Zondag 30 april 2017. Op de dag die vroeger door het leven ging als Koninginnedag blaast er vanmiddag een krachtige Zuidoosten wind. Een windkracht van vijf beaufort met uitschieters naar zes. Deze windrichting zorgt voor een aanzienlijke temperatuurstijging want bij ons is het op dit moment (vier uur in de middag) nog zo’n 18 graden Celsius. Een heel stuk beter dan de laatste weken en vooral de laatste dagen van vorige week. Het lijkt echter een opleving van korte duur want voor de komende dagen wordt weinig zon voorspeld en komt het kwik niet veel hoger dan 13 – 14 graden Celsius.

We hebben dus geluk  gehad dit weekeinde vooral degene die op zaterdag hun wedvlucht afwerken. Toen kwam de wind ten tijden van de vluchturen niet of nauwelijks in de oosthoek. Degenen die vandaag (zondag) een vlucht afwerkten troffen het al minder. Ik keek vanmorgen een tweetal Vitessevluchtjes bij een sportvriend in Sint Job in ’t Goor en daar hadden de jaarlingen die Noyon vlogen het niet echt makkelijk. Niet alleen bij hem, maar bij veel liefhebbers in zijn directe omgeving. Ook de Nederlandse duiven die deze vluchtjes afwerkten zullen het niet eenvoudig gehad hebben, al dient te worden opgemerkt dat de jaarlingen die goed liepen wel behoorlijk op tijd op het appel waren.

20170430_122704

Het verhaal van de Noord Hollandse vlucht lag echter deze week niet op zaterdag, al vraag ik mij af hoe de wind uiteindelijk gestaan heeft? De vroegste duiven vallen aan de kust in de voorhand. Vermoedelijk heeft de Zuidelijke wind de duiven toch langzaam vanuit Quievrain naar de Westkant van de afdeling gebracht waarna de naar West ruimende wind de snelheid er een beetje uit gehaald heeft. Maar goed het echte verhaal van de vlucht lag op vrijdag.

Op de dag van de inkorving probeerden de Noord Hollandse verantwoordelijken te anticiperen op de risicorijke weersvoorspellingen, in combinatie met onze losplaats welteverstaan. De geprogrammeerde losplaats Quievrain zorgt al jaren voor slecht verlopende vluchten met veel verliezen als de wind met enige kracht blaast uit richtingen tussen Zuid en Oost. De Noord Hollandse Duiven komen dan vroeg op de Belgische kust terecht en vervolgens zorgt de natuurlijke trek naar huis er voor dat een aanzienlijk aantal duiven boven zee terecht komt. Met alle gevolgen van dien. Iets dat voor andere windstreken niet te begrijpen is, simpelweg omdat de duiven uit die afdelingen door de keuze van de losplaats en of de trek niet of nauwelijks boven zee kunnen komen.

In Noord Holland (en in mindere mate Zuid Holland) speelt dit probleem al sinds jaar en dag en de verantwoordelijken wilden dit in mijn ogen terecht voorkomen. Men vroeg daarom in de loop van de morgen bij de NPO lossingsvergunningen aan voor zowel Isnes als Chimay. Meer Oostelijk gelegen losplaatsen met een vluchttraject over veilige grond. Duidelijk risicomijdend als je het mij vraagt en wellicht was het te voorzichtig. Echter in mijn ogen kun je nooit voorzichtig genoeg zijn met het welzijn van onze duiven. Voor het eerst in jaren ook dat door een bestuur in deze tijd van het jaar deze beweging werd ingezet. Klasse!

Echter het mocht niet zo zijn. De NPO stak er een stokje voor. Men vond de voorspelde weersituatie op zaterdag geen calamiteit en wilde niet op het laatste moment lossingsvergunningen vragen/afgeven voor genoemde stations. Iets dat om een nadere toelichting vroeg aangezien bij de NPO ook het dierenwelzijn hoog in het vaandel staat.

Normaal ben ik niet het type dat naar de telefoon grijpt om uitleg te vragen, echter deze week wilde ik er meer van weten. Gezien de goede relatie die ik met de voorzitter van de NPO onderhoud leek het mij daarenboven niet ongepast hem dit te vragen.

Met enige vertraging spraken we elkaar en Maurice legde mij uit dat de NPO het risicomijdend gedrag an sich ondersteunde maar dat het tijdstip voor de wijziging van de losplaats simpelweg te laat was. Bovendien had hij zich door de weerspecialisten laten informeren over het risico van de lossing op Quievrain en de conclusie getrokken dat het zaterdagmorgen wel mee zou vallen gezien de voorspelling die Meteo Consult af gaf.

Het zou volgens de voorzitter een kwestie zijn van het juiste lostijdstip kiezen. Een tijd waarop de inversie was opgelost en waarbij de wind nog niet naar de Oosthoek gedraaid was. Iets waarin hij alle vertrouwen had en dat achteraf terecht bleek. Daarnaast meldde onze nationale leidsman mij dat er met de Belgische bond in het kader van een betere samenwerking was afgesproken dat losplaats wijzigingen uiterlijk woensdag moeten worden doorgegeven. Iets waar ook wel weer iets voor te zeggen valt want iedere rechtgeaarde duivenliefhebber wil toch wel op tijd weten wanneer er een lossing in zijn achtertuin plaatsvindt. Ook in België.

Bovenstaande neemt echter niet weg dat we tijdens het telefoongesprek van vrijdagavond laat lang spraken over risico’s mijden en risico’s opzoeken in combinatie met de vlieglijn en wind. In dit kader wist de voorzitter mij te melden dat er gewerkt wordt aan een alternatieve lijn voor de lijn Roodeschool – Parijs voor de gevallen dat de wind uit een gevaarlijke richting waait. Deze alternatieve lijn waarop de losplaatsen mogen liggen wordt kenbaar gemaakt zodra ook de “tool” die vliegroutes (en hopelijk verlopen) in kaart brengt operationeel is. Hierdoor kunnen kruislossingen of zich vermengende lossingen hopelijk worden voorkomen.

Een goede zaak als je het mij vraagt. Niet alleen voor moeilijke omstandigheden maar ook voor de “gewone” lossingen. Al weken verbaas ik mij over de losplaatsen die enkele Oostelijke en Noordelijke afdelingen kiezen. Dit weekeinde bijvoorbeeld stond de afdeling Oost Nederland ook in Quievrain en met de losplaatskeuze in combinatie met het lostijdstip nam men in mijn ogen veel risico. Evenals vorige week op Asse Zellik overigens. Nu loste men op Quievrain 15 minuten nadat de Noord Hollandse duiven in vrijheid gesteld waren. Ik vraag mij oprecht af waarom men niet een kwartiertje langer wacht als de duiven zo’n andere richting op moeten. Voor zover ik het kon overzien had dit makkelijk gekund want het weer op de losplaats was en bleef prima. Een en ander had betekend dat ook de duiven van afdeling 8, de GOU, een kwartiertje later gelost zouden moeten worden. Gisteravond waren er nog wel her en der wat duiven onderweg (niet bij mij)  en het vermoeden bestaat dat deze gemengd zijn met de duiven van de duiven van Oost-Nederland. Zeker weten doen we dit natuurlijk niet maar het risico was te vermijden en mijn standpunt over het mijden van risico’s heb ik hierboven al geschreven.

De vlucht vanuit Quievrain verliep over het algemeen voorspoedig. De duiven vielen vlot en voorspelbaar. De snelste was voor de zoveelste maal in zijn carrière voor Joop Jansen uit Haarlem. Joop is al jaren een topper op het korte werk en bewijst dit ondanks het stijgen der jaren jaar op jaar. De winnaars per kring:

Kring 1: Gerard Tromp, Castricum 1514 mpm

Kring 2: Jelger Klinkenberg, Schermerhorn, 1499 mpm

Kring 3: Joop Jansen, Haarlem, 1539 mpm

Kring 4: Van Vliet – Mastrigt, Schiphol Rijk, 1538 mpm

Kring 5: John van Duren, Amstelveen, 1537 mpm

Letten op de Vitessevluchtjes in België/Vlaanderen

De laatste jaren probeer ik steeds een paar vluchtjes te letten bij sportvrienden. In dat kader reis ik ook als het qua planning past een keertje per jaar af naar mijn sportvriend Peter van Oerle in Sint Job. Peter is een prima man met prima duiven zoals veel sportvrienden al weten en het is er bovenal goed duiven letten. Vanaf het terras kun je de duiven prachtig zien komen. Bovendien korft hij in deze tijd van het jaar op twee vluchtjes in dus binnen korte tijd kun je twee keer duiven zien vallen. Prachtig.

Tussen de vluchtjes door maakten we nog even van de gelegenheid gebruik om bij sportvriend Herman Bevers te gaan buurten. Herman woont vlakbij en speelt normaal gesproken de pannen van het dak dus vond ik het bijzonder aangenaam om ook daar even te kijken, een praatje te maken en snel een bakje koffie te drinken. Het was prachtig om te zien hoe Peter, Herman en twee Vlaamse letters respectvol spraken over de aankomsttijden van de duiven van de andere inkorvers die hen voor zaten.

20170430_112143

Op de tweede vlucht vanuit Noyon hadden de jaarlingen het wat moeilijker en lagen de aankomsten na de eerste 10 duiven (van de 22) behoorlijk uit elkaar. Een mooie gelegenheid om nog even “te melken” met de gedreven sportman Peter.

OP EIGEN HOK

Was er vrijdag grote onzekerheid of ik mijn jaarlingen zou inkorven. Zoals bekend haat ik vluchten met Zuidoosten wind en zeker vanaf Quievrain en Peronne of Roye. Na alle weersites bestudeerd te hebben nam ik het risico ze wel in te manden. Mijn nakende afscheid van de sport maakte deze beslissing iets makkelijker maar toch sliep ik onrustig. Gelukkig was de wind bij lossing nagenoeg afwezig en draaide deze onderweg al snel naar Zuidzuidwest om op het laatste stuk nog verder door te draaien naar West. Niet sterker dan windkracht twee overigens.

Door de zwakke en draaiende wind lieten de duiven iets langer op zich wachten dan op voorhand gedacht. Na een lossing om 9:30 uur betekende een aankomsttijd van 11:20 uur een snelheid van 2000 mpm (onmogelijk) maar betekende een snelheid van 1666 mpm een aankomst tijd van 11:43 uur. Het werd uiteindelijk 11:54 uur voordat de eerste duif zich boven het hok meldde. Bij melden bleef het echter want het nerveuze dier kwam zo ongeveer nooit in de positie om op de klep te vallen. Wat dit veroorzaakte weet ik nu nog niet.

Wellicht vloog er een roofvogel juist buiten ons zicht want toen na ongeveer anderhalve minuut zich vijf andere duivinnen melden vielen deze ook niet direct. Gelukkig was het uiteindelijk een zomerjong dat de ban brak. Ze viel op het dak van het kleine hok en deed met deze beweging de andere vijf duiven ook vallen. Uiteindelijk werden er twee duiven in dezelfde seconde geklokt. Goed voor plaats twee tot en met zes in de club en alle zes bij de eerste 27 duiven in de kring tegen 2985 duiven, te beginnen met een 15e.

Jammer maar het had veel slechter kunnen uitpakken want ook de andere duiven durfden op de een of andere manier niet te vallen. Direct nadat de eerste zes duiven geklokt waren vlogen er weer tien dames in de rondte. Hiervan vielen er mondjesmaat een paar op het hok, ondertussen groeide het rondvliegende groepje voortdurend aan tot een stuk of tien twaalf. Hopeloos.

Hoopgevend was dat het vrijwel allemaal jaarlingen waren die als eerste arriveerden. Ze komen er wellicht een beetje door. Nadeel hiervan was dat pas de zesde duif een puntenduif was voor de kring en afdeling. Het is echter niet anders en ik ga gewoon op de gekozen weg door. De enige verandering die ik deze week doorgevoerd heb is om de duiven lang bij de doffers te laten. Hierdoor vormen zich wellicht nog een aantal nieuwe koppels en wordt de liefde tussen de bestaande koppels wat groter. Aangezien duivensport de sport van de hoop is, hoop ik dat deze betere band tussen duivin en doffer leidt tot beter binnenlopen komende week. De tijd zal het leren.

Tot volgende week,

Michel Beekman

P.S. De opnames van de aankomsten zijn deze week mislukt. Drie seconden na het starten van de camera bleek deze al te zijn gestopt. Jammer, wellicht volgende week een nieuwe poging. Als ik zelf de aankomsten mag beleven overigens want mijn vrienden hebben een vrijgezellenfeest voor mij georganiseerd en komen mij om 13:30 uur ophalen.