Artikelen

Het inkorfcentrum van Postduivenvereniging De Reisduif bevindt zich aan de Raadhuisstraat in Graft, pal naast de ingang van camping Tuinderij Welgelegen, het zeventiende-eeuwse raadhuisje en de zerkenvloer op de plek waar tot 1951 een eveneens zeventiende-eeuws kerkje stond.

Vanuit het sobere houten gebouw klinken stofzuigergeluiden. Vrijwilliger Cor Strijbis is druk aan het werk. Binnen, in de kantine met bar en Rad van Avontuur, hangen oorkondes, uitslagenlijsten en foto’s van mannen, trots maar voorzichtig poserend met een duif in beide handen. Er is ook een foto van iets jongere Cor bij. Cor met ’de fameuze 20’. De ’20’ was die dag, vanuit de losplaats Meer, in topvorm en bezorgde hem zo een eerste prijs.

Cor is sinds 1982 lid van De Reisduif. Postduiven hield hij daarvoor ook al. Dat ging een beetje vanzelf op de boerderij in West-Graftdijk waar hij opgroeide te midden van de dieren. ,,Je leerde een band met dieren te hebben. Zoals je met een hond een band opbouwt, kun je dat ook met een duif. Moet ook wel, want een geloste duif moet ook weer snel naar huis willen.’’

In de duivensport gaat het volgens Cor vooral om de gezelligheid. ,,Ouderwetse gezelligheid, dat kun je hier ook wel een beetje zien. Het is hier echt duivenmelken. Dat ’melken’ slaat op het ouwehoeren dat duivenhouders altijd doen als ze onder elkaar zijn. De duivensport gaat met veel slap geklets gepaard.’’

De meeste duivenmelkers zijn van Cors generatie. Slechts één lid is aanzienlijk jonger. Toch maakt Cor zich geen zorgen over de toekomst van de duivensport. ,,We hebben nu elf vliegende hokken, dat wil zeggen: leden die met een aantal duiven aan wedstrijden meedoen. Het zijn er meer geweest, maar ook minder. Het gaat in golven. Jonge aanwas is er niet. De jeugd heeft andere dingen aan het hoofd. De computer bijvoorbeeld. Komt nog bij dat ze tegenwoordig vaak op vakantie willen. En da’s lastig als je beesten hebt.’’

Cor is een bekende figuur in Graft en De Rijp. Wie hem niet kent van de voormalige slagerij aan de Grote Dam in De Rijp, kent hem wel van de taxibusjes waarmee hij in de regio voornamelijk kinderen met een beperking vervoerde. De slagerij liep jarenlang goed, maar toen de vraag aan de orde kwam of hij een nieuwe zaak moest beginnen in het winkelcentrum, haakte hij toch af. ,,Ik had een investering moeten doen waardoor ik tot m’n 75ste door had moeten gaan. Daar had ik geen zin in.’’

De taxi was ook mooi werk, vond Cor. ,,Als je iedere dag kinderen met een handicap in je wagen hebt, dan krijg je een andere kijk op de wereld.’’

Via het taxiwerk ontmoette Cor, een tijd na het overlijden van zijn vrouw Gré, zijn nieuwe liefde Yolan, met wie hij nu een latrelatie heeft. ,,Ze was activiteitenbegeleidster bij de dagopvang waar ik vaak heen moest. Het overlijden van Gré was natuurlijk vreselijk droevig, maar ik wilde niet in dat droevige blijven hangen. Als je echt iets van je leven wil maken, komt er altijd iets van terecht.’’