Vorige week kreeg ik een oudere nieuwsbrief onder ogen op mijn FB pagina. Dat kwam omdat een liefhebber die deze nieuwsbrief op zijn FB had geplaatst mij getagd had. Ik las de nieuwsbrief door en kwam tot de slotsom dat de tekst nog steeds actueel is. Vandaar dat ik hem met enkele aanpassingen hier nogmaals wil aanbieden.

‘Er is al veel over geschreven. Ook door mij. En gelukkig neemt ook algemeen het inzicht steeds meer toe dat we de weg van het ‘volstoppen’ van de duiven met medicijnen beter kunnen verlaten. Nu moeten we natuurlijk ook weer niet met het waswater het kind weggooien. Medicijngebruik, indien met beleid en verstand uitgevoerd, kan heel wat problemen tijdens het vliegseizoen voorkomen. Maar dat is voor velen de vraag: Wat moet ik gebruiken?

Duivensport is een leuke hobby. Maar niemand wil gaten in de lucht blijven staan kijken. Dus als het tegenzit, zijn we maar al te gauw geneigd om naar de hulp uit het potje te zoeken. Dat hoeft niet verkeerd te zijn, als we maar weten wat het goede middel is. En daar zit hem de kneep. Vele jaren loop ik nu mee. En vaak moet ik constateren dat ‘van horen zeggen’ dit of dat middel, bij die of die, goed geholpen had en het daarom ook maar bij de eigen duiven werd gebruikt. Helaas vaak zonder het gewenste resultaat. Als de nood hoog is en het verlangen naar prijzen groot genoeg, dan wordt ook nog ‘dat andere middel’ gebruikt dat bij die andere liefhebber toen wel hielp.
Als dan ten langen leste de stap naar de dierenarts wordt gemaakt, dan is de infectie vaak al zo ver doorgedrongen dat niet alleen de luchtwegen zijn aangetast, maar ook de basisweerstand van de duiven een fikse optater gehad heeft. Als het potje van de dierenarts dan ook niet snel helpt, dan is het vooroordeel weer eens bevestigd: Ook de dierenartsen kunnen er niets van.

Het gaat natuurlijk lang niet altijd op bovenstaande manier. Gelukkig niet. Er zijn heel veel duivenliefhebbers die wel degelijk weten waar ze mee bezig zijn. En voor die duivenliefhebbers schrijf ik jaar in jaar uit mijn nieuwsbrieven in de hoop dat onze kliniek en ikzelf een bijdrage kunnen leveren aan deze toch vooral leuke hobby.

Ik schreef hierboven dat het inzicht dat natuurlijkere aanpak sterk kan bijdragen aan een verbetering van de basisgezondheid van de duiven, aan het toenemen is.
Maar wat is die natuurlijke aanpak. Dat is allereerst goed voer verstrekken. Nu lijkt dat natuurlijk een open deur. Maar willen we geloof hechten aan de uitspraak dat 'een duif alles uit zijn voer kan halen', dan moet het er wel in zitten. Dus goed voer is als basis belangrijk. Hier kunnen we hele nieuwsbrieven over vol schrijven en waarschijnlijk blijven er dan nog veel vragen onbeantwoord.

Hier in deze nieuwsbrief wil ik er van uit gaan dat we goed voeren. Moeten we er dan maar van uit gaan dat daarmee de kous af is? Dat de prestaties dan toch immers vanzelf komen? Ik ben de mening toegedaan dat duivensport topsport is. En heden te dage leven we ook wat de humane topsport betreft niet meer in de tijd van Fanny Blankers Koen.
De duiven zijn anders en de verschillen tussen de duiven zijn niet meer zo groot als jaren geleden. De vluchten staan niet lang meer open, uitzonderingen daargelaten. Het komt nu aan op kleine dingen.

Kleine dingen?
Ja, een klein mankementje is dan genoeg om buiten de prijzen te vliegen.
Het is korte termijn politiek om dan steeds weer en steeds vaker naar medicijnen te grijpen om die kleine mankementjes weg te werken. Ja zeker, de prestaties zullen in een aantal gevallen weer terugkomen. Misschien niet zo goed als we hopen, maar toch. Als we het hierbij laten en steeds maar blijven hopen en vertrouwen op het wonder uit het potje kunnen we op termijn van een koude kermis thuiskomen. Niets lukt, niets wil meer. ‘die medicijnen werken niet (meer)’of ‘hebt U niet iets sterkers’ zijn dan veel gehoorde kreten binnen de praktijk.
Zeker het kan een hele tijd duren voordat er de klad er in komt. Maar als ik mijn ervaringen van de afgelopen twintig jaar op een rijtje zet, dan is het toch een vast patroon.
‘Onzin…’, hoor ik een aantal van U nu denken, ‘immers, speelt die en die niet al jaren top?’
Zeker, maar ik denk dat daar nu net het verschil zit.
Want hoe vaak hoor ik niet de opmerking dat die of die wel ‘moeten knoeien’, want dat kan toch niet zoals die speelt.
Veel van ‘die en die’ ken ik dan toevallig redelijk en ik weet dat ze juist niet knoeien. Ik weet dat ze ‘het’ in de vingers hebben en hun duiven kennen. Ze zien dat er iets is of weten dat er iets kan komen en handelen preventief. Ze handelen niet pas als de zaak in de brand staat.
Ook deze liefhebbers gebruiken medicijnen. Maar dan alleen wanneer het echt nodig is. Die liefhebbers hoeven niet te grijpen naar allerlei medicijnen. Ze kunnen het simpel houden.
Maar ze doen wel ‘dat extra’. Dat extra is preventief handelen om te zorgen dat de weerstand van de duiven zo hoog mogelijk is. Zorgen voor regelmaat. Zorgen voor goed voer en zorgen dat er geen tekorten kunnen ontstaan.
Tekorten kunnen funest zijn.

De ketting is zo sterk als de zwakste schakel

De uitspraak 'een ketting is zo sterk als de zwakste schakel' gaat zeker op in de duivensport.
We kunnen nog zoveel geven wat goed is. Als er een tekort is of een relatief tekort aan een essentiële voedingsstof, vitamine, mineraal,sporenelement of anders, dan beginnen er scheuren te komen in het bouwwerk dat afweer heet. Dan kunnen bacteriën en virussen, protozoën en/of wormen of Chlamydia die allemaal aanwezig kunnen zijn zonder dat het dier er noemenswaardige hinder van ondervond hun schadelijke werking gaan uitoefenen. En juist dán, juist dan als dit gebeurt is er een nog hogere behoefte aan bepaalde vitamines, sporenelementen omdat het lichaam in de alarmfase komt. Als dit gebeurt tijdens het vliegseizoen, waar er toch sprake is van een zekere stress voor de dieren (weduwschap, kleine jongen, de vluchten en ga zo maar door) juist dan kunnen deze infecties hun schadelijke werking veel uitgebreider gaan ontplooien en de weerstand van de duiven verder gaan ondermijnen.Het verstrekken van een medicament kan dan zeer wel nodig zijn. Maar is volstrekt onvoldoende als het daarbij wordt gelaten.

Al jarenlang doen wij vitamines en sporenelementen bij een aantal van onze medicamenten. Niet zo maar voor de lol. Nee natuurlijk niet!

Medicijnen zijn immers ook stoffen die het lichaam moet afbreken. Het zijn ook stoffen die het lichaam niet wil. Die opgeruimd moeten worden. En ook voor deze vaak ingewikkelde chemische substanties af te kunnen breken zijn vaak

extra bouwstoffen nodig. Als dus alleen medicamenten worden verstrekt, dan wordt de infectie wel bestreden, maar het lichaam krijgt zo amper of niet de kans te herstellen. Immers, de infectie was ontstaan door de verminderde weerstand. En de verminderde weerstand op zijn beurt heeft weer kunnen ontstaan door het tekort aan belangrijke bouwstoffen.
De cirkel is rond. Door de gebrekkige reserve die is gebleven, als er geen extra maatregelen worden genomen om deze reserves aan te vullen zullen, kunnen deze of andere infecties terugkeren en begint het geheel weer van voor af aan. Vaak alleen een graad erger.
Pas als de duiven dan rust krijgen, kunnen ze zonder extra maatregelen na een medicijnkuur wel herstellen. Alleen ... hebben we de tijd om ze rust te geven bij de programmavliegers. Bij de fondduiven lukt dit nog wel. Maar bij de fondduiven is de stressfactor en de infectiedruk voor de duiven ook weer iets kleiner.
Dus zeker bij de programma duiven is het verstandig om de noodzakelijk geworden medicijngiften vergezeld te doen gaan met extra ondersteunende maatregelen.
Preventief handelen. Preventieve gezondheidszorg kan dan voorkomen dat de duiven ziek worden en ziektezorg noodzakelijk en onvermijdelijk wordt.

Maar beter is het om zodanig te handelen dat de weerstand van de duiven op een dusdanig pijl is dat de kans dat ze een infectie oplopen zo klein mogelijk wordt gemaakt.
Dat de kans dat tekorten die bijdragen aan een verminderde weerstand, niet kunnen optreden. Kortom, voorbehoedend te handelen.

En voorbehoedend handelen begint al bij het koppelen. Zorgen dat de duiven voldoende weerstand hebben als ze moeten leggen. Om zo te zorgen dat de kans dat jongen al heel vroeg opgezadeld worden met een te hoge infectiedruk wordt voorkomen. En nee, dit betekent juist niet de duiven volstoppen met medicamenten. Immers, de jonge duiven moeten in zekere mate met allerlei ziekten in aanraking komen om spelenderwijze hun weerstand te kunnen opbouwen. Maar alles waar ‘te’ voor staat, is niet goed. Als de jongen een te hoge infectiedruk meekrijgen, dan wordt hun reactievermogen te veel gevorderd waardoor ze minder goed zullen uitgroeien en ook hun afweerapparaat zal moeilijker tot volle wasdom kunnen komen. Kortom, er ontstaan jongen die gevoeliger zijn voor allerlei infecties zoals het ons allen bekende ‘Adenocoli-complex’……’en als je dat eraan krijgt, dan moet je er bovenop zitten’ hoor ik de duivenliefhebbers al zeggen. Ja, en dan moeten we weer gaan dweilen met de kraan open en is weer een cirkel rond. Is de adenocolibesmetting dan over, dan volgen al snel de luchtwegproblemen. Immers, de reserves hebben weer de beruchte klap opgelopen. De prestaties vallen tegen en we zijn weer bij het begin van het verhaal.
Dus daarom: preventief natuurlijk handelen.

Preventief handelen

Ik heb me de afgelopen jaren intensief bezig gehouden met de mogelijkheden om de weerstand van de duiven zo hoog mogelijk te houden en daardoor het gebruik van medicamenten zo veel mogelijk te kunnen beperken. Daartoe hebben we in de kliniek een aantal producten ontwikkeld zoals Bony-SGR die bij veel liefhebbers het resultaat hebben gebracht dat we wensten. Namelijk duiven die een hogere weerstand hebben. Nu is een hogere weerstand niet hetzelfde als een grote prijzenpot, maar de basis is gelegd en van hieruit kan dan gewerkt worden aan de opbouw van de ‘forme’. En zoals we allemaal weten, is een duif met vorm, tenzij het een ‘ezel’ is, in staat om prijs te vliegen.

Wat is nu de moraal van dit verhaal?

  1.   Zorg dat U al bij de kweek voor voldoende weerstand van de duiven zorgt, zodat de jongen een betere start maken.
  2.   Beperk het gebruik van medicamenten tot het noodzakelijke op strategische momenten.
  3.   Zorg dat na een medicijngift de reserves kunnen worden aangevuld
  4.   Ondersteun de duiven zoveel mogelijk zodat ze een optimale weerstand kunnen opbouwen.
  5.   Zorg in het vluchtseizoen voor regelmaat en werk aan de hand van een vast schema.
  6.   Probeer stress zoveel mogelijk te vermijden.
  7.   Zorg dat de duiven op deze manier , eventueel middels extra ondersteuning, aan de  vorm kunnen gaan werken.
  8.   En geniet dat de prijzen gemaakt worden waarop U zat te wachten.’

Deze nieuwsbrief zal ik ergens rond 2007 hebben geschreven. Wat is er sedert die tijd veranderd? Welnu, ik zie een sterke toename van het gebruik van natuurlijke middelen.

Toen ik deze nieuwsbrief schreef, was de duivensport nog bijna volledig gericht op het veelvuldige gebruik van antibiotica. We kunnen nu zeggen dat het in vrijwel alle geledingen is doorgedrongen, dat dit niet meer onbeperkt zo moet verder gaan. Nu is het in onze kliniek al sinds jaren zo dat het gebruik van medicatie waar mogelijk wordt beperkt. Maar ook landelijk denk ik dat het gebruik van antibiotica sterk aan het afnemen is. De liefhebbers zijn gaan inzien dat de resistentie die kan ontstaan tegen de gebruikte middelen ongewenst is. Maar niet alleen dat. Ook zijn er steeds vaker liefhebbers die aan de top spelen juist door het routinematige medicijngebruik juist af te zweren.

Een waardevolle aanvulling bij het opbouwen van de natuurlijke weerstand en de darmgezondheid is de Bio compleet gebleken. Samen met de SGR vormt het een sterke tandem bij de natuurlijke ondersteuning.

Een ander positief feit bij de natuurlijke aanpak is dat er meerdere firma’s bijgekomen zijn die gedegen middelen voor een goede natuurlijke ondersteuning op de markt brengen. Een voorbeeld hiervan is de firma DHP cultura.

Succes
Peter Boskamp