Het is geen grap, maar de eerste vlucht is hier op 1 april. Een trainingsvlucht weliswaar, de eerste van de drie. Zelf heb ik daar niet veel mee, hoewel het in april bijna altijd prachtig weer is. Zonder competitieverband haal ik er simpelweg geen voldoening uit. Op 21 juni is de eerste trainingsvlucht van de jonge duiven en op 15 juli de eerste prijsvlucht. Daar start ik dus op 15 juli.

Hier hebben sommige rayons de afgelopen jaren meerdere externe oefenvluchten georganiseerd. Per saldo verloren zij evenveel duiven dan de rayons die deze mogelijkheid niet hadden. Zoals ik vaker aangeef, al dat vele rijden maakt een duif niet altijd slimmer.

Er is een groep liefhebbers die graag zoveel mogelijk opleervluchten afwerkt, om er na enkele prijsvluchten achter te komen dat het toch niet gaat zoals men wil. Vandaar dat ik alleen meespeel wanneer er een uitslag aan verbonden is. Daarbij denk ik dat je oude duiven voor het seizoen niet teveel moet trainen.

Als ze goed aan huis trainen en gezond zijn, volstaan één of twee korte vluchtjes tot 30 km. Ze vliegen zichzelf in conditie zodra de wedstrijden starten en je zal zien dat ze het langer volhouden. Al die duiven waar al flink mee gereden is, geven het eerder op en komen vervolgens steeds later thuis.

Zo zie ik dat ook met het verwarmen van duivenhokken de eerste vluchten. Na enkele vluchten betaal je de rekening. Ik geloof daar al lang niet meer in. Hier staan de hokken en plafonds hele dagen open, tenzij er slagregen op staat. Ze gaan open zodra de verduistering wordt opgeheven en dicht wanneer ze weer verduisterd worden.

 

peter hok