Ik krijg regelmatig filmpjes toegestuurd met daarin liefhebbers wiens duiven pinda’s uit hun hand of mond pikken. Ieder zijn ding, denk ik dan. Zelf heb ik niets met tamme duiven.

In het totale weduwschap moet je zeker niet teveel aandacht aan de duivinnen schenken, anders zit je zo met een hok parige duiven en dan kan je het wel vergeten.

Zo had ik ooit een tamme duivin die mij zelfs op het land opzocht. Toen ik daar aan het werk was, kwam ze uit de lucht zo op mijn schouder zitten. Ze bleef achter van de vluchten en had daarvoor ook niet één fatsoenlijke prijs gewonnen. Je ziet dat vaak met die staartslepende duivinnen, dat zijn niet de beste.

Toch zijn mijn duiven ook niet bang. We geven elkaar gewoon de ruimte. Als ik iets moet veranderen in het hok, doe ik dat waar de duiven bij zijn. Hetzelfde geldt voor de hokken uitkrabben. Wat ik niet doe is duiven onnodig pakken.

Verder ga ik het hok in met de kleding die ik op dat moment aan heb. Loop je altijd met een stofjas in het hok, dan reageren ze daar op wanneer je die niet aan hebt.

Wanneer Jan hier op bezoek is verbaast hij zich er altijd over dat de duiven zo rustig zijn als we door de hokken lopen. Ik denk dat wanneer je zelf niet gehaast het hok betreedt, de duiven rustiger op je reageren.

Zelf ben ik door mijn rugklachten niet zo vlot meer met bukken, vandaar dat ik wel eens onnodig misgrijp met beschadigde pennen als gevolg. Zo maak ik de hokken altijd donker wanneer ik ze in de manden ga stoppen.

peter hok