Roger Casier
- woensdag 18 januari 2023
Mede omdat ik zo,n 60 jaar ervaring heb en altijd mijn prestaties op redelijk niveau
heb kunnen realiseren. Zowel in eigen omgeving als landelijk.
Ten eerste denk ik dat wanneer je goed wil presteren met zowel oude als jonge duiven dat de laatste jaren veel teveel gekweekt wordt uit alles wat duif heet.
Als je ziet hoeveel duiven zonder enige prestaties ingezet worden
voor de kweek waar veel generaties geen enkele prestatie heeft geleverd.
Dan is het al bijna logisch dat dit duiven oplevert die op hun ouders lijken.
Zo is het al moeilijk om een bruikbare duif uit prestatie duiven te kweken.
Laat staan uit papieren tijgers. Dit is dus al een tip om over na te denken als je problemen hebt om een fatsoenlijk aantal jongen over te houden.
Het probleem roofvogels daar kan ik niet veel over zeggen omdat het bij mij geen probleem is.
Wel probeer ik van jongs af aan de duiven direct discipline aan te leren.
Dat is vliegen of in het hok en geen geslenter op het dak of waar dan ook.
Maar als ik lees hoe Walda en Lassche het doen is dat geen doorslaggevende factor.
Dus is het maar net waar je jezelf goed bij voelt.
Wat ik ook doe is na het spenen zo snel mogelijk de de verschillende entingen te verrichten.
Dat is bij mij pmv/pokken en een druppel in de nek voor de start.
Zodra de duiven goed rondvliegen en 3 maanden zijn gaan ze de mand in voor hun eerste ervaring met de mand.
En ik kijk dan nog wel naar een wolkje aan de lucht en niet te warm weer.
Ze gaan dan de eerste keer naar plm 8 km en gaan een voor een los.
Al zie ik soms enkele duiven weer overvliegen gaan de meesten wel richting huis.
Dit herhaal ik zo snel mogelijk en merk dan dat ze dit dan veel sneller oppakken.
De meeste duiven vliegen al snel de goede richting op.
Als ze ditmaal goed weg trekken kan ik verder gaan maar dat is niet nodig.
Na enkele keren dit te doen begrijpen ze de bedoeling en trekken ze snel na de lossing weg.
Als dit achter de rug is kan ik nog wat verder rijden maar ze weten eigenlijk precies wat er van ze wordt verwacht.
Waarbij ik meestal weinig of geen verliezen heb.
Als ze daarna met een collectieve lossing meegaan heb ik ook niet veel verliezen.
Op het medisch vlak hou ik het zelf in de gaten hoe ze eruit zien.
Voorbehoedende kuren geef ik ze nooit en tegen het geel heb ik al jaren geen kuur hoeven geven.
Naast het gamma van dr.Marien lukt het meestal zonder medicijnen naar de laatste vluchten te komen.
Mocht er toch een probleem zijn dan raadpleeg ik de dieren arts.
Verder zie ik aan de duiven of ze in de goede conditie verkeren door het trainen en de algemene indruk.
Het verduisteren gebeurd vanaf maart tot einde juli in tegenstelling van de meeste liefhebbers licht ik ze daarna niet bij.
De gedachte hierachter is dat na het opheffen van de verduistering de duiven in goede conditie komen.
En omdat ik erg laat stop met verduisteren lijkt mij dat ze hierdoor het seizoen gewoon af kunnen maken.
Gelukkig heeft onze afdeling al geanticipeerd op dat rampzalige besluit nationaal vliegprogramma.
Wanneer de duiven opgeleerd zijn komen meestal rond de langste dag de warmte problemen.
Ik denk dat duiven met ervaring hiermee minder problemen hebben dan zij die dan pas opgeleerd worden.
Dus als ik april/ mei begin kan ik rustig een weekje overslaan door slecht weer of een weekje geen tijd.
En mochten de duiven een weekje niet lekker zitten is er genoeg tijd om alsnog door te gaan met opleren.
Wel probeer ik,na dat de duiven zijn opgeleerd, wekelijks het vuurtje warm te houden door ze regelmatig weg te brengen.
Maar zeker niet verder dan 20 km.
Als het spel eenmaal is begonnen dan zijn er de dagelijkse trainingen zonder het tussentijds opleren.
Het voeren is simpel dmv.
Dagelijks een keer voeren met een gewone mengeling van van Tilburg.
Wel meng ik wel eens wat gerst door het voer in het begin van de week.
Ik hoop hiermee een bijdrage te leveren aan het probleem verliezen van de jonge duiven.
Maar ook hier is het wel zo dat het niet komt aanwaaien en je er wel wat voor moet doen.
Gert den Houdijker.