|
Nieuws
Douze points, pour ce/e exellente équipe, incroyable!
We blijven nog even in de sfeer van het veel besproken Eurovisiesongfes7val. Niet zozeer om de
inhoud van het daar vertoonde, maar vanwege de Term: Douze Points. De term is inmiddels veelal
gemeengoed, en breed ingevoerd, vooral in de 7jd van dit meer dan omstreden evenement. Douze
Points staat voor: je verdient de maximale score, je hebt een toppresta7e geleverd. Dat gold ook voor
de hoofdrolspelers van de wedvlucht op Melun Andrezel, de Combina7e A. Houmes en Zoon.
In de dagen voor Melun Andrezel keken velen reikhalzend uit naar zaterdag 11 mei: de voorspelling
was mooi en zonnig weer, goede temperatuur en een NNO-wind. Om 7 uur vertrokken 9143 duiven
vanuit Melun Andrezel, op weg naar hun prach7ge finale. Maar er waren hobbels op de weg en
zorgen over een vrij onbekend fenomeen en de mogelijke gevolgen voor onze duiven: de
Zonnestorm.
De Zonnestorm
Een extreme zonnestorm, die ons in de nacht van vrijdag op zaterdag bereikte, kon een veel grotere
impact hebben op aarde dan we tot nu toe dachten. Denk aan enorme stroomstoringen, problemen
voor de luchtvaart en uitvallen van mobiel telefoonverkeer. Ook de werking van naviga7esystemen
kunnen ontregeld worden. Al snel op zaterdag ochtend zag ik op Facebook verontruste berichten.
Veel duivenhouders maakten zich erns7g zorgen over het vermogen van de duiven om onder deze
omstandigheden goed naar huis te komen. Een wagen van afdeling Friesland stond met pech langs de
weg, in Warschau brandde een groot winkelcentrum tot de grond af, 7jdens een hardloopwedstrijd in
Leiden vielen atleten bij bosjes tegen de grond en ook bij Joost Klein, bijna winnaar van het
Eurovisiesongfes7val, sloegen de stoppen door en waren zijn poppen (niet meer) aan het dansen. Als
dan 7jdens het wachten Compu Live enkele minuten uitvalt, en wij op weg naar Simon naast de
Lammerrenburg, ineens een stuk of 20 duiven in de sloot zien ploffen, als A. Roelofs uit Middelburg
plots ruim als ijstaanvoerder op Compu live staat, ga je je toch even achter de oren krabben. Het zal
toch niet waar zijn?
Gelukkig viel het reuze mee en liet ik slechts (hier en daar) mijn fantasie even de vrijeloop, zoals je
natuurlijk hebt gemerkt. De duiven die zaterdag nog ontbraken waren veelal jaarlingen met weinig
ervaring.
De Zonnestraal
Carlos Alcaraz Garfia is een jonge Spaanse tennis prof. Alcaraz is 21 jaar en heea met zijn hobby reeds
meer dan 28 miljoen dollar bij elkaar geslagen. Hij staat inmiddels 3e in de ATP-ranking en won reeds
2e keer het toernooi van Indian Wells, in Californië. Deze jonge gast met een prach7ge uitstraling was,
om welke reden dan ook, voor de familie Houmes meer dan de moeite waard om een van hun duiven
naar hem te vernoemen. Ik waag het te betwijfelen dat het bijeen geslagen prijzengeld de
belangrijkste factor was bij het vernoemen. Ik vermoed meer de uitstraling, het talent en de wil te
winnen. Af en toe slaat hij de bal flink mis en dat brengt me bij die andere Alcaraz, de 2022-8501038,
inmiddels een van de beste duiven in Zeeland. De winnaar is de 2-jarige blauwe doffer NL 22-
8501038 "Alcaraz", die naam kreeg hij als jonge duif toen hij meermaals liet zien over het nodige
talent te beschikken, evenals de toen doorbrekende Spaanse tennisser. Hij won op 30 juli een 1e
provinciaal Roye van bijna 6.000 duiven! Een maand later met de sectorlossing vanuit Fontenaye won
hij weer een 1e, nu in de CCW van 717 duiven, op provinciaal vlak was dit goed voor de 5e NPO van
3.089 duiven. Ook van de totale lossing Sector 1a van ruim 10.000 duiven was deze prestatie goed
voor een 5e stek, helaas is hier destijds om onverklaarbare reden geen uitslag van gemaakt.
Als jaarling kwam deze halve Limburger (vlak vooral de bijdrage van Superkweekkoppel Reno en
Roxane niet uit) maar laat op gang, was qua vorm lange tijd niet zoals het wezen moet, maar
herstelde zich goed in de laatste fase van het dagfondseizoen met een 2e Issoudun (na een
hokgenoot) en een 3e Chateauroux op clubniveau.
In de week voorafgaand aan Melun was hij opgevallen qua gedrag, uitstraling en conditie en dat
heeft hij afgelopen zaterdag met overtuiging waargemaakt, evenals zijn hokgenoten waar ze zeer
content mee zijn. Dat geeft vertrouwen voor de komende weken!
Kijken we naar het totaal plaatje dan was het weer een typische Houmes-dag: vroeg en veel op de
uitslag, in de vereniging, in de CCW, in SS west maar ook, en daar gaat het uiteindelijk om, in de
afdeling.
Kijk en huiver: op de afdelingsuitslag staan 50 van de 60 duiven waarmee ze aan de start verschenen.
Oa: 2-7-16-26-27-32-40-44-45-59-60-62-68-80-84-85-96-99 en 100. Maar liefst 19 duiven bij de
eerste honderd; en wel binnen 8 minuten. Imposant! Mede hierdoor en de indrukwekkende serie
waren ze 2e grootmeester van de Afdeling Zeeland. Naast de Combinatie A. Houmes en Zoon, staan
ook Tom, Huib en Patrick in de top tien van het Grootmeester-lijstje. Super!
Storm in een glas water.
De bezorgde geluiden die ik zaterdagochtend las op de sociale media verdwenen in de
loop van de dag. Het was een prachtige dag, een mooie vlucht met mooie aankomsten
en veel tevreden duivenhouders. Of duiven werkelijk schade of hinder hebben van een
zonnestorm is mij niet bekend. Daar heb je gedegen onderzoek voor nodig en anders
worden het inhoudsloze kreten. Natuurlijk ontbraken er duiven aan het einde van de dag.
Veelal jaarlingen met weinig ervaring opgedaan als jong. Los van de zonnestorm kan ik
me wel voorstellen dat de duivenhouders in SS Midden en Oost, hopen op een andere
wind. Bij de eerste 100 duiven op de afdelingsuitslag waren slechts 7 duiven uit Midden
en Oost. Daar hoopt men op betere tijden. En die komen er, en dat is goed voor het
evenwicht en de moraal. Voor de Combinatie A. Houmes en Zoon kon het weekend niet
meer stuk. Als hun duiven deze conditie behouden zullen er weer vele Houmes-dagen
komen. Werk aan de winkel voor de concurrentie. Maar vergeet ondertussen niet vooral
te genieten van je gevleugelde vrienden.
Mark Bugajski
Duidelijk een topic dat leeft en we kregen nog een heleboel extra vragen om verduidelijking. Het is zo dat het niet meteen een 1+1+1+… verhaal is.
Als duiven ‘s morgens vroeg gelost worden is de UV-straling nooit hoog zoals je kan zien op onderstaande afbeelding (waarnemingen en te verwachten UV index van 15-06-2022). Jaarse en oudere duiven hebben daar ervaring mee. Het kan dan wel een moeilijk(er) verloop zijn maar meestal redden die zich wel. Jonge duiven echter moeten de kans krijgen het te leren, want ook een (te) lage UV index brengt ze in de problemen. Ze kunnen zich ook dan moeilijk oriënteren. Zelf houden we de regel aan dat er bij het prille begin van opleren niet opgeleerd wordt als de UV index lager dan 2.5 en hoger dan 5 is. Dat is altijd al een veilige marge gebleken. Gaandeweg en naarmate de jongen meer ervaring opdoen worden die marges ruimer.
Is er alleen een hoge UV-index maar de wind zit er achter en we hebben wat wolken in de lucht, zal de training van de jongen al iets makkelijker verlopen. Inversie hebben we ook niet meteen ‘s morgens vroeg. Die steekt maar de kop op als het warmer en warmer begint te worden (8-9 uur). Grondnevel of ochtenddauw verdampen dan en vormen een laag waardoor de jongkies de stand van de zon niet juist kunnen interpreteren. Ze kunnen zich dan zeer moeilijk oriënteren en komen niet uit op de plaats waar ze denken of dachten uit te komen. Dat wordt dan zoeken. Als dat allemaal kan gebeuren met een gezapig windje in de staart kan dat nog meevallen. Zit de wind op het neusje vergemakkelijkt dat de zaken natuurlijk niet.
UV, inversie, oost of noordoostenwind elk op zich kan dan al wel meevallen, maar het is de mix daarvan die voor veel ellende kan zorgen. Het zijn tenslotte jonge dieren die nog veel moeten leren en ze moeten daartoe toch een eerlijke kans krijgen. Als je morgen je kinderen of kleinkinderen wil leren zwemmen gooi je die ook niet meteen op de dijk van Oostende in zee denk ik zo?
Zorg steeds voor een volle brandstoftank!
Stel u voor dat onervaren jongen gelost worden om 7 uur met een UV waarde 2 en een lichte oost noordoostenwind. Oriënteren is dan al een beetje moeilijk en tegen de wind ingaan ervaren ze ook niet meteen als echt aangenaam. Het wordt ondertussen warmer en de inversie steekt de kop op. Nou moe… effe ”verloren” gevlogen, maar we blijven zoeken. De wind wakkert wat aan, het wordt warmer en warmer en die UV waardes blijven maar stijgen…
Er zijn er altijd die er wel doorheen komen maar voor het gros van de beestjes zal dat niet het geval zijn. Ze kunnen ook maar zo lang vliegen en zoeken tot de brandstoftank leeg is. Dat zijn dan de duifjes die je op straat ziet lopen of op je dak landen op zoek naar iets te drinken of te pikken. Daarom dat we ook steeds aanhouden de jongen AIDI Super kweek te blijven geven tot ze goed en wel opgeleerd zijn. Ze hebben dan voor ruim 7-8 uur brandstof in de tank en dan kunnen ze wel wat hebben. Ze komen dan net iets minder goed binnen bij thuiskomst maar dat is nog altijd beter dan ze niet meer, of als een hoopje pluimen thuis te krijgen. Daar wordt je als liefhebber ook niet vrolijker van.
Kan je dan helemaal geen jongen trainen?
Jawel, maar beperk het tot 10-20km. En uiteraard hoe meer ervaren de jonkies, hoe beter ze zich uit de slag zullen trekken. De klassieke opleermanden die open zijn bovenaan zoals op deze foto zijn een handig hulpmiddel om de situatie beter in te kunnen schatten als je ze zelf gaat oplaten.
Als je deze naast elkaar zet is het voor de duiven veel makkelijker mogelijk zich te oriënteren. Je kan dat zien aan uw dieren. Aanvankelijk zitten die stil met het kopje een beetje schuin naar boven te kijken. Pas als ze zich georiënteerd hebben zullen ze beginnen rumoeriger worden in de manden. Dat kan zeer snel gebeuren maar soms ook lang duren. Het is afhankelijk van de situatie en de conditie van de duiven. Hoe beter de omstandigheden en hoe beter de conditie van de duiven, des te sneller dat gaat. Laat ze in elk geval niet eerder los dan wanneer ze goed rumoerig geworden zijn, ook al duurt dat 10 minuten. Uw geduld zal beloond worden.
Succes er mee !
© Copyright 2024 Team Noël-Willockx - All rights reserved.
ATTENTIE!!!! ATTENTIE!!!!
AFDELING 6
Gelet op de slechte vooruitzichten voor a.s. zaterdag en de geringe kans op lossing op zaterdag heeft uw bestuur, na overleg met de vervoerder, besloten om a.s. vrijdag in te korven, morgen dus. We gaan dan lossen op zondag in Pont St. Maxence.
Er is net pas groen licht gekregen om dit zo te doen.
Geef dit zo snel mogelijk door aan uw leden.
Laatste aanvulling
*** Er is een hele kleine kans dat we toch zaterdag gaan lossen in de loop van de ochtend mits het weer top is.
We wisten allemaal dat het met het weer dit weekend niet echt goed zou zitten. Toch hebben de programma spelers donderdagavond bijna allemaal ingekorfd. Hopende dat de slechte weersverwachting toch wat anders uit zou gaan vallen. Ook wij hadden (op enkele laatkomers van verleden week na) alles ingekorfd.
Zaterdag heeft onze lossingscommissie besloten om niet te lossen. Daar kunnen we hen dankbaar voor zijn. ( Gezien de afloop van de zaterdag wel geloste vlucht in Oost-Brabant) Zondagmorgen kreeg ik mijn Belgische vriend Geert aan de telefoon. Hij wist mij te vertellen dat zijn vlucht op zaterdag ook slecht was verlopen en dat hij zijn 2 eerst getekende nog kwijt was.
Geert belt altijd facetime en was op het moment van bellen buiten. Ik vroeg hem wat voor weer het daar bij hem was. Hij liet mij dat met de camera zien. Alles zat (zo rond half elf) nog potdicht en onze duiven moesten daar toch echt voorbij.
Ik was er dus niet echt gerust op dat het voor onze duiven een mooie strakke vlucht zou gaan worden. De duiven werden gelost om 11.30 uur en we gingen er van uit dat de duiven zo rond de 80 km per uur zouden kunnen gaan halen. Dat zou dus zo rond half 3 zijn.
Het was bij ons achter een gezellige drukke boel rond die tijd. Jos Voortman kwam ook langs, nu niet om een film te maken maar hij had 2 jonge duiven voor mij gekweekt en die kwam hij brengen.
Jochem en Pascal waren ruim op tijd. Jan Botter kwam ook nog, maar was net te laat om de eerste duiven te zien vallen. Terwijl wij met zijn allen gezellig stonden te praten riep Jochem plots”Daar komt er één” en hij wees naar achteren richting het Noordoosten. Het was een jaarling duivinnetje dat verleden week ook al mooi op tijd zat. Even later gevolgd door een jaarling doffer die ook al uit het Noorden terug kwam vliegen.
Dan komen uit alle richtingen duiven uit de lucht vallen. We hebben er ontzettend van genoten ,ze kwamen prachtig gemotiveerd aan snijden. Onze duivinnen vlogen dit weekend pas hun 3e vlucht en die kwamen nu ook al veel beter.
We zagen al snel dat enkele duiven flink regen hadden gehad en er een aantal toppers ook niet op tijd waren. Over de vlucht wil ik niet al teveel uitweiden. Het is allemaal Dordrecht waar de eerste duiven vallen. Het weer (buien) bepaalde dit weekend veel. We hebben gelukkig alles weer thuis en vliegen er 40 in de prijzen van de 55 (afd. 5).
Ik wil mijn dank uitspreken naar de lossingscommissie en de verzorgers van de duiven. Mijn duiven hebben van de drie dagen mand niets geleden en zagen er perfect verzorgd uit.
We hoeven dus niet teveel fratsen uit te halen om ze weer in orde te krijgen voor Melun. Gelukkig is Melun een vlucht met een beetje afstand. We kijken er al naar uit!!
Het haalde de afgelopen weken meermaals de media: de duivenmelkers dreigen er mee naar het gerecht te stappen omdat natuurverenigingen roofvogels uitzetten. Daardoor zijn er in hun ogen te veel roofvogels die te veel van hun kweekduiven pakken. Uit de toelichtingen bleek dat vooral het plaatsen van ‘nestbakken voor haviken’ voor hen een doorn in het oog zijn.
Kleurt Natuurpunt hier buiten de lijntjes en lopen we risico bij een rechtszaak? Hoegenaamd niet! Natuurpunt kweekt geen roofvogels en zet die ook niet uit. Andere natuurverenigingen doen dat evenmin. Juridisch wordt dat dus een case zonder voorwerp. Haviken broeden overigens ook niet in nestbakken aan gebouwen, maar hoog in een boom in het bos.
Waarom is Natuurpunt dan toch betrokken in dit dossier? Het zijn immers toch niet ‘onze’ roofvogels? Wel, Natuurpunt komt op voor meer en betere natuur, en biedt dus weerwerk tegen wie het slecht voor heeft met de natuur.
Wat gebeurt er dan wel rond roofvogels en wordt blijkbaar verkeerd geïnterpreteerd door de duivenmelkers? Voor slechtvalken worden op diverse plaatsen nestbakken gehangen aan hoge gebouwen, waardoor in het wild levende vogels een veiligere nestplaats kunnen kiezen. Verschillende natuurverenigingen werken daar aan mee, soms ook afdelingen van Natuurpunt.
Vaak gebeurt het ophangen van een nestbak voor slechtvalken op vraag van gemeentebesturen of eigenaars van gebouwen om overlast van verwilderde stadsduiven tegen te gaan. Anderzijds zijn er de Natuurhulpcentra die zieke en gewonde wilde dieren opvangen en (voor zover mogelijk) weer vrijlaten na verzorging. Bij een aantal dieren lukt de verzorging en revalidatie niet, dus via deze weg komen er sowieso minder dieren weer terug in de natuur dan er aanvankelijk ziek of gewond raakte.
Tot slot zijn er heel wat vrijwillige vogelringers die wilde roofvogels bestuderen en ze voorzien van wetenschappelijke ringen van het Belgische ringwerk. Veel jonge roofvogels worden zo in de natuur in het nest geringd. Een geringde roofvogel wil dus wel zeggen dat een onderzoeker die ooit in de hand gehad heeft, maar wil hoegenaamd niet zeggen dat de vogel in gevangenschap is gekweekt en uitgezet. Dit in tegenstelling tot kweekduiven, die effectief een ring dragen die verwijst naar wie ze gekweekt heeft voor ze werd vrijgelaten.
Jaarlijks worden er in Vlaanderen door duivenmelkers honderdduizenden ‘reisduiven’ gekweekt en losgelaten in de natuur, weliswaar in de hoop dat ze terugkeren naar hun hok. Maar dat is niet gegarandeerd om diverse redenen, waarvan roofvogels er één kunnen zijn. Reisduiven/postduiven/sportduiven/stadsduiven zijn allemaal namen voor een gedomesticeerde kweekvorm van de rotsduif die niet natuurlijk voorkomt in Vlaanderen. Eigenlijk gaat het hierbij juridisch dus om grootschalige introductie van exoten. Vooral bij langeafstandwedstrijden keert een aanzienlijk deel van die duiven niet terug naar het hok. Diegene die dat toch overleven, vestigen zich als ‘stadsduif’ in steden en op industriegebouwen, waar ze op Europese schaal voor miljoenen euro’s schade veroorzaken aan gebouwen of monumenten, ten laste van de eigenaars en de belastingbetaler. De bestrijding van stadsduiven is dan ook een kostwinning geworden. Een broedpaartje slechtvalken in een nestbak, op een plaats van duivenoverlast, kan het probleem (gedeeltelijk) oplossen. Daarom vragen gemeentebesturen en bedrijven vaak om een nestbak voor slechtvalken te plaatsen.
Dit is een gevolg van wat men decennialang kunstmatig heeft gecreëerd: hadden de duivenbonden hier historisch hun verantwoordelijkheid genomen en de overlast van kweekduiven weten te beperken, zouden er nu allicht minder problemen met stadsduiven zijn, en was er ook minder nood aan nestbakken voor slechtvalken. Het is een oud zeer dat de duivenbonden en individuele duivenmelkers helemaal niet geïnteresseerd zijn om verloren duiven terug te nemen. Maar anderzijds, van zodra een begeerde (jonge) duif verdwijnt, dan leggen duivenmelkers de schuld vast en zeker bij roofvogels. Wat slechts in een deel van de gevallen klopt.
Hoe zit het trouwens met dat ‘teveel aan roofvogels’ in Vlaanderen?
Midden vorige eeuw bereikten roofvogels in Vlaanderen een absoluut dieptepunt, vooral als gevolg van genadeloze vervolging (o.a. op initiatief van duivenbonden) en pesticides (DDT). Nadien zijn ze uit een diep dal deels hersteld. Volgens de duivenbonden nemen ze nog steeds ongeremd toe. Dat klopt niet. Het aantal broedparen van sperwer, torenvalk en boomvalk nam de afgelopen jaren zelfs opnieuw sterk af. Torenvalk hoort ondertussen op de Rode Lijst thuis. Slechtvalk, havik en buizerd hebben hun plafond bereikt in Vlaanderen, wat ook blijkt uit een ondertussen al dalend broedsucces. We zitten momenteel dus weer op een keerpunt voor de roofvogels.
Vooral slechtvalk en havik, in mindere mate wijfje sperwer, zijn van belang voor predatie op reisduiven. De som van die soorten nam de laatste jaren niet opvallend verder toe in Vlaanderen. Ze jagen mogelijk recent wel meer in (voor)stedelijke omgeving. Dat is ook te verwachten gezien het afnemend aantal vogels in bosgebieden, o.a. als gevolg van ernstige verstoring van de voedingstoffenbalans door aanhoudende stikstofvermesting en verzuring.
De duivenbonden roepen hun leden op om duiven die slachtoffer werden van roofvogels te fotograferen en te rapporteren. Dat sommige roofvogels ook stadsduiven vangen is gekend. Dat is gewoon nodig om te overleven!
De informatie die de duivenmelkers nu verzamelen wordt wel interessant wanneer ze een patroon aantonen: bijvoorbeeld in tijd (in welke maanden vallen de meeste slachtoffers?) of ruimte (waar worden de meeste duiven gepakt?). Of misschien zijn bepaalde kleurvariëteiten van duiven gevoeliger voor predatie? Als de duivenbonden dan bovendien een kaart kunnen maken van waar de grootste concentraties gekweekte duiven aanwezig zijn in Vlaanderen, dan zou er wel overwogen kunnen worden of het niet beter is om op die plaatsen geen nestbak voor een slechtvalk te hangen.
Weliswaar in de veronderstelling dat er geen ruimtelijk verband is tussen de aanwezigheid van duiventillen en de overlast van stadsduiven, want dat laatste probleem heeft voor veel gemeenten een prioriteit. Verder is de situatie ook geholpen door een betere kennis van roofvogels bij de duivenmelkers: naast de kwakkel van de haviken in nestbakken zien we ook lokaal duivenmelkers tekeer gaan tegen nestkasten voor torenvalk, wat op erbarmelijke onkunde wijst.
Duivenmelkers klagen over de grote schade omdat het soms om bijzonder dure duiven gaat. Je kan je daarbij afvragen of het sowieso wel verstandig is om vele duizenden euro’s in de lucht te gooien en te verwachten dat die altijd ongehavend zullen terugkeren. Het is een beetje als onaangepast functionerende zelfrijdende auto’s loslaten in het verkeer en nadien alle voorwerpen waar ze op botsen de schuld geven van een aanrijding.
Wat is trouwens het doel van de duivenbonden met hun eis? Heel het luchtruim van Barcelona tot hier (opnieuw) vrij krijgen van roofvogels? Dat zal sowieso niet meer (opnieuw) gebeuren. Wat echt thuis hoort in de vrije natuur: inheemse vogels - inclusief roofvogels - of gekweekte sportduiven, is voor de natuursector zelfs geen vraag. Roofvogels richten zich op de meest voorkomende of gemakkelijkst grijpbare soorten. Wie in de vrije natuur iets wil doen, moet rekening houden met de regels en wetten die daar gelden: als het regent, word je nat. Je kan dan leren binnen te blijven of een paraplu te gebruiken. Van de overheid verwachten dat ze de wolken zal wegdoen heeft weinig zin.
Een van die basisregels is dat soorten die talrijk of minder slim of rap zijn, meer risico lopen opgegeten te worden. Tenzij je slimmer bent dan de roofvogels. Zo zijn er misschien mogelijkheden om de duurdere duiven in een groep te beschermen door ze te laten uitvliegen samen met duiven die meer de aandacht trekken (door kleur of gedrag). Het loont de moeite om hier mee te experimenteren. Als je bijvoorbeeld duiven van het ras ‘tuimelaar’ loslaat rond een hok samen met andere duiven, trekken die gek vliegende tuimelaars zodanig de aandacht dat roofvogels hier wellicht eerst op focussen, waardoor de andere gespaard kunnen blijven. Dat is vergelijkbaar met de strategie om myotonische geiten in te zetten en zo predatie door wolven of grote katten van meer waardevol vee in te perken. Anderzijds zijn er ook al sprays op de markt waarmee men duiven felle kleuren kan geven die roofvogels misschien kunnen afschrikken. Hier valt nog wat experimenteel studiewerk rond te doen. Roofvogels jagen overigens niet constant. Wie pal onder een nest slechtvalken woont, kan door ze te observeren weten wanneer ze net gegeten hebben en het uitlaten van de duiven daarop afstellen.
Aangezien Natuurpunt geen roofvogels kweekt en uitzet, kan er dus geen zaak gemaakt worden voor de rechtbank. Natuurpunt betreurt de emotie en sfeerzetting die er rond gemaakt wordt door de duivenbonden: roofvogels horen bij de natuur, sportduiven zijn het kunstmatige element. Natuurpunt wil meewerken aan het in kaart brengen van het fenomeen en het zoeken naar oplossingen waar nog onbenutte opportuniteiten liggen.
Tekst: Marc Herremans (Natuurpunt Studie)
Stichting Behoud Duivensport
Inmiddels zijn we vijf weken verder sinds ik mijn vorige logboek schreef. Weken die grotendeels in het teken stonden van de oprichting van de Stichting Behoud Duivensport. Mijn column waarin ik de plannen heb uitgelegd, is op 15 maart in het Spoor der Kampioenen geplaatst. Hier kwamen zoals verwacht veel reacties op. Vrijwel alle reacties waren positief en binnen een week was het aantal supporters die op enigerlei wijze steun willen verlenen, meer dan verdubbeld. Ook de Facebookgroep groeit dagelijks en telt inmiddels bijna 900 leden. Binnen de supportersgroep zijn er inmiddels ruim 60 liefhebbers die als mentor een beginner of herstarter onder hun hoede willen nemen. Hiermee is voor half Nederland al voorzien terwijl ik de specifieke vraag om mentoren nog niet eens gesteld heb. Ook worden er vanuit het hele land jonge duiven aangeboden voor starters en herstarters. Dit grotendeels gratis en ook van liefhebbers die de afgelopen wintermaanden op diverse podia hebben gestaan.
De afgelopen weken heb ik de visie, missie en kernactiviteiten beschreven en op mijn website geplaatst. https://www.de-duivencoach.nl/Stichting-Behoud-Duivensport/ Het concept had ik van te voren naar de supporters gestuurd en van een aantal van hen kreeg ik zeer goede tips en adviezen. Op basis daarvan heb ik besloten om niet met de oprichting van de stichting te wachten tot 2025 en heb ik contact met een notaris gezocht, alsmede met een accountant en de Kamer van Koophandel. Vorige week heb ik de benodigde stukken naar de notaris gestuurd voor de oprichtingsakte en de statuten. Nu wordt het tijd om een logo te ontwerpen en de voorbereidingen te treffen voor de opzet van een website. Wanneer de stichting is opgericht ga ik op zoek naar donateurs die met een bon voor een jonge duif of met een geldelijke donatie de stichting willen steunen. Het streven is om in november een bonnenverkoop te organiseren. Voor het comité van aanbeveling heb ik Hans Eijerkamp bereid gevonden waarmee ik uiteraard erg blij ben. Goed voorbeeld doet volgen.
Stambomen
Van enkele liefhebbers kreeg ik een aantal tassen en dozen vol oude verkooplijsten en duivendagboeken van de jaren 70, 80 en 90. Bij het doorzoeken van de stambomen kwam ik wel wat interessante dingen tegen. Sommige duiven kregen op de verkooplijsten andere ouders bijvoorbeeld en ook zag ik dat op bepaalde stambomen er bewust een generatie tussenuit gelaten was. De desbetreffende liefhebbers waren een begrip in de jaren zeventig en leven inmiddels niet meer. Maar deze praktijken zijn helaas niet uitgestorven. Het zal ook niet altijd kwaadwil zijn geweest. Vergissingen zijn menselijk immers. Maar zo gauw er veel geld mee gemoeid is, des te eerder er moedwillig een foutje wordt gemaakt. Dat is van alle tijden.
Soort, ras of stam (familie)
Door de jaren heen heb ik veel vragen gehad wat nu het verschil tussen soort of ras is en wanneer je daar over kan spreken bij postduiven. Het antwoord is vrij simpel eigenlijk. De postduif is een ras van het soort Columba Livia (de Rotsduif) waartoe ook alle rassen sierduiven behoren. Er zijn iets meer dan 300 duivensoorten wilde duiven en daar is de Rotsduif er dus slechts eentje van. Andere soorten van het geslacht Columba zijn onder andere de Holenduif en de Houtduif. Er zijn ruim 1000 rassen gedomesticeerde (sier)duiven die allen als voorouder de Rotsduif hebben waarvan de postduif er dus eentje is. Er zijn ook enkele rassen postduiven die puur voor de show worden gefokt zoals de Schoonheidspostduif bijvoorbeeld. Op mijn website heb ik een artikel geschreven over dit onderwerp en er een aantal foto’s bijgeplaatst om het onderscheid tussen soorten en rassen te verduidelijken. Het ras Aarden bestaat dus niet en is gewoon het ras Postduif. Je kunt wel spreken van een stam of familie als er over meerdere jaren alleen in dezelfde familie wordt gekweekt. En die hokken zijn er voor deze stam inderdaad aangezien er vooral uit het buitenland veel vraag is naar (zuivere) Aardens. https://www.de-duivencoach.nl/Het-Lezen-Waard/Duivensoorten,-duivenrassen-en-post-duivenstammen-families/
Gratis
Het gebeurt zo nu en dan dat er liefhebbers die met de duivensport stoppen bij mij aangeven dat ze hun duiven gratis ter beschikking stellen aan liefhebbers die door mij gecoacht worden. Dat gebeurde recent ook nog weer en een drietal liefhebbers konden zodoende met gesloten beurs aan versterking geholpen worden. Dat er liefhebbers stoppen door ouderdom en een slechter wordende gezondheid is een gegeven waarmee we in de duivensport moeten dealen en is uiteraard geen positief bericht. Dat zij hun duiven echter gratis ter beschikking stellen aan beginners en liefhebbers met een kleine beurs, is iets waar ik wel blij van kan worden. Ik maak dat helaas ook anders mee.
Koude start
De start van het vliegseizoen is niet voor iedereen even goed begonnen. Hier is het gure weer, zoals afgelopen zaterdag met lage temperaturen en zo hier en daar regen en zelfs hagel op de vlieglijn, mede debet aan. Vooral onervaren jaarlingen die in hun geboortejaar weinig of helemaal niet zijn gespeeld, hadden hier moeite mee getuige de lege plekken op verschillende hokken. Het viel me op dat er vooral bij een aantal marathonspelers verliezen onder de jaarlingen waren te betreuren. Veelal waren dat duiven die in hun geboortejaar alleen maar waren afgericht en niet op de wedvluchten zijn gespeeld. Toevallig sprak ik enkele marathonspelers die aangaven dat zij er sinds vorig jaar vanaf zijn gestapt om hun jongen alleen op te leren, of alleen op de natour of taartvluchten te spelen. Deze liefhebbers hadden afgelopen weken geen verliezen terwijl ze andere jaren in het voorjaar toch wel wat jaarlingen verspeelden.
Spartaanse methodes in de duivensport zie je steeds vaker. Sommige zeggen het maar doen het niet. Andere zeggen het en het resultaat mag er wezen.
Bennie de Vries uit Bolsward
Meneer de Vries uit Bolsward is er zo één die zegt wat ie doet en doet wat ie zegt.
Bennie beschikt over een stronthok, een stinkhok en een echt duivenhok maar voordat je als jonge duif daar terecht komt moet je heel wat overleeft hebben. Het zijn dan ook alleen de echte overlevers die het redden.
Het stronthok
Laten we beginnen met het stronthok. Dit is een open hok waarin het net zo hard waait als dat het buiten het hok doet. Schoonmaken is een unicum en gebeurt hoogstens eens per jaar mits hij niet vergeet. Als jong duifje begin je je leven in het stronthok. Waar er niet of nauwelijks naar om gekeken word. Medicijnen komen het stronthok niet in. Je overleeft of je sterft meer keuze is er niet. Hok staat in de winter altijd open en overleef je de roofvogels en allerlei ziektes dan mag je het jaar erop naar het stinkhok.
Het stinkhok
Het stinkhok is al niet veel beter dan het stronthok maar er is tenminste een scharretje waar je op kan zitten. Dus er is sprake van enige luxe wanneer je alleen het stronthok gewend bent. Voer bestaat uit het Beijers voer en dan voornamelijk aangevuld met groente uit eigen tuin. Soms staat er water op het hok, soms ook niet en dan moet je maar kijken wat je doet. Je mag wel twee wedstrijden spelen zoals Ruffec en Limoges. Maar of ik blij zou zijn als ik met mijn duiven in hun mand moet zitten.
Het duivenhok
Gefeliciteerd het is een hele prestatie als je uiteindelijk in een normaal duivenhok mag wonen. Degene die er komen hebben het ook echt verdient. Zijn ijzersterk, supergezond en weten aan de roofvogels te ontkomen. Wat deze duiven iedergeval hebben is overlevingsinstinct.
Resultaat van deze spartaanse methode
Het resultaat is niet slecht te noemen en zet je aan het denken. Degene die overleven en prijs hebben gewonnen op de zware fond mogen de rest van hun leven blijven. De duiven worden zelfs op negenjarige leeftijd nog gespeeld en met succes.
1e prijs van Limoges
nationaal St. Vincent 13 – 16 – 38
Jaren met 15 tot 20 keer teletekst
Laat maar weten of deze manier van duiven houden wat voor je is.
By Ome Willem duivenhouden.com
|
Het virucide desinfectiemiddel: effectief tegen alle 18 virusfamilies. Het desinfectiemiddel voor in de landbouw. Virkon heeft een virucide, bactericide, fungicide en reinigende werking op alle materialen en oppervlakten.
Het ontsmettingsmiddel Virkon®S is opnieuw geëvalueerd door Wageningen Universiteit (CVI Lelystad)
1) om tegemoet te komen aan de nieuwe EU regelgeving voor Salmonella controle. Voor de test zijn de nieuwe EN1656 test protocollen gebruikt, waarin bevestigd werd dat Virkon ®S 1% en 0,5% bij een temperatuur van 10°C effectief is tegen de 5 door de EU aangewezen te controleren Salmonella typen. Deze 5 Salmonella typen kunnen problemen veroorzaken in de volksgezondheid nl: Salmonella enteritidis, Salmonella typhimurium, Salmonella virchov, Salmonella infantis en Salmonella hadar. In een eerder onderzoek (2003) met eenzelfde testprotocol heeft het ook de effectiviteit tegen Salmonella paratyphi B biovar. Java bewezen.
Door deze uitstekende resultaten is Virkon®S het aangewezen middel om in te zetten bij de Salmonella controle, zoals bewezen in deze EN testen, en bij de reductie van de potentiële infectieuze Salmonella super stammen.
2) Virkon®S als oxiderende desinfectant, wordt niet in verband gebracht met de beïnvloeding van het mechanisme van de bacterie of bacteriewand en de ontwikkeling van Salmonella resistente stammen door desinfectanten en antibiotica.
3) Voor een effectieve routine desinfectie, adviseren veterinaire en technisch deskundigen van DuPont, dat alle reiniging en desinfectie-procedures regelmatig moeten worden beoordeeld en indien nodig worden aangepast. Van algemeen veegschoon tot de moeilijk te bereiken plaatsen als kieren en naden, en bij de selectie van de juiste reinigingsmiddelen en desinfectie middelen, in de juiste doseringen en goed toegepast. Extra aandacht moet besteed worden rondom de stal en de materialen die naar buiten worden gebracht tijdens het reinigingsproces. Wanneer deze weer in de stal worden gebracht moet men voorkomen dat besmette materialen weer in de schone stal worden gebracht. Deze extra aandacht is ook nodig voor het watersysteem en voersysteem welke gemakkelijk vergeten worden.
Virkon S ® is een product van DuPont ™ en is wettelijk toepasbaar in Nederland en België.
Virkon®S kan ingezet worden tegen de schimmel, Batrachochytrium dendrobatidis, die de huidziekte chytridiomycose veroorzaakt bij amfibieën. Deze schimmel word o.a. verspreid door materialen die besmet zijn zoals: laarzen, netten en andere materialen die in het veld gebruikt worden. Door deze effectief te reinigen en ontsmetten kan men overdracht voorkomen.
Virkon® S effectief tegen veroorzaker van Q koorts. Ontsmettingsmiddel Virkon S is effectief gebleken tegen de bacterie die Q koorts kan veroorzaken ( Coxiela Burnetii ). Q koorts veroorzaker is een Gram-negatieve bacterie die zeer recistent is tegen diverse desinfectiemiddelen. Ook de lage buiten temperatuur tijdens het winterseizoen beinvloed de werking van vele desinfectia. Virkon® S is bevestigd effectief en ongevoelig voor een lage temperatuur.
Werking
Virkon S heeft een zeer breed werkingspectrum o.a. tegen:
Bacteriën: Staphylococcus aureus, Pseudomonas aeruginosa, Mycobacterium spp, (e.a. Mycobacterium tuberculosis, (3% conc.) Aeromonas, Bacillus, Bordetella, Erysipelothrix, Proteus, Escherichia coli, Pasteurella, Salmonella, Streptococcus, Taylorella, Treponema, Vibrio, Renibacterium, Klebsiella, Shigella, Neisseria, Clostridium, Haemophilus, Listeria, Yersinia en Campylobacter, en tegen de sporen van Bacillus cereus sporogenes en Bacillus subtilis.
Schimmels en gisten: Candida albicans, Absidia, Trichophyton en Aspergillus (2%)
Virussen: Para-influenza, Influenza bij vogels, BVD. EVA, Lassa Fever, Maedi-Visna, PRRS, dolheid en "snakehead" rhabovirus, RVF, TGE, rhinotracheitis bij kalkoenen, bovien corona, reovirus bij vogels, bovien rota, Gumboro, IPNV, IBR, bovien pseudocowpox, Marek, myxomatose, Auyesky, Parvovirus, Andeno bij vogels en honden, Bovien Polyma en CAV. Tegen de mycoplasmen M gallisepticum en M. hyorhinis.
Ingrediënten
- Potassium monopersulfaat (21.25%) e.a.
- Wateroplosbaar poeder
Hoe te gebruiken
- Voor desinfectie van gebouwen en materiaal in landbouw en veeteelt
- Voor normaal gebruik 0.5% tot 1%
- Voor totaal desinfectie 1% (schoonmaken voor behandeling)
- Door bespuiting, besproeiing: ten minste 30 minuten, zonder spoeling na de ontsmetting
- Oplossing is stabiel ten minste 7 dagen
Schrob modderresten van de laarzen af, spuit af met Virkon®S, 5 minuten laten drogen en de materialen zijn weer klaar voor gebruik, eventueel nog naspoelen met leidingwater. Van open water af gebruiken (zie ook tekst op hygiene protocol, www.ravon.nl).
Concentratie
1% = 10 gram op 1 liter
Technische info
Virkon® S berust op een oxiderende werking en bestaat uit organische en anorganische zouten en breekt af naar zuurstof en zouten. De componenten zijn geclassificeerd als snel biologisch afbreekbaar volgens de standaard OECD en EU tests.
Invloed op de natuur
Uit Zwitsers onderzoek is gebleken dat het geen negatief effect heeft op zoöplankton en kikkervisjes. “Virkon® S appears to be an disinfectant that can beused against Bd with no detectable negative effects on tadpoles and zooplankton.” Bron: Amphibia-Reptilia 30(3):313-319 (2009)
Alternatieven
Lange tijd (>4 uur) volledig laten drogen van de veldmaterialen.