Donkere wolken pakken zich samen boven de duivensport. Men steekt begrijpelijkerwijs de kop in het zand om zo de oudere leden te behouden, maar die raak je binnen enkele jaren raken toch kwijt. De cruciale tijd voor veranderingen ligt bijna achter ons.

Ik las iets van onze NPO-voorzitter over de verouderde constateersystemen. Weet hij dat de afdelingsgrenzen ook reeds 24 jaar vastliggen, die eveneens niet meer van deze tijd zijn? Afdeling 5 heeft evenveel leden als Zeeland ’96, Brabant 2000 en Oost-Brabant bij elkaar. Herzie die afdelingsgrenzen en verdeel zo goed en zo kwaad als het gaat.

Brabant en Zeeland kunnen door het beperkte ledenbestand hun wagenpark niet meer vernieuwen of aanpassen. Het jonge duivenspel wil men reduceren tot 8 weken. Ik trek daar nog 2 weken vanaf wegens de hitte en nog eens 2 weken wegens de vogelgriep, dan houd je 4 weken spel over.

Waarom geen flexibiliteit en half juni voor prijs starten vanaf de korte afstanden? Hier in het zuiden komt er namelijk pas deelname wanneer er een uitslag aan verbonden is. Daarom half juni starten en de derde week van september stoppen. Kies daartussenin maar zes vluchten die meetellen voor een kampioenschap.

Ik kan eigenlijk niet voor mezelf spreken, maar doe dat toch even. Die kampioenschappen zijn zwaar overtrokken en al wat boven het verenigingskampioenschap meetelt, is oneerlijk. Men laat in een afdeling punten op de korte afstanden meetellen uit de zwakkere samenspelen, ook pakt men punten uit de zwakkere rayons die meetellen in de afdelingen of zelfs op nationaal niveau. Zit je in een kleine afdeling, dan win je alles. Telt het aantal deelnemende duiven mee in de berekening, dan verlies je alles van de grotere afdelingen.

Goede duiven zitten in iedere afdeling, de top 10 in elke afdeling ontloopt elkaar weinig. Wat daarna volgt, daar zitten de grote verschillen. Na de 10e plek worden de gaten en concoursduur groter in de mindere afdelingen.

Verder ben ik het eens met het betoog van A.S. over de Olympiade, daar zit niemand op te wachten. Het is echt niet de kip met de gouden eieren. Ik heb zelf een Olympiade duif, maar de eerste gewillige koper moet zich nog melden. Enkel de mannen met naam en faam slaan daar hun slag mee, voor Jan met de pet heeft het geen waarde.

Ik ben een liefhebber die enkel geniet van de wedstrijden, het geeft een kick om die vroege duif te zien arriveren. Natuurlijk heb je niet elke vlucht de wind in je voordeel of zijn je duiven niet elke week in topconditie, maar kan je winnen in eigen vereniging (en ik geef op sommige leden ook bijna 15 km af), dan moet je niet altijd klagen over de wind.

Ik heb in eigen vereniging de meeste jaren zo’n 15x de 1e prijs gewonnen met de wind in het voordeel, maar ook in mijn nadeel. Diverse leden staan jaarlijks bij de provinciale kampioenschappen en soms ook bij de nationale, dus van een zwakke vereniging kan ik niet spreken.

In onze vereniging de eerste 10 winnen is een unicum, echter is dat iets wat sommige elke week doen in hun rayon. Dat zegt mij dus meer over hun tegenstand dan over het ‘tophok’ zelf. Win je elke week de 1e in je eigen vereniging, dan moet je op zoek gaan naar een sterkere. Zo niet, dan ga je vanzelf op den duur alleen maar slechter spelen.

peter hok