiven en bij de provinciale top te komen en uiteindelijk een NPO vlucht in afdelingsverband te winnen. D.w.z. niet alleen de snelste van de regio Noord te hebben, maar de snelste over alle duiven.Deze laatste doelstelling is nog niet gerealiseerd maar de doelstelling om bij de provinciale top te komen wel.
Blakende conditie
Het bereiken van zijn doelen is dan ook geen toeval want Peter is 24 uur per dag met de duiven bezig. Als hij er bijvoorbeeld ’s nachts van wakker ligt staat hij op om zijn gedachten vast te leggen in het vliegplan dat hij voor ieder seizoen maakt. Dit plan vormt overigens slechts een leidraad maar het opschrijven “geeft de geest rust”.
Naast eigen ideeën worden echter ook de nieuwtjes en weetjes van anderen minutieus vastgelegd. Als Peter iets leest of hoort via de vele contacten die hij inmiddels heeft opgedaan legt hij het vast. “Om het niet te vergeten”. Dit betreft dan vooral zaken over het jonge duivenspel. Deze documenten met “weetjes” worden in het seizoen vervolgens regelmatig doorgelezen. Een voorbeeld van zo’n weetje is het opspuiten van water bij de eerste (wed)vlucht van de jonge duiven om uitdroging te voorkomen. Dit tekende Peter ooit op bij een forum met Falco Ebben en sindsdien wordt dit toegepast. De junioren blijven hierdoor bij warm weer zelfs later op de dag nog fit thuiskomen.
De melker Crans wordt daarnaast gedreven door een ongekend sterke wil om te winnen. Hij is tot in zijn tenen gemotiveerd om de duiven hard te laten vliegen en niets is hem hiervoor te veel. Hij wil in het seizoen “niet verslappen”, mede omdat de lokale concurrentie ook bepaald niet stil zit. Voorbeelden die de drive illustreren volgen in de loop van dit verhaal.
De duiven. Peter besloot dus in 2010 zich te gaan toeleggen op de eendaagse fond. Hiervoor moesten er natuurlijk geschikte duiven komen. In het verleden ging dit vaak mis maar op zijn huidige adres was zijn eerste aankoop een schot in de roos. Via een internet veiling werd zijn inmiddels best wel beroemde “Okidoko” aangeschaft bij een liefhebber uit Urk. Deze liefhebber had het zomerjong van 2009 gekocht bij Arie Dijkstra uit Oudwoude maar moest vanwege financiële problemen verkopen.
Peter die toen nog als brandweerman actief was had in die tijd alle tijd van de wereld om internet uit te pluizen en kocht deze doffer. “Mijn duurste duif ooit”, aldus Peter. Spijt zal hij er niet van hebben gehad. Okidoko is een broer van Okidoki en een zoon van Dijkstra’s beroemde koppel “Leonardo x Tinkelbel”.
Bij Peter werd Okidoko gekoppeld aan Adonia, afkomstig van Rens van der Zijde en zwaar ingeteeld richting de “Invincible” van Ad Schaerlaeckens. Inmiddels hebben kinderen van dit koppel al drie keer een 1e NPO Noord gevlogen en al tweeëntwintig keer Teletekst. Het mag dan ook geen verwondering wekken dat in het kweekhok met een bestand van elf koppels negen kinderen van Okidoko zitten plus nog eens vijf rechtstreekse Arie Dijkstra duiven. Vaak wordt Okidoko ook nog even gekoppeld aan andere duivinnen om de bloedlijn ook later vast te kunnen houden.
In iedere koppeling zit op dit moment wel 75% Dijkstra plus een beetje Adonia! Om niet vast te lopen is Peter naarstig op zoek naar nieuw bloed. Vaak lukt dit niet maar de eerste signalen met de laatste aanwinsten van Dolf en Ruud Bakker uit Veenendaal zijn bijzonder hoopgevend. Peter hoopt door het verrassingseffect van het Koopman-soort en het uithoudingsvermogen van de Dijkstra duiven een duif te kweken die op de achterhand een zware NPO vlucht kan winnen, in afdelingsverband en niet alleen in Noord. Twee duiven uit deze nieuwe koppeling pakten op de jonge duiven klassieker vanuit Fontenay al vroeg.
Het systeem. De filosofie achter het (voer)systeem is dat de duiven fit en met voldoende reserve beginnen aan de vluchten waarom het gaat. Dit zijn de zes eendaagse fondvluchten en hierop mag het niet misgaan. Tenminste er wordt alles aangedaan om dit te voorkomen. Het hebben van voldoende reserves is dan van vitaal belang. Om deze reden zijn de duiven altijd aan de zware kant! ’s Winters, maar ook op de Vitessevluchten.
De broedhokken
In de winter, na het scheiden, komen de duivinnen om de dag los. Dit was al zo toen Peter nog 24 uurs diensten liep bij de brandweer en dit is zo gebleven. In de winter zitten de duiven overigens lang bij elkaar in het gedeelde duivinnen- en jonge duivenhok omdat er voor het seizoen niet gekoppeld wordt. Dit leidt er soms zelfs toe dat de duiven op de vloer gaan nestelen. De beste jongen van het seizoen 2016 werden op deze manier geboren. Het waren als het ware winterjongen geboren uit duiven die nooit gescheiden waren. Op deze wijze worden er toch nog jongen uit de betere vliegers gekweekt.
Ruimte gebrek laat dit in het voorjaar namelijk niet toe. De vakjes in het duivinnenhok fungeren als broedhok, maar deze zijn te klein om duiven in te koppelen. Ook bezit Peter altijd een tien tot twaalf doffers tegen va zo’n vijfentwintig duivinnen. Het koppelen geeft dusdanig veel ellende dat dit achterwege wordt gelaten. Het samen zitten wordt dus beperkt tot de ruiperiode. Als de duiven samen zitten worden ze niet losgelaten omdat ze anders gaan lopen slenteren en dit gedrag is niet gewenst. Na de grote rui wordt de bodembedekking, in de vorm van hennepvezels, verwijderd en worden de duiven gescheiden. Tegelijker tijd wordt dan het hok zeer grondig gereinigd. Op een winderige dag gaan de pannen letterlijk van het dat en wordt het stof door middel van een bladblazer weggeblazen.
Nadat de duiven gescheiden zijn vliegen ze weer om de dag uit en richting het seizoen wordt het loslaten regelmatiger. Na een maand vliegen de weduwen iedere dag uit. Er wordt niet gejaagd maar er wordt wel goed op toegezien dat de duiven zich als een team gedragen. “Ze moeten marcheren als een team”, aldus Peter. Een spelbreker gaat er onherroepelijk uit.
Als de duiven goed beginnen te trainen gaat de vlag op het hok en de ballon op het dak. Deze ballon kennen de duiven nog uit hun geboortejaar. Deze ballon wordt uit het zolderraam gehangen om te voorkomen dat de jonge duiven op het dak van het huis landen zodra ze echt beginnen te vliegen. Peter dwingt ze dan om direct op het duivenhok te vallen. De junioren die op het verkeerde dak vallen worden net zo lang weggejaagd totdat ze uiteindelijk allemaal op het goede dak, lees de grote klep vallen. Het is een inspannende klus omdat vele keren per dag/ochtend naar de zolder moet worden gelopen maar na een week valt 80 tot 90% van de jongen dan in één keer op de klep.
Wegens een allergie is stofmasker vaste kost
De oude duivinnen vliegen in de maand voor aanvang van het Vitesse seizoen ongeveer een uur per dag. Om deze training te realiseren worden ze in maart al vol gevoerd. De dames wegen dan nog wat te zwaar maar dit wordt als gunstig ervaren voor later in het seizoen. De Vitesse vluchten worden slechts gebruikt als training en de duiven behouden hun reserves.
Ze worden na de Vitesse vluchten ook niet ontsmet. Ze krijgen slechts natuurproducten zoals Ovo-crack (boterzuur), Lugol en Methiocol om de natuur een handje te helpen. Het medicijngebruik wordt achter de hand gehouden voor de periode waarin het draait om de knikkers. Ook wordt in het voorjaar en tijdens de eerste vluchten de vorm gedrukt door het raam richting de volière/supergrote spoetnik (zie foto) op half te zetten. “Vorm in het voorjaar is dodelijk”, aldus Peter. “Er moet slechts supervorm zijn op de vluchten waarom het draait”. Het raam wordt dan ook ten tijden van de piekperiode in het seizoen gesloten. Als dit raam dicht is gaat ook direct het licht aan. Licht is ook energie/vorm!
De hele ploeg vliegt na een paar kleine lapvluchtjes de Vitessevluchten. Als ze beter worden gaan ze ook langer trainen, d.w.z. zo’n zeventig minuten. Ook gaan ze veel harder vliegen. “Het echte trainen”, volgens Peter. Ze zijn dan soms wel meer dan een half uur uit het zicht. “Ze zoeven twee a drie keer langs en zijn dan weer weg om vervolgens weer hard en hoog terug te keren”. Twee weken voor de eerste dagfondvlucht vliegen de duiven dan ongeveer anderhalf uur. Ze krijgen door de duiven van de buren vaak nog wat extra training omdat die ietsje later hun vrijheid krijgen.
In die zelfde periode wordt voor het tweede keer in het seizoen een bezoek gebracht aan dierenarts Nanne Wolff uit Wezep voor een gezondheidscontrole. De eerste controle vindt ruim voor het vliegseizoen plaats maar er moet wel sprake zijn van ernstige besmetting wil er na de eerste controle worden ingegrepen. De gedachte is wederom om “alles te bewaren” voor de periode waar het om draait.
Als de duiven bij de tweede controle wat mankeren wordt er dan wel opgetreden, want er mag niets fout gaan in de periode van 10 tot 12 weken van het Dagfondseizoen. Om die reden wordt in dit seizoen nog twee keer naar Nanne gereden. Dit is altijd op de maandag na een Dagfondvlucht zodat de duiven kunnen herstellen van eventueel medicijngebruik. Als de duiven een keertje niet goed presteren wordt er zelfs nog een extra bezoekje gebracht. Een bezoek aan Wezep betekent overigens 2 uur heen en 2 uur terug! Over drive gesproken!
Als de witte jas iets constateert is dit meestal Het Geel of een lichte luchtweg aandoening. Hier wordt dan tegen opgetreden door als eerste een geelpil op te steken en vervolgens 2 dagen na te kuren met een mengsel van Ronidazole en Lincospectin in de drinkbak. Een beperkt aantal duivinnen werd het afgelopen jaar ook op de Midfond gespeeld en deze duiven kregen dan de geelpil pas na thuiskomst van de Midfondvlucht. Het afgelopen seizoen kreeg Peter ook iets mee voor de koppen, maar wie denkt dat onze kampioen een “medicijnman” is komt bedrogen uit. Uit de humane sport heeft Peter geleerd dat antibiotica de conditie sterk doet afnemen dus kuurt hij slechts wanneer er iets geconstateerd wordt!
Voor het overige probeert hij problemen te voorkomen. Om darmproblemen voor te zijn wordt in het seizoen het hok tot wel drie keer per dag schoongemaakt. Ook wordt het hok vrijwel dagelijks droog gebrand (Peter blijft tenslotte een ex-brandweerman). Ook worden de duiven in de rui gekuurd tegen de Paratyfus waarna enkele maanden later nog een enting volgt. In het kader van het preventief optreden wordt er ook geënt tegen de Paramyxo en wordt het kwastje jaarlijks gehanteerd om de pokken voor te blijven. Zoals reeds eerder geschreven er wordt alles gedaan om te voorkomen dat er in het seizoen iets mis kan gaan! De kwekers krijgen behoudens de entingen het hele jaar geen medicijnen! Zij moeten zorgen voor nageslacht met een goede natuurlijke weerstand.
Een ander onontbeerlijk aspect in de verzorging en begeleiding vormt het gebruik van rookbommen. Op zondagavond vier dagen voor de inkorving van de Dagfondvlucht. Aanvankelijk wilde Peter voor iedere Dagfondvlucht een rookbom afsteken maar in de praktijk is het vier keer gebeurd.
Weer een andere belangrijke pijler in de voorbereiding op de “Daagse fond” is het gebruik van de verwarming. Op woensdagavond voor de inkorving gaat na het loslaten de verwarmingsplaat aan. Ook hoog zomer. Het wordt en blijft dan de laatste 24 uur zo’n 25 tot 30 graden in het hok. De gedachte hierachter is dat de duiven geen enkele energie verspillen.
Op de dag van de inkorving worden de duiven niet losgelaten. De duiven in Den Helder moeten al vroeg worden ingekorfd en het voorkomt bovendien energieverlies. Daarnaast biedt het Peter de gelegenheid om de duiven helemaal op punt te zetten. De donderdag is voerdag. Deze dag worden de dames niet opgesloten maar krijgen ze na een kleine voerbeurt ’s morgens eerst een bad. Vervolgens worden ze ieder uur een klein beetje gevoerd. Net zolang totdat ze niets meer lusten van de “gewone” mengeling. Vanaf 12:00 uur gaat er geen korrel voer meer in. Hierna krijgen ze in kleine porties snoepzaad en andere vette zaden om af te sluiten met pinda’s. “Bij de inkorving zit de krop dan bomvol, zijn de veren superzacht van het water en staan de spieren helemaal bol. Direct na het inkorven gaan ze dan ook direct liggen in de mand”Crans .
Na thuiskomst krijgen de duiven elektrolyten in het water, plus wat magnesium over het voer om de spieren te laten herstellen. Zwaar uitgeputte duiven krijgen een individuele behandeling door ze wat babyvoeding op te spuiten.
deel 2 op 29-01-2019