We razen stevig door het vliegprogramma heen, de snelheidsvluchten zijn namelijk al afgerond. Nog zes Midfond vluchten en vijf Dagfond vluchten en dan zit het programma voor de oude duiven erop. De overnachtspelers gaan nu pas van start.

Jonge duiven

Over vier weken beginnen de jonge duiven vluchten. Ik heb ze al vijf keer weggebracht op een goede 35 km. Daarbij hebben ze het niet makkelijk gehad, omdat ze het parcours iedere keer één voor één moesten afleggen.

Alles draait om percentages

Inmiddels is 10% van de ploeg verspeeld, maar dat is vrij normaal. Waarom druk ik dit in percentages uit? Ik begin met 100 duiven. Als ik er 10 verlies, heb ik zogezegd veel verliezen. Maar degene die er 10 wegbrengt en er één verliest, heeft zogezegd geen verliezen.

Dan is er nog de grote groep liefhebbers die roept: “ik ben er nog geen kwijt”. Zij vergeten erbij te vermelden dat ze nog niet van huis geweest zijn. Dit is doorgaans de groep die dadelijk loopt te klagen dat het vliegprogramma later moet beginnen, omdat ze nog geen kans hebben gehad om de jongen op te leren.

Nee, 30 juni begint het vliegprogramma en dan moet je maken dat je er klaar voor bent en niet mekkeren als je na de eerste vlucht 25% van je duiven kwijt bent. Dit is het percentage dat iedereen die zijn jongen goed opgeleerd heeft, van tevoren al is kwijtgeraakt.

Verliezen

Verliezen horen erbij tegenwoordig. We zijn nu eenmaal meer duiven gaan kweken met zijn allen. Duiven waar nu uit gekweekt wordt, zouden we 20 jaar geleden niet uit kweken, toen er nog voor de centen gespeeld werd.

Ik weet nog wel dat ik in de jaren ’90 ’s winters een limiet had van 70 duiven, voedsters inbegrepen. Ik kweekte er toen zo’n 80. Inmiddels tweemaal zoveel, maar ik verspeel er dus ook tweemaal zoveel.

Op zich hoeven we de weersomstandigheden dus niet de schuld te geven, maar het feit dat we steeds meer uit afval zijn gaan kweken. Het percentage afval dat gekweekt wordt, stijgt logischerwijs steeds sneller.

Op één jaar 10% bruikbare duiven kweken, is op ieder hok een feit. Iemand die de lat hoog legt, kweekt 10% bruikbare en iemand die de lat laag legt,  kweekt voor zijn niveau ook 10% bruikbaar materiaal. En nee, daar kan geen pilletje, voedingssupplement of duivenkeurder iets aan veranderen.

Goede duiven sterven vaak in het harnas

Ik miste mijn 2e getekende nog van Issoudun en mijn 3e getekende van Pont-Sainte-Maxence. Nu is het vaak zo dat als een goede duif ’s avonds niet thuis is, hij vaak niet meer terugkeert.

Duiven van een mindere kwaliteit blijven nakomen, zelfs dagen nadien. Daar is vaak ook weinig aan te zien. Die gaan gewoon op tijd zitten en geloven het wel. Een topper daarentegen blijft gaan en vliegt tot hij niet meer kan en sneuvelt vaak niet ver van huis.

Zo werd Home Alone van Braad-de Joode al eens van een steiger geraapt, niet te ver van huis. De Winner, 1e Asduif WHZB van Rinus van Gastel, werd van straat geraapt op amper 5 km van huis.

Ik was dus niet verrast toen ze vandaag belden dat ze mijn 2e getekende van Issoudun van straat hadden geraapt in Oosterhout. Of ze het gaat redden, valt nog te betwijfelen. Al het vlees wat eraf kon gaan, was eraf en alle fut is eruit.

Nu heb ik zoiets al vaker meegemaakt. Komen ze er doorheen, dan zijn ze zeker nog niet afgeschreven. Mijn Warriors Girl won een 1e in de afdeling en kwam kort daarna voor dood thuis, maar werd nadien één van mijn beste Dagfond duiven.

Het is daarom belangrijk om duiven die op sterven na dood opgevangen worden, toch op te geven en de eigenaar te laten beslissen of hij of zij het de moeite waard vindt om hem op te halen. Vaak zijn dat topduiven, zonder dat dit er op het eerste moment aan af te zien is.

Vandaag kwam een duif van drie weken geleden terug. Hij was tegen een draad gevlogen en had een briefje om zijn poot. Twee jongens van 12 en 13 jaar hadden hem ergens in Wallonië opgeraapt en enkele weken verzorgd.

Hier zouden wij allemaal een voorbeeld aan moeten nemen. Komt zo’n duif bij een duivenliefhebber terecht, dan is de kans groot dat hij naar de eeuwige jachtvelden geholpen wordt. Uiteraard is er een bedankbrief en een mooie vergoeding richting de jongens gegaan voor de goede zorgen.

De jeugd

De jeugd doet de oude garde steeds vaker de das om. Kijk bijvoorbeeld maar naar sterspeler Maarten Huijsmans en jeugdig toptalent Stef Bals. Maar ook in België, waar Kevin van Gastel uit Brecht de sterren van de hemel speelt. Weliswaar met een stevige ploeg duiven, maar ook dan moet je het maar zien te doen.

Duiven bijhalen

Bij zowel Maarten als Kevin ben ik op bezoek geweest voor duiven. Bij Maarten bleken ze voor mij onbetaalbaar, dus was ik al snel klaar. Bij Kevin daarentegen zijn ze nog te betalen, al vrees ik dat het daar ook snel zal veranderen.

Ik heb bij Kevin enkele toppers in mijn handen gehad, vooral de twee 1e Asduivinnen in de ZAV waren speciaal. Een doffer van Geerinckx uit die topduivin van afgelopen jaar trouwens ook.

Bij John Rockx uit Zegge zijn de duiven ook goed te betalen en word je netjes geholpen. Maar zoals altijd: ook bij deze liefhebbers, en natuurlijk ook bij mezelf, vaak meer slechte dan goede. Met het vinden van serieus goede duiven moet je geluk hebben.

Overigens stijgt het velen snel naar het hoofd. Als je prijzen boven de 2.500 euro vraagt voor jongen van normale kweekduiven, dan lijd je aan grootheidswaanzin. Het moeten echt superduiven zijn, willen de jongen dat waard zijn. En superduiven zijn er niet veel, laat staan dat je er een mand vol van hebt.

Bij een echte topper uit België kocht ik twee jaar geleden 14 duiven die ik zelf mocht uitzoeken voor een redelijke prijs. Inmiddels blijkt één van die 14 redelijk te kweken en daar is dan ook alles mee gezegd.

Een mand vol duiven bijhalen en direct op de kweek zetten zal ik niet snel meer doen, of er moet in mijn ogen een speciale tussen zitten. In dat geval zet ik hem vast, maar anders gaan ze eerst maar eens vliegen, dan kan ik de beste altijd nog naar de kweek brengen.

Maar zoals ik net al aangaf, kweek ook ik meer slechte dan goede. Daarom ben ik er nooit rouwig om als ik niet slaag met bijgehaalde duiven.

Pont-Sainte-Maxence verliep zwaar. Ik dacht dat ze niet goed gekomen waren, maar het viel achteraf alles mee. Helaas wel nog een hele goede achter.

Maximal Rocket vliegt gewoon weer voor de 7e keer 1:100 dit jaar. Vorig jaar als jong 6x 1:100, daar moest ik er dus een paar meer hebben. Ze arriveerde met twee duiven (broer en zus) van goede vriend Peter van Oerle.

Toen kwam Issoudun. Ik hoorde de melding van John Rockx die de 1e NPO speelt. Ik moest voor mijn gevoel te lang wachten, tot uiteindelijk BigTime Rocket aan kwam zetten en er bijna de spoetnik afvloog, zo hard ze naar binnen stoof.

Ze was zeker niet aan haar proefstuk bezig, ze won immers vorig jaar ook al de 1e tegen ruim 7.043d, de 2e tegen 22.106d en nu dus de 7e Npo en de 1e in het samenspel. Haar naam verraadt het al: het is een 100% Rocket. Mijn tweede was er een uit Super Rossi.

Bij Comb. van Wanrooij waren ze ook weer top gekomen met top 10. En ook bij John van Dongen, die ik samen met John Rockx getipt had als de te kloppen mannen, waren ze super gekomen.

Maarten Huijsmans was weer van een andere planeet op de Midfond. Hoe hij het voor elkaar kreeg om van zijn goede vriend Stef Bals binnen een week Maarten Huijsmans 2.0 te maken, zal een raadsel blijven denk ik.

Ik krijg verschillende mails dat er hokken zijn waar duiven een vleugel laten hangen. Persoonlijk denk ik dan aan overbelasting en dat zulke duiven uitgeschakeld zijn voor dit seizoen.

Je ziet het vaak vroeg in het seizoen, na enkele zware vluchten. Bij hokken die ze in de winter regelmatig los hebben, zal dat niet zo snel zijn.

Tevens krijg ik mails binnen over duiven die niet kogelrond te krijgen zijn. In deze periode met zwaardere omstandigheden krijg je er ook niet gemakkelijk vlees meer op. Maar aan de andere kant heb ik ook zelden topsporters gezien met overgewicht.

Probeer er voldoende vetten in te stoppen, oftewel de dosering NPO-mix verhogen, zodat ze voldoende vetreserves hebben voor onderweg met deze zware omstandigheden.

Aanstaande zaterdag een oostenwind met 29 graden. Dat lijkt zwaar, maar als ze gewoon op tijd lossen (voor 7 uur) dan is er niets aan de hand. Rond 9 uur moeten ze pas contact opnemen met het IWB omtrent inversie, dan kunnen ze zich daar niet door laten beïnvloeden.


Als je redelijk speelt, ga je wel eens over de tong en moet je een olifantshuid hebben.

Neem nu een speler uit Brabant 2000, iemand die ik respecteer overigens. De beste man komt wekelijks in België en op de vraag over mijn prestaties wist hij te zeggen: “hij speelt redelijk dit jaar, beter dan vorig jaar.”

Nu hoef ik niet opgehemeld te worden, maar ik hou wel van oprechtheid en de waarheid. Schijnbaar heeft hij vorig jaar een kapotte computer gehad of weet hij niet dat je bij Compuclub ook de uitslagen van vorig jaar terug kan zien.

Het mooie van alles is dat hij de laatste 15 jaar zelden of nooit voor me heeft gezeten en ook dit jaar na zeven vluchten nog niet in de schijnwerpers staat. Ik heb hem dan ook al 15 jaar niet gezien op een kampioenen huldiging van Brabant 2000, terwijl er in alle categorieën 15 hokkampioenen gehuldigd worden.

Je moet oppassen met wat je zegt, zeker over iemand die zelf ook vaak in België te vinden is. Mijn respect voor de desbetreffende persoon is inmiddels iets afgenomen.

Komend weekend

Verder gaat het naar behoren dit jaar. Al 3x 1e in het samenspel, dus we liggen op koers. Aankomend weekend belooft zwaar te worden met een oostenwind en 30 graden. Dit zijn omstandigheden voor sterke duiven die in vorm zijn en voorzien worden van de juiste voeding en vetten.

De jonge duiven zijn gisteren ondanks de oostenwind op 20 km gelost. Mand voor mand, oftewel in groepen van twaalf.

Ze draaiden bijna allemaal enkele minuten, om vervolgens hoog in de wolken in de goede richting te vertrekken. Eén mand, waarin een bonte en drie oude duiven zaten, stoof er gelijk vandoor zonder eerst te draaien.

Eenmaal thuis aangekomen, kwam na een half uur een oude duif thuis. Een minuut of 10 later een jonge duif. Dan wordt het bibberen, kan ik je vertellen. Uiteindelijk kwamen ze. Eerst eentje, toen weer twee en af en toe vier. Dat was dan ook gelijk de grootst aankomende klad.

Om een lang verhaal kort te maken: binnen drie uur na lossing waren er 105 van de 114 terug en in de avond nog één, dus negen stuks bleven weg. U raadt het al: inclusief die bonte die in één streep vertrok zonder zich eerst te oriënteren.

Het is een voorjaar met redelijk veel oostenwind, dus als ik daar naar moet kijken hoef ik nooit op pad te gaan. Over 6 weken is de eerste prijskamp en dan houden ze daar geen rekening mee.

Ik los ze altijd mand voor mand. Ik neem veel manden mee, zodat er niet teveel in één mand gaan. Normaliter moet dus op iedere twaalf geloste duiven om de vijf minuten minstens één zichzelf goed kunnen oriënteren.

Wanneer je één grote klad loslaat en deze verkeerd slaat, dan zijn de verliezen vaak niet te overzien. Dat geldt ook voor de vele draden waar ze langs moeten. Met één voor één lossen beperk je dit risico.

 

Ik had van tevoren contact gehad met Maarten Huijsmans, de man in vorm. Maarten meldde zijn duif op 13 door, dus de rekensom was snel gemaakt: ik moest op 28 pakken.

En inderdaad: de eerste kwam op 28, maar ging achter de lokker aan. Toen kwam er een kladje van vijf, en haastte hij zich alsnog snel naar de klep om als eerste binnen te zijn. Bij dat kladje van vijf vielen overigens drie vreemde en twee waren van mij.

De Kannibaal

Gelukkig alsnog 1e, 3e en 4e tegen ruim 1.600d. De Kannibaal tekent voor de 1e prijs, hij is een zoon uit Cavendish van Dirk Van Dyck en zijn moeder is Amazing Nugget, de 3e WHZB. Mijn tweede duif is een kleinzoon van Super Rossi en mijn 3e is die wonderduif Maximal Rocket.

De Kannibaal is een duif die graag treuzelt, doordeweeks gaat hij ook als laatste het hok in. Het is echter wel een goede en enorm grote duif, vandaar dat hij vernoemd is naar zijn bekende grootvader, de Kannibaal van Dirk Van Dyck.

Dirk heeft geweldig huisgehouden op Vierzon met aan de 9e prijs alle drie zijn gezette duiven thuis. Hij heeft vorig jaar flink gesukkeld met zijn gezondheid, maar het ziet er nu allemaal weer rooskleurig uit voor de sympathieke Dirk.

Het weer in het oosten van Brabant 2000 was duidelijk beter dan bij ons. Aan de vroege duiven te zien, zijn ze min of meer daar langsgegaan.

Het was een juiste en geduldige beslissing om de duiven te lossen. Als het vertrek goed is, kan een duif veel aan. De duiven zijn hier allemaal weer thuis, dat zal in het noorden van Nederland jammer genoeg niet het geval zijn, denk ik.

Ook bij John van Dongen in Roosendaal zijn de duiven top in orde, ik verwacht hem zeker komend weekend op de Dagfond.

 

In de duivensport is een hoop haat en nijd onderling. Kijk, ik speel ook het liefst iedere week eerst, maar dat wil zeker niet zeggen dat ik het een ander niet gun.

Wat dat aangaat, heb ik altijd respect voor mensen die een mooie uitslag maken of concoursen winnen. Of dat nu vriend of vijand is of een grote of kleine liefhebber, dat maakt me allemaal niet uit.

Zo probeer ik ook altijd netjes alle binnenkomende vragen te beantwoorden, ook al zijn er mensen die me al jaren dezelfde vragen stellen en er schijnbaar niets van leren of moeite hebben met onthouden.

Keep it simple

Ik hanteer hier één systeem, en dat houd in dat ik het mezelf niet te moeilijk maak. Eén mengeling en de NPO-mix erbij om bij te kunnen sturen.

Aan voedingssupplementen hecht ik steeds minder waarde, hetzelfde geldt voor medicijnen. Ik geloof meer in de natuurlijke weerstand van duiven en in kwaliteit.

Morgen staat er waarschijnlijk wind aan kop, dan zullen er een boel getekende duiven gepakt worden overal en dat is tevens het enige waar het écht om draait: goede duiven.

Het nadeel is dat iedereen maar één of enkele duiven heeft die net dat beetje extra kunnen geven en waar je op kunt rekenen wat kopvliegen betreft. De meeste duiven zijn ‘lucky shots’ zoals ze dat vandaag de dag noemen. Eén dag komen ze vroeg en dan weer wekenlang laat.

Zo zijn er vaak ook maar enkele kweekduiven die 1e prijswinnaars geven en het gros geeft prijsvliegers of minder, zo simpel is dat.

Om die reden is de zoektocht naar versterking enorm moeilijk, vooral in België. Daar lijken ze steevast overtuigd dat het allemaal goede zijn of dat ze allemaal goede hebben.

Aanstaande zaterdag 248 km met een NO wind, een kort vluchtje dat zo’n 3 uur zal duren. Hier gaan alle duiven mee, ook degene die een week later naar de dagfond gaan.

Ik heb geen goede ervaringen met duiven thuishouden. Daarnaast zullen ze van 3 uur vliegen niet zoveel last hebben.

Ik ben er nog niet aan uit wie of wat er op de dagfond gaan, het zullen vooral duiven van twee jaar zijn. Mocht het een gemakkelijke vlucht worden, dan zet ik misschien wel wat meer jaarlingen in.

We hebben dit jaar zes dagfondconcoursen, dus is het een kwestie van doseren en niet op één paard wedden. En zoals ik al eerder vermeldde: duiven die er nog niet klaar voor zijn en op de midfond een kwartier tekortkomen, gaan op de dagfond een half uur te laat zijn.

In principe gaat het duivenspel nu pas van start, aangezien de mooie mid- en dagfond concoursen nu pas gaan beginnen.

Bij de oude duiven kunnen we inmiddels zien wie ballast is en wie niet volledig aan de verwachtingen voldoet. Deze kun je het beste verwijderen, dit zorgt ervoor dat de overgeblevenen meer zuurstof krijgen en beter gaan trainen.

Mindere duiven komen bij een training meestal als eerste terug naar het hok en trekken de anderen met zich mee. De aandacht op het hok kan beter bij de goede liggen, de twijfelaars hebben inmiddels genoeg kansen gehad.

Ze hebben ook al een keer tegenwind gehad. Nee, als ze zich nu niet hebben laten zien, dan gaan ze dat op dagfond ook niet snel doen.

Een hok dat totaal niet draait is natuurlijk een ander verhaal. Bij 100% gezondheid mag best aan de kwaliteit getwijfeld worden.

Natuurlijke selectie

De jongen zijn hier verlost van alle Adeno ellende, het heeft wel een boel jongen gekost.We gaan echter verder met de duiven die er nog zijn. Ik had een stuk of zes doden, maar heb er zelf heel wat verwijderd die erin bleven hangen.

Het zal toeval zijn, maar uit mijn vier topkwekers met meerdere duivinnen is er niet één ziek geweest en daar lopen er toch zo’n 40 van rond. De zwakkere exemplaren vielen massaal uit. Misschien een goede selectie, de tijd zal het leren.

Duiven die weer gewoon vaste mest produceren, maar die toch licht groen van kleur is, kun je beter verwijderen. Deze zijn te ver heen vanbinnen en zul je als eerste verspelen.

Alles traint hier weer top. Ze zijn al enkele keren op pad geweest en dat zal de komende weken alleen maar opgevoerd worden. Uit alle richtingen, mand voor mand en uiteindelijk één voor één.

Het gaat immers om die enkele topper die ertussen loopt, dus moet je ze een goede leerschool geven en al vroeg het kaf van het koren scheiden.

 
 
 
De man links op de foto, wijlen Willem van Peer alias Willem van Schutters uit St. Willebrord, is degene waar ik alles van geleerd heb. Hij kon zich als geen ander toeleggen op speciale vluchten. Als er iets te winnen viel, of het nu fietsen of zelfs auto’s waren, Willem won ze.

Hij won zelfs Nationaal Orléans in 1980 met de jonge duiven, toen nog over geheel Nederland tegen dik 200.000d. Dit deed hij bijna over in 1992, maar toen strandde hij op de 2e plaats doordat ze niet naar binnen kwam.

Willem is iemand van de gouden generatie op postduivengebied. Als hij nog zou leven, was hij nu achter in de 80. Willem is tevens de grondlegger van de Championsmix.

Ik liet deze begin jaren ’90 met hem mengen bij Van Camp in Boechout, België. Toentertijd nog in jute balen van 50 kg. De mengeling was toen veel zwaarder dan nu. Ik heb hem in de loop der jaren wat lichter en vetrijker gemaakt.

De geheimen

Willem geloofde in dovenetel thee met honing bij thuiskomst en de dag erna Aviol, toen nog de zwarte variant.

Daarnaast werden de weduwnaars na een slecht verlopen vlucht ’s avonds laat naar binnen gehaald en gewassen in warm water. Daarna sliepen ze in de mand bij de verwarming, om ‘s ochtends weer fris op hun hok te belanden.

Willem heeft het nooit in veel duiven gezocht, alleen in goede. Lange lijven en stevig gespierd hadden zijn voorkeur. Ik ben vaak met hem in België geweest, dan nam hij er vaak maar één mee, maar wel een goede.

Het was me ‘t vluchtje wel. Een ZO wind kost vaak pluimen en dat was ditmaal niet anders. Hier zijn nog drie doffers weg, die zijn minder taai dan duivinnen en komen dus slechter na.

Ik was dan ook blij dat mijn 1e en 2e getekende bij mijn eerste tien duiven zaten. Grote verschillen in aankomst en dus volop kans voor de gewone melker om ook eens aan kop te liggen, wat overigens goed is voor de duivensport.

Ik las afgelopen week een artikel van Theo Pander, iemand die ik respecteer en wiens artikelen ik regelmatig lees overigens. Ik hou wel van mensen die niet om de hete brij heen draaien en dingen durven te roepen die anderen denken. Tevens speelt de beste man hard met duiven.

Ik ben zelf ook iemand die nergens loopt te slijmen, maar alles zelf voor elkaar probeert te krijgen door dingen uit te testen en regelmatig op mijn bek te gaan. Door schade en schande wordt men immers wijs.

Theo had het over de mpm bij hun en in Brabant 2000, maar duiven gelost in Nederland of in Frankrijk is appels met peren vergelijken. Dat is ook zo. Met een oostelijk of westelijk gelegen losplaats krijg je ook verschil in mpm.

Over de tussenstanden van de nationale kampioenschappen zullen we het maar niet meer hebben, dan kunnen wij in Brabant 2000 alles beter opruimen. Ik vermoed dat we dat meer in systeem- of puntenberekening moeten zoeken.

We kunnen in Nederland nu eenmaal nooit in een eerlijke competitie strijden met elkaar, maar goede duiven zitten overal, zo simpel is dat.

Als je naar het weekend kijkt, lijkt hij slecht weer te houden. Vrijdag is de mooiste dag, laten we hopen dat het mooie weer een dag opschuift.

De Adeno heerst nog overal. Degene die het nog niet hadden, hebben het nu wel. Het lijkt wel een griepgolf met veel dode duiven als gevolg. Weinig medicijnen schijnen te helpen, net als bij griep overigens.

Ik heb het hier gelukkig onder de knie gekregen met medicatie uit België met daarin een werkzame stof die schijnt te helpen. Dit heb ik drie dagen gecombineerd met Flummy van De Weerd.

De jongen zijn er bovenop. Doordat ze de gehele periode alleen NPO-mix hebben gegeten, waren ze snel op gewicht en lijken ze er niets mee geleden te hebben. De duiven hebben daarnaast meerdere dagen achtereen vitaminen gekregen, om ze weer snel op de been te brengen.

We moeten verder

De oudste ploeg heb ik nu tweemaal weggebracht op 10 en 15 km. Ze waren voor mij thuis met dit warme weer.

Zaterdag Melun, met zoals het er nu naar uitziet een W wind en bewolkt weer. Niet ideaal dus hier aan de westkant. Maar zoals ik altijd zeg: als er hier in de buurt vroege duiven zitten, moet je zelf ook gewoon kunnen pakken, zo simpel is het.

Na vijf vluchten bleven twee jaarlingen achter, wel twee van de mindere. Tevens bleef een goede duivin achter, maar die keerde na twee weken terug. Er was wat vlees af, maar na enkele dagen stond ze weer rond en dus zal ze volgende week de strijd hervatten op Morlincourt.

Bij Jan Timmermans geen Adeno, dus een mooie ploeg jongen die al meerdere keren weggeweest zijn. Daar had echter de klad in de draden gehangen met meerdere doden als gevolg.

Dat waren overigens altijd mijn beste jaren: als er in de draden gevlogen werd, was dat het teken dat ze er snoeihard aan trekken.

Dat is dus het leven van een duivenmelker: ze overlijden door Adeno, rovers, draden en nog wel meer. Je moet nu eenmaal kunnen incasseren als een bokser.

Ik mopper weleens op die mannen wanneer een lossing te lang duurt, of er uitgeweken wordt naar een kortere bestemming. Maar eigenlijk is respect op zijn plaats. Hoe ziet het weekend van die gasten eruit?

Voorbeeld van afgelopen weekend:

  1. Men vertrok om 18:30 uur vanuit Rucphen om de duiven op te halen.
  2. Terugkomst om 00:15 uur.
  3. Bakje koffie, voer laden en om 01:00 uur vertrokken naar Pont-Sainte-Maxence met vier wagens en acht chauffeurs en convoyeurs.
  4. In totaal 4 ½ uur rijden. Aankomst om 5:30 uur.
  5. Drinken geven aan de duiven, loodjes snijden enz.
  6. Even een uurtje proberen te slapen en los om 8:00 uur.
  7. Daarna weer 4 ½ uur huiswaarts.

Bedankt Christ voor de uitleg, zo krijgen wij meer begrip, respect en weten we hoe het er elke week aan toe gaat.

Overal zitten goede duiven, maar het frappante is wel dat van de in Frankrijk geloste vluchten afgelopen weekend, in Brabant 2000 de hoogste snelheden behaald werden. Zelfs in België waren de snelheden lager.

Dat er overal bewezen duiven op de afspraak waren, is een vaststaand feit met duivenweer. Ook al kunnen niet alle duiven 100% in orde zijn, zolang het vertrouwen er is, krijgen ze hun kans. Ze gaan hier iedere week mee, thuishouden doe ik niet. Het is vliegen of wegwezen.

Herstellen doen ze hier op de vluchten. Degene die dat niet aankunnen, vallen uiteindelijk vanzelf af. Dit geldt ook voor de jonge duiven: je kan meer plezier beleven aan vijf goede, dan aan 50 mindere jongen.

Voor de eerste keer opgeleerd

De oudste jongen zijn vanochtend voor de eerste keer op 10 km gelost. Een groep van 80 die vanaf nu alle dagen op pad gaan, om uiteindelijk een voor een gelost te worden op 30 km voordat ze er klaar voor zijn.

Hok 2 met daarin 50 jonge duiven is over twee weken aan de beurt. Hok 3 met 30 jongen komt net buiten, maar ook die zullen 30 juni aan de start staan voor de eerste prijsvlucht. Het selecteren is grotendeels door de Adeno gedaan, het lijkt erop dat de zwakkelingen weg zijn.

Donderdagavond inmanden voor Melun (355 km), dus ook dat gaat door. Over twee weken kan de ploeg gesplitst worden en zullen ook bij de oude duiven de minste verwijderd worden.

Gisteren 290 km met een ONO wind, ideaal voor Rayon 1 zou je zeggen. En inderdaad, daar zaten vijf vroege duiven. In het 25 km oostenlijker gelegen Hoeven zaten vier vroege duiven en één hele vroege bij de jeugdige Joeyie Heeren in St. Willebrord. Dat is echt een topduif.

Hier viel het 100% mee: vier duiven in de top 10 van Brabant 2000 tegen dik 22.000d, dan mag je niet klagen. In het samenspel werd het tegen 2.343d 1e, 2e, 3e, 4e, 11e, 12e, 15e, 17e, 23e, 26e, 27e, 28e, 29e enzovoorts. Ik had er 56 mee, waarvan 46 prijs en 38 keer 1:10.

De winnaars

Mijn 1e was Maximal Rocket, die had al eerder een 1e tegen hetzelfde aantal duiven gewonnen. Ze werd zelfs 1e beste duif van Nederland in de PIPA Rankings vorig jaar.

Het draait dus om goede duiven. Als het weer is waarin gewerkt moet worden, dan geeft talent vaak de doorslag.

Persoonlijk zie ik graag dat de duiven hoog in de wolken klimmen, dat is vaak een teken dat ze in orde zijn.

Hier krijgen ze een uur de gelegenheid om te trainen, zowel doffers als duivinnen. Vaak zie ik dat ze zo’n 20 minuten weg zijn, weer terug komen, om vervolgens weer te vertrekken.

Als ze terugkomen, zie ik graag dat er snelheid op zit en dat ze in een zo klein mogelijk groepje vliegen.

Hier hoeven ze niet uiteen te spatten. Doffers die klapwieken achter alles wat beweegt, zijn in het weekend vaak je laatste duiven die arriveren.

Ook bij de jonge duiven zie ik graag dat ze hoog in de wolken klimmen, dat is vaak het teken dat je ze met een gerust hart op kan gaan leren.

Trainen zegt veel, maar niet alles

Ik heb eerder meegemaakt dat mijn duiven niet trainden zoals ik wilde, en bij een liefhebber niet ver hiervandaan wel. Alleen in het weekend had ik een half hok thuis, voordat daar de eerste arriveerde.

Duiven die niet echt in orde geraken of niet willen trainen, kun je het beste drie dagen iets tegen de luchtwegen geven. Vooral met dat wisselvallige weer wat we de afgelopen tijd gehad hebben.

Zulke duiven opleren is vragen om problemen, die zakken dan nog verder terug. Vaak gaan luchtwegproblemen en Tricho samen, dus laat ook daar op controleren. Een Koudijs rooktablet kan ook wonderen verrichten.