Zondag 8 september 2019. Zojuist las ik een stukje in het logboek van Ad Schaerlaeckens. Iets dat ik wel vaker doe echter deze keer vormde zijn drieregelige inleiding voor mij een mooie aanleiding voor een weekstuk. AS schreef namelijk over een nieuw concept vluchtprogramma dat afgelopen week in Het Spoor der Kampioenen gepubliceerd was. Zoals een ieder weet schrijf ik al sinds jaar en dag over vliegprogramma’s dus mijn aandacht was direct getrokken.

Helaas vermeldt AS niet de bron van het vliegprogramma. Omdat ik Het Spoor nog altijd krijg maar helaas met vertraging lees, kan ik het niet direct checken uit welke koker dit programma komt. Is het het bestuur NPO, de gezamenlijke Secties of is het een andere bron die dit programma het daglicht heeft doen zien?  Ik weet het niet en al zou ik het wel weten, het maakt voor de teneur van dit weekstuk niets uit.

Ieder vliegprogramma is namelijk oude wijn in nieuwe zakken. Ook het door AS beschreven programma met blokvorming per onderdeel, een ultra late start van het jonge duiven seizoen en het verdwijnen van de Natourvluchten is al eens eerder geprobeerd. Het feit dat het is al eerder geprobeerd is betekent dus automatisch dat het ook gewogen en niet juist bevonden is door de al dan niet zwijgende meerderheid.

Zoals met iedere wijziging in wat dat ook. Het wordt een jaartje of desnoods twee jaar geprobeerd en het brengt toch niet wat de indieners er van gehoopt hadden dus gaan we weer veranderen. Het is simpelweg nooit goed.

Helaas stellen slechts weinigen de vragen de volgende twee vragen: waarom wordt een verandering gewenst en waarom levert neen verandering vrijwel nooit iets op? Het antwoord op beide vragen is simpel: omdat het onderliggende gedrag dat aan de wens tot verandering ten grondslag ligt niet veranderd wordt en vooral omdat men “blind” is voor de eigen fout(en).

De fout bij jezelf zoeken is anno 2019 hetzelfde als vloeken in de kerk. Als je de sociale media moet geloven is iedereen een topper met topkwaliteit onder de pannen en weet iedereen hoe het moet. Het falen wordt altijd veroorzaakt door een ander of door omstandigheden. Gek genoeg zijn het echter altijd dezelfde liefhebbers die om de echte prijzen strijden.

De kunst is het daarom mijns inziens om niet te veel te aan te dringen op veranderingen maar om de fout bij jezelf te zoeken. Als je ieder jaar je jonge duiven niet op tijd klaar hebt voor de aanvang van het jonge duivenseizoen moet niet de vluchtkalender aangepast worden maar moet je de seizoensplanning op je eigen hok veranderen.

Bijvoorbeeld door eerder te kweken en/of de eieren van de betere koppels over te leggen. Bij voorkeur meerdere keren. Hierdoor heb je binnen een korte periode veel jongen van je betere duiven. Een systeem dat bijvoorbeeld Willem de Bruijn al vele jaren zeer succesvol toepast. Een systeem dat ik in 2012 enigszins kopieerde. Met succes, al was het door de schaal waarop ik dit deed een beetje gekkenwerk.

Dit gekkenwerk bepaal je natuurlijk ook zelf door de hoeveelheid kwekers en vlieg/voedsterkoppels waaronder je de eieren schuift. In retrospectief maakte ik mij een beetje schuldig aan teveel duiven dus teveel werk. Het laatste seizoen deed mij de ogen openen. Toen werd met een kleine ploeg jonge duiven best “lekker” gespeeld. Voor veel collega-melkers zou dit minderen wellicht ook een goed idee zijn.

Temeer omdat dit ook extra tijd oplevert. Niet alleen extra tijd voor in het duivenhok maar ook voor daarbuiten. Natuurlijk voor het gezin maar ook om de jonge duiven ruim voor het seizoen te laten wennen aan de mand en om deze tijdig op te leren.

Regelmatig en niet bijzonder ver volstaat. Een enkele keer op een afstand van 1 tot 3 kilometer en dan een keer of tien 10 tot 15 Kilometer. Misschien daarna ietsje verder onder de voorwaarde dat ze goed naar huis komen. Zelf beperkte ik mij dan tot zo’n 20 – 25 kilometer. Ook lossen per mand helpt natuurlijk maar dit pas na een paar keer.

Natuurlijk heeft niet iedereen even veel tijd (ondanks het inperken van het bestand aan duiven). Erken dit dan en zoek hulp. Er is altijd wel een sportvriend, buurman, vrouw, vader, broer, kind, oom of tante bereid om een handje toe te steken om de duiven op te leren. Het loslaten van duiven vindt namelijk vrijwel iedereen wel leuk. Vindt u deze hulp niet dan is het misschien ook zaak eens bij uzelf ten rade te gaan ….

Voor u gaat opleren is een bezoekje aan de dierenarts ook aanbevelenswaardig. Het is namelijk niet iedereen gegeven om een minder gezonde van een gezonde duif te onderscheiden. Ook hier moet u de fout bij uzelf zoeken en ook hier spreek ik ondanks mijn ruime ervaring toch ook een beetje uit eigen ervaring. In mijn laatste jaar kwam ik bij toeval ruim voor het jonge duivenseizoen bij de witte jas en ondanks dat ze trainden als gekken sluimerde er van alles. Het goede seizoen dat daarna volgde kan ik dan ook niet helemaal los zien van dat bezoek. Mocht u echt geen tijd hebben voor een dierenarts vraag dan eens een bevriende topspeler naar zijn mening. Twee zien meer dan één maar een echt onderzoek blijft natuurlijk beter.

Mocht u na toepassen van alles wat hierboven geschreven is en ondanks dat u op tijd klaar was voor het jonge duiven seizoen nog last hebben van grote verliezen zonder aanwijsbare oorzaken (d.w.z. als de toppers wel alles of bijna alles thuis hebben) ook dan moet u de fout bij uzelf zoeken. Misschien is de kwaliteit tot niet zo ravissant als u dacht. Ook hierin is de mand uiteindelijk degene die bepaalt en niet de prachtige stamkaart en/of het uiterlijk van de duif.

Kortom het verplaatsen van de jonge duivenvluchten heeft naar mijn bescheiden mening weinig zin. Degenen die rond de langste dag niet klaar zijn met de voorbereiding zullen dit ook begin augustus niet zijn. Het maakt alleen het venster om vluchten te houden voor de jonge duiven nog kleiner. Vluchten die dan weer coûte que coûte vervlogen moeten worden met alle gevolgen van dien.

Naar mijn mening is het beter om gewoon de kalender de kalender te laten. Onder voorwaarde dat de afstanden niet te hard oplopen en er in groepen gelost wordt gedurende de eerste vier weken (en zeker niet per afdeling op 100 km). Als er dan ook nog voldoende aftrekvluchten zijn zodat er eens een vlucht kan worden overgeslagen, dan zou het toch goed moeten komen.

GROTE VERSCHILLEN IN NOORD HOLLAND:

Voor de liefhebbers van de afdeling Noord Holland stond deze week slechts één vlucht op het programma. Losplaats was Quiévrain in het kader van de natour. Quiévrain is met West in de wind een prima station. Ondanks de buien op de vluchtlijn werd het een meer dan behoorlijke vlucht, al was de concoursduur een beetje aan de lange kant.

Eens te meer bleek dat de mens wikt en de wind beschikt. Na twee weken met Zuid en Oost en dus vroege duiven in de Zuidwestelijke voorhand was het nu bingo voor vooral de centrale voorhand. Na twee weken relatief afzien regende het duiven in de mij zo vertrouwde omgeving.

Primus interparus was Cees van Vliet uit Kudelstaart die van de concurrentie niet veel overliet. Cees maakte altijd veel werk van de natour door zijn duiven meerdere keren per week te lappen (en ik vermoed dat hij dit nu nog altijd doet). Vooral deze week betaalde dit zich uit. In de denkbeeldige afdelingsuitslag zijn de eerste zes plaatsen(!) voor deze topliefhebber uit Kudelstaart.

Niet om vriend Cees tekort te doen (want ik weet hoe knap en hoeveel werk het is) maar het levert wel een sterk vertekend beeld op in de uitslagen. In deze tijd van het seizoen bestaat er namelijk een groot verschil tussen de liefhebbers die er nog vol voor gaan en degenen die “uitbollen” (wielerjargon dat degenen beschrijft die zich een aantal kilometer voor de finish al terug trekken uit het peloton en niet meestrijden om de winst).

Een beeld dat je zo rond eind augustus/begin september in bijna alle afdelingen ziet en alleen maar meer zichtbaar wordt hoe verder september vordert. Het groepje fanatieke liefhebbers dat er tot het laatst voor gaat domineert de uitslagen, vaak ook nog (een beetje) geholpen door de wind. Vaak met jongen, soms met oude duiven hetgeen veel moeilijker is.

De winnaars per Kring/CC van de afdeling Noord Holland.

Kring 1:

Kring 2:

Kring 3: Peter Nijman, Heemskerk – 1355 mpm

Kring 4: Cees van Vliet, Kudelstaart – 1438 mpm

Kring 5:

OP EIGEN HONK:

Is er weinig tot niets te melden. Deze week weer een lang weekend en volgende week nog zo’n driedaags weekeinde. Best lekker en dat drie weken achter elkaar. Leve de nationale feestdagen.

Tot volgende week,

Michel