- vrijdag 09 juni 2017
Zondag 4 juni 2017. Op de televisie is zojuist de eerste etappe van het “Criterium du Dauphiné” over de finish gekomen. Winnaar Thomas de Gendt toonde weer eens aan dat als je een pakketje aan klasse bezit en de inspanning niet schuwt winnen met enige regelmaat geen onmogelijke zaak is. Gewoon je plan trekken en uitvoeren als de benen goed zijn. Iets dat op een ander niveau Tom Dumoulin afgelopen weken natuurlijk ook deed. Hij koos ervoor om zijn sterkte uit te bouwen en zijn mindere punten te verbeteren. We weten inmiddels allemaal dat dit tot grote successen kan leiden.
In onze sport is het niet heel veel anders. Het is een kwestie van de juiste accenten leggen en de juiste beslissingen nemen. Persoonlijk deed ik dat de afgelopen weken niet al te best en zal hierdoor de komende weken op de blaren moeten zitten. Gedane zaken nemen geen keer en zeker in onze sport niet.
Iemand die de afgelopen weken wel de juiste beslissingen nam is sportvriend Cees van Vliet uit Kudelstaart. Als echte Vitesse en Midfondspeler liet hij zich vorige week niet in de verleiding brengen om aan de Dagfondvlucht deel te nemen ondanks dat dit impliceerde dat hij “geen sport” zou hebben door het ontbreken van een korte vlucht. Door persoonlijke omstandigheden had Cees zijn duivinnen niet in kunnen spelen en aangezien zijn doffers meer dan goed liepen op de Vitesse (3 overwinningen in Kring 4) liet hij de hele ploeg thuis. Ook bracht hij ze niet op zaterdag weg maar op maandag toen de temperatuur wat gezakt was. Het resultaat van deze keuzes mocht er zijn, wederom de snelste in Kring 4 zoals het er nu naar uit ziet en misschien zelfs de snelste van de afdeling (uiteindelijk de 1 na snelste, de snelste viel weer in Zandvoort waar de combinatie Paap en Paap voor de tweede maal de snelste waren op de Midfond. Knap).
Waar het vorig jaar sportvriend Cor Buis was die de overwinningen aan elkaar reeg is het dus nu de beurt aan streekgenoot Cees. De teller staat bij hem inmiddels dus op vieroverwinningen. Bijkomend feit is dat zijn ploeg door de juiste beslissingen nog geheel in tact is. Met Cees zal ook de rest van het seizoen nog meer dan serieus rekening moeten worden gehouden.
Dit laatste zal zonder twijfel ook gelden voor die andere sportvriend die ik afgelopen week opzocht. Ik bezocht afgelopen dinsdag de “Wille Wortel” van de Den Helderse duivensport, Cees Nagel. Een echte topspeler op, vooral, de Dagfond. Cees had bijvoorbeeld vorig jaar de asduif Dagfond in de afdeling en stond op dit onderdeel bij de afdelingskampioenen en ook bij de NPO-kampioenen. De afspraak om Cees eens op te zoeken en te kijken naar zijn bijzonder vindingrijke wijze van duiven houden stond al jaren. Het was er tot aan afgelopen week echter door diverse redenen nog niet van gekomen om daadwerkelijk naar Den Helder af te reizen.
Deze week werd ondanks het katterig verlopen weekeinde en een griepaanvalletje op maandag toch op dinsdag de daad bij het woord gevoegd. Ondanks dat dit de derde trip naar Den Helder was binnen twee jaar tijd blijf ik mij altijd verbazen over de af te leggen afstand. Over de weg bedraagt de afstand een kleine 90 km, door de lucht ongeveer 75 km. Een afstand die de duiven dus iedere week extra moeten vliegen. Dit alleen al vergt een inventieve manier van duiven houden. De kortste Midfondvlucht bedraagt namelijk 400 km en de kortste Dagfondvlucht bijna 600 km, terwijl de langste Dagfondvlucht dit jaar tegen de 800 km zal bedragen. Serieuze afstanden dus die er voor zorgen dat de meeste duiven in Den Helder niet wekelijks gespeeld worden.
Na een reistijd van een uur en 15 minuten was ik op de plaats van bestemming. Tijdens de koffie keken we terug op de vlucht vanuit Gien waarop Cees beperkt inkorfde (16 duiven) maar geheel tegen zijn gewoonte er 5 liet zitten. We waren het er snel over eens dat de duiven in de pittige Zuidoosten wind en hierdoor in de verraderlijke Noordzee hun grootste vijand getroffen hadden. “Het was niet zwaar maar te moeilijk”.
Ook tijdens de koffie leerde ik dat Cees Nagel, die ik al vele jaren kende als liefhebber uit Den Helder, feitelijk een 100% Fries is. Zijn beroep als leraar op een technische school bracht hem uiteindelijk ergens in het midden van de jaren zeventig van de vorige eeuw naar de marinestad. Hier werd de duivensport allengs serieuzer opgepakt. Het hok werd steeds groter, al is dat hier een relatief begrip. Het hok omvat namelijk qua afdelingen niet meer dan 4,80 meter, bij een kleine 2,0 meter diepte.
Het hok werd door de tijd heen vooral steeds ingenieuzer. Lang voordat de mechanische verluchting gemeengoed werd op kleine dichtbevolkte hokken werd dit door Cees gebouwd. Ditzelfde gold voor de mechanische voerbakken. Qua mechanische verluchting wordt overigens het systeem van overdruk gebruikt. Waar vele andere hokken gebruik maken van afzuiging wordt op de hokken in Den Helder lucht in het hok geblazen waardoor door de overdruk die wordt opgebouwd de vuile lucht naar buiten wordt gedrukt. Hierdoor passen er in een kleine ruimte veel meer duiven. Tegenwoordig zitten de jonge duiven wat “ruimer”, dat wil zeggen ruim 70 jongen op 1,80 meter bij 2,00 meter, maar vroeger zat deze zelfde hoeveelheid op de helft van de oppervlakte.
Ook qua ontwerp van zijn broekhokken was Cees veel sportgenoten ver voor. Waar de meeste liefhebbers pas aan het begin van deze eeuw kennismaakten met broedhokken die variabel ingedeeld en gebruikt konden worden, bouwde Nagel deze al 30 jaar geleden in zijn vrije tijd op de school waar hij les gaf “in de metaal”. Door het slimme ontwerp konden de broedhokken eenvoudig omgetoverd worden tot afsluitbare loketkasten voor duivinnen waardoor er ook hierdoor veel duiven op een kleine oppervlakte gehouden konden en kunnen worden.
Ook qua ingangen was Cees een voorloper. Hij bouwde eigenhandig zogenaamde supervallen die hij bij de introductie van het elektronisch constateren weer werden aangepast. Het was “Habru” avant la lettre. Het handige is dat de klep ook fungeert als afsluiter. Deze klep kan worden weg geklapt en hierdoor is de klep niet hinderlijk in de kleine tuin aanwezig. Om de duiven en dan vooral de jongen toch voldoende “buitenruimte” te bieden bouwde hij ook een soort “volière-flat”. Ondiep maar met meerdere lagen. Hierdoor kunnen er toch veel jongen van de frisse lucht genieten zonder dat er een echte volière in de beperkte tuin geplaatst behoeft te worden.
Ondanks dat mijn camera niet wilde meewerken heb ik getracht de interessante zaken te fotograferen omdat beelden vaak meer zeggen dan woorden.
Qua voer was en is Cees Nagel ook een echte voorloper. Hij is al jaren proefhok van de firma Matador en dit systeem wordt dan ook nauwgezet gevolgd. Een systeem dat in Den Helder getransformeerd is naar een tweewekelijkse cyclus. De duiven worden in de eerste week als het ware teruggezet om ze vanaf het begin van de tweede week weer op te bouwen. In de eerste week worden de duiven ook bijna altijd gelapt. Op een kilometer wordt niet gekeken. Zo reed Cees de week voor Gien al naar Roosendaal (bijna 180 km) en nam ik deze week een aantal duiven mee terug naar Aalsmeer om ze daar los te laten.
Al bij al vloog de tijd, zoals gebruikelijk bij een hokbezoek. Bij 14:00 uur was het hoog tijd om terug te rijden naar Aalsmeer. Immers de dagelijkse avondverzorging moest ook weer doorgaan.
OP EIGEN HOK
Hield ik deze week een beetje op mijn tandvlees duiven. De gang naar het hok viel mij zwaar vooral toen er vanaf dinsdag geen duiven meer terug kwamen vanaf Gien. Tot en met maandagmiddag bleven de duiven gestaag terugkomen nadat er op de vluchtdag 29 duivinnen op het appel ontbraken. De teller stond op maandagmiddag op -11.
Helaas stokte het dus vanaf dat moment en dat deed (en doet) best zeer. Bij deze 11 ontbrekende duiven zitten namelijk twee absolute topduiven, de 13-729 en de 12-048. Echter ook de 15-296 en de 15-303 zijn duiven die achter bleven, terwijl deze op menig hok niet zouden misstaan. Hetzelfde geldt voor de 12-972 en de 16-759. Kortom het verlies van dergelijke duiven gaf de motivatie een serieuze klap.
De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat de motivatie nog niet op peil is. Het valt mij namelijk altijd zwaar duiven te verspelen maar vooral het verliezen van goede duiven op vluchten die niet normaal verlopen kan ik slecht accepteren. Ook het lot dat deze duiven getroffen heeft maakt mij niet vrolijk. Het feit dat ik werkelijk geen enkele duivin “gemeld” heb gekregen doet mij beseffen dat deze topduivinnen of heel ver weg zitten of simpelweg verdronken zijn. Ik krijg namelijk bijna 50% van de duiven die ik verlies op of ze komen later nog na. Van groep van 11 mocht ik taal nog teken vernemen.
Omdat ik toch sportman ben en blijf heb ik er deze week maar het beste van gemaakt. Zo gaf ik de thuisblijvers en vooral de laatkomers woensdag een recuperatievluchtje vanuit Alphen aan de Rijn. Ze mochten thuiskomen op de doffer. Deze zagen ze voor het eerst sinds hun thuiskomst van Pont. Op Gien liet ik de duivinnen namelijk niet bij hun doffers simpelweg omdat er zaterdag te weinig terug waren.
Of dit motivatievluchtje iets geholpen heeft zal ik nooit weten maar de vlucht van deze week verliep redelijk. Bij het inkorven had ik nog de indruk dat ik voor spek en bonen meespeelde maar vandaag viel het alleszins mee. Althans met de tijd en dus de klassering van mijn eerste duif. Ook beleefde ik feitelijk voor het eerst dit jaar weer eens echte duivensport. De duiven kwamen mooi regelmatig. Vrijwel stuk voor stuk en ze vielen in de meeste gevallen met een aangename boog direct op het hok, lees de klep. Niet zo vlug achter elkaar als ik zou willen maar met ruim 50 duiven binnen 20 minuten was ik uiteindelijk best tevreden. Duivensport zoals duivensport bedoeld is ….
Hopelijk krijgen we de komende tijd meer van dit soort vluchten. De sport maar vooral mijn persoonlijke motivatie kan dit goed gebruiken. Hopelijk krijgen we volgende week de voorspelde Zuidwesten wind op de tweede Dagfondvlucht. Hierdoor zou ik mijn aangeslagen ploeg nog weer iets beter op de rails kunnen krijgen. Afwachten maar weer ….. Tot volgende week.
Michel Beekman
P.S. 1
De motivatie ontbrak mij nog om de duiven te voorzien van de GPS ringen.
P.S. 2
Ik was overigens nog even bang dat de inkorfdatum verplaatst zou worden naar vrijdag. Goed voor de duiven maar slecht voor mij persoonlijk.
Afgelopen vrijdag stapten mij vriendinnetje en ik namelijk na ruim 17 jaar in het bekende bootje. Het werd een geweldig leuke dag. Iedereen bedankt voor de felicitaties die we mochten ontvangen.
P.S. 3
De winnaars per Kring volgen volgende week. Op dit moment zijn nog niet alle winnaars bekend.
P.S. 4
Eventuele bezitters van nog niet verzilverde bonnen of geinteresseerde kopers van jonge duiven (voor jongen van deze periode / leeftijd € 50 per stuk) kunnen zich deze week nog melden. Hierna gaan alle jongen weg en worden de kweekduiven gescheiden.