- vrijdag 23 februari 2018
Maandag 19 februari 2018. Ja, alweer een weekstuk op maandag. Voor de vaste volgers van dit feuilleton is het wellicht een beetje afzien (ha, ha) maar met de drukke weekenden van de afgelopen weken is het even niet anders. Nadat het vorige kasteelweekeinde in het teken van de relatie en memory lane stond, was het dit weekeinde weer eens tijd om de duivencontacten wat aan te halen.
17 Februari stond daarom al een tijdje, sinds augustus 2017, omcirkelt in mijn agenda. Op deze dag was namelijk De Gouden Duif Viering in Bruchem gepland. Dit maakte het samen met het eerdergenoemde kasteelweekeinde een mooie gelegenheid om naar Europa af te reizen. Door twee bijeenkomsten voor mijn werk werd deze reis een beetje opgerekt waardoor ik uiteindelijk reeds op 31 januari op Schiphol landde en er bij leven en welzijn in de avonduren van 3 maart weer vertrek. Door het vertrek in de avonduren kan bij toeval ook nog even de voorjaarsbeurs worden bezocht. Een bijna even leuk evenement als de Gouden Duif zoals de viering in de volksmond genoemd wordt.
Alweer voor het zesde jaar in successie werd de tocht naar het mekka van de Belgische Duivensport gemaakt. Het eerste jaar reed ik ’s avonds nog terug maar de jaren daarna bleef ik het nachtje na het feest in de nabijheid slapen. Niet zoals velen in het Best Western Hotel in Lier maar in Hotel Florent, een kleiner hotel op loopafstand van de Grote Markt. Samen met de top van de Amsterdamse duivensport die dit hotel al enkele jaren eerder had ontdekt. De laatste jaren wordt ons ploegje aangevuld met een paar echte liefhebbers uit Zuid Holland. Toppers die met steeds mooiere prijzen gaan lopen. Dit jaar was dit zelfs de Zilveren Duif Nederland. Klasse Buck en Martijn.
Ons programma is ieder jaar grofweg hetzelfde. Het kent vele min of meer vaste onderdelen en rituelen. Om 9:30 uur verzamelen we bij de voerzaak van de gebroeders Fanger om na “een bakkie” op weg te gaan naar Lier. Na de gebruikelijke omweg, want we nemen altijd wel ergens een verkeerde afslag, arriveren we na het middaguur in het hotel.
Na wederom een bakkie, voor de meeste koffie en voor sommigen al een goudgele lopen we dan even door de stad. De eerste jaren zochten we nog naar een tentje maar de laatste jaren duiken we direct de pizzeria in. De ober herkende ons natuurlijk niet maar zal ons gezelschap na de gebruikelijke Amsterdamse humor wellicht wel weer voor de geest hebben kunnen halen. In een orkaan van geluid en met regelmatig een bulderende lach wordt de bodem gelegd voor een lange (feest)avond. Degenen die naar de receptie moesten waren ook dit jaar, zoals gebruikelijk, weer te laat.
De rest van de groep volgt dan een uurtje later, gelukkig is er door de goede prestaties van de reisgenoten altijd een tafel gereserveerd. Het is namelijk al ongekend vroeg druk. Dit jaar was de zaal bij binnenkomst omstreeks 16:00 uur al meer dan behoorlijk gevuld. Debet aan de late aankomst was een taxichauffeur die ons leerde dat het nemen van een extra lange route niet alleen een Amsterdamse gewoonte is. We zagen stukken van Lier en omgeving die we in de vier voorafgaande jaren nooit zagen.
Eenmaal binnen ontvouwt zich ook al jaren hetzelfde beeld. Een deel van de groep blijft in de buurt van de tafel en geniet van de muziek, de verkoop en de huldigingen. De bekenden komen vervolgens buurten want de toppers met wie ik op pad ben hebben genoeg bekendheid. Een ander deel van de groep gaat de zaal in om te spreken met hun vrienden en bekenden. Bij tijd en wijlen wordt er dan teruggekeerd naar de groep om even te horen hoe het daar staat.
Tot de laatste categorie behoor ik. Simpelweg stilzitten aan een tafel en niets doen is niet mijn cup of tea, zoals de Engelsen het zeggen. Ik wil rondlopen en even bij praten met de vele sportvrienden die ik door de jaren heen ontmoet heb. Velen hiervan komen jaarlijks naar de viering. Normaal gesproken spreken we dan even over de duiven, de plannen voor het komende seizoen en de stand van zaken in duivenland. Dit jaar was dit niet anders maar er was een extra thema, namelijk mijn ervaringen in het verre Maleisië. De belangstelling hiervoor was hartverwarmend. Ik heb het min of meer zelfde verhaal misschien wel vijftig keer, met plezier, verteld. Consequentie was wel dat mijn stem aan het eind van de avond zo goed als verdwenen was. En niet van het bier dat rijkelijk vloeide.
Vlak voor het losbarsten van de finale van het feest voltrekt zich altijd het absolute hoogtepunt van de avond. Het huldigen van de Gouden Duif winnaars per land. Dit jaar waren het voor wat betreft Nederland wederom Co en Piet Verbree die deze ongekende eer kregen. Voor het tweede achtereenvolgende jaar ontvingen ze De Gouden Duif, een kunstje dat niet velen hen voor deden (er zijn er meer maar zo op het moment schiet alleen de naam Atema mij te binnen). Zilver was er zoals gezegd voor onze “reisgenoten” Buck en Martijn de Kruijf en brons was het voor de combinatie Romein-Klein uit Rotterdam.
Imponerend bij deze huldiging blijft de kennismakingsfilm met de bombastische muziek en het volkslied aan het eind. Tijdens dit moment realiseerde ik mij dat dit ik dit voorlopig niet zal kunnen behalen. In 2017 begon het nog goed met een redelijke klassering van de bovenste drie duiven op de tweede wedvlucht maar door het vroeg in het seizoen verspelen van de vaste topduiven werd een goede klassering in deze competitie al snel een mission impossible.
Om in deze competitie goed te scoren moet je namelijk beschikken over een paar absolute topduiven. De combinatie Verbree bezit die natuurlijk al jaren en heeft zelfs een vaste strategie om zoveel mogelijk kans te maken. Voor een ieder die deze niet kent nogmaals deze strategie. Bij de bovenste drie duiven staan altijd twee vaste topduiven. De derde positie wordt ingenomen door de duif in vorm. Dit is een duif die de vlucht voordat hij of zij bij de eerste drie geplaatst wordt al heeft getoond dat de vorm in stijgende lijn is. Hiermee neemt men dan een gokje dat vaak goed uitpakt.
Na de laatste huldiging, steevast die van de Belgische winnaars, barst het echte feest los. Zelfs een deel van mijn vaste gezelschap wordt dan toch iets losser in de heupen. Als de laatste artiest of band klaar is vertrekken wij naar de parkeerplaats. Ook hier voltrekt zich een vast ritueel. Het is jaar in jaar uit blauwbekken tot er een taxi komt. Ik had er dit jaar zelfs een muts en handschoenen voor meegenomen.
Dit jaar viel het wachten en koukleumen echter mee want de rijgrage chauffeur van de heenreis gaf ons een kaartje met een telefoonnummer dat we ’s nachts konden bellen. Rond 01:30 uur arriveerden dan ook twee busjes die onze groep plus een paar Duitse sportvrienden terugbracht naar het centrum van Lier alwaar de laatste afspraak van ons vaste programma van dag één zich altijd voltrekt.
Dit is een broodje of een schoteltje shoarma/kebab eten in een zaak enkele tientallen meters van ons hotel. Met de gebruikelijke grap (het even in het donker zetten van de gasten op de eerste verdieping) en met de vaste chaos tijdens het bestellen. De medewerker die de bestelling kwam opnemen kon echter bijzonder goed overweg met de leuke Nederlandse/Amsterdamse humor en de enorme porties stonden in no-time op tafel. Natuurlijk waren bij een aantal van ons de ogen weer groter dan de mond maar dat hoort ook een beetje bij de traditie.
Op dag twee op zondagmorgen wordt altijd om 9:30 uur ontbeten. Hoe laat het de dag er voor ook geworden is. Voor sommigen onder ons was het dit keer best een beetje vroeg. Ook waren enkelen nog niet helemaal “lekker opgedroogd”. Een paar bakken koffie en een paar grappen verder gaat het echter meestal allengs beter.
Na het ontbijt volgt ieder jaar een korte wandeling over de markt. Helaas moest ik ook dit jaar weer constateren dat het minder en minder wordt met de markt. Niet dat ik er altijd manden vol met duiven wegsleepte maar toch keek ik altijd met belangstelling naar de duiven die werden aangeboden. Dit jaar keek ik natuurlijk letterlijk met andere ogen maar ik zag ook niets dat enigszins de moeite waard was. De eerlijkheid gebiedt mij hierbij te zeggen dat ik gewoon moeite had om te kijken. Er stonden zo weinig melkers met duiven en het aanbod was zo mager dat ik nauwelijks de moeite nam te kijken. Wellicht had het te maken met het relatief late tijdstip (omstreeks 10:00 uur) maar ik vrees dat de Markt ook niet ontkomt aan de neergang die we de laatste jaren meemaken.
Gelukkig is van deze neergang bij de Viering niets te merken dus reden we toch met een goed gemoed terug naar Amsterdam en omgeving. Op naar volgend jaar. Voor de actieve melkers in ons groepje (Gebr. Fanger en Henny La Grouw) geladen met een extra portie motivatie om weer eens op het podium te staan en voor mij persoonlijk met de ambitie om in deze periode weer in Europa te zijn.
OP EIGEN HO(N)K,
Werden de kloksystemen van de hokken verwijderd. Dit is altijd een klusje dat langer duurt dan gepland. Vooral het verwijderen van het isolatieband en de lijmresten. Geïnteresseerden die kort voor het seizoen nog wat tweedehands UNIKON zaken nodig hebben (2 Champ systemen, splitters, eindstops en veel plankjes) kunnen zich hiervoor melden bij de Gebroeders Fanger in Badhoevedorp.
Voor het overige kwam er van opruimen niet veel terecht. Ik ben door mijn vier maanden in de tropen een beetje een koukleum geworden. Ook ontbrak de zin en had ik wat andere verplichtingen.
Gelukkig vond ik nog wel een gaatje om een bezoekje te brengen aan de hokken van sportvriend Willem in Reeuwijk. Zoals een ieder weet kom ik daar graag. Willem, en ook zijn vrienden van de dinsdagmiddag, heeft altijd wat interessants te melden en daarnaast is het altijd leuk een paar topduiven in handen te nemen. Ook springt het altijd in het oog hoe simpel de duiven gehouden worden. Ik schreef het al vaker maar de eenvoud is treffend. Niets geen poespas.
De duiven zagen er al weer prima uit ondanks dat van de meesten juist de jongen waren gespeend. Goed op gewicht, met de nodige kleur en al behoorlijk strak. Dit alles met een wind die door de hokken blaast en een voerbak die gewoon gevuld is met een eenvoudige kweekmengeling. Kortom ook tijdens dit bezoek werd mij weer eens duidelijk dat de kwaliteit van de duiven doorslaggevend is. Iets dat bij de duiven van Willem niet alleen op mijn hok maar zeker en vooral ook bij vele anderen al werd aangetoond.
Komende week maak ik nog even van de gelegenheid gebruik om twee andere tophokken in Nederland te bezoeken. Meer hierover in het weekstuk van komende week.
Tot volgende week,
Michel Beekman