Artikelen

Duiven zijn vaak gevoelig voor atmosferische storingen, zoals veranderingen in het weer. Er zijn verschillende theorieën en onderzoeken die suggereren dat duiven in staat zijn om weersveranderingen te detecteren, vooral veranderingen die gepaard gaan met stormen of andere atmosferische verstoringen.

1. Luchtdrukveranderingen: Duiven, net als veel andere vogels, kunnen veranderingen in de luchtdruk voelen. Een plotselinge daling van de luchtdruk kan vaak wijzen op naderend slecht weer, zoals stormen of regen. Duiven zouden hierdoor kunnen merken dat er een atmosfeerverandering op komst is en zich voorbereiden op een vlucht of ergens schuilen.

2. Elektromagnetische signalen: Er is ook onderzoek dat suggereert dat duiven mogelijk gevoelig zijn voor elektromagnetische velden die vaak gepaard gaan met stormen en onweersbuien. Deze signalen zouden hen helpen om veranderingen in het weer en de atmosfeer op te merken.

3. Gedrag: Duiven kunnen hun gedrag aanpassen afhankelijk van de weersomstandigheden. Bijvoorbeeld, ze kunnen eerder gaan rusten of zich verschuilen wanneer ze merken dat het weer gaat veranderen.

Samenvattend: Duiven hebben een zekere gevoeligheid voor atmosferische storingen, voornamelijk door veranderingen in luchtdruk, elektromagnetische velden en andere natuurlijke signalen die hen helpen om zich aan te passen aan het weer.

https://www.eijerkamp.com/content/WOWD%202008-02%20-%20Rapport%20WIS%20en%20WAS%20onderzoek.pdf