Nick van Adrichem
- donderdag 30 maart 2023
Dit jaar ben ik ook weer naar de beurs geweest. Voor mij is het voornamelijk het spreken van veel bekenden en het ontmoeten van mensen die ik alleen van Facebook of mail ken, waarvoor ik graag de rit naar Houten maak. De vele producten die aangeboden worden zijn me echter grotendeels ontgaan, maar die zijn grotendeels wel op de websites van de desbetreffende bedrijven op te zoeken en die bezoek ik regelmatig.
Opvallend genoeg kreeg ik op het onderwerp “gesjoemel met stamkaarten” geen respons, terwijl ik daar tijdens mijn bezoeken aan liefhebbers wel regelmatig vragen over krijg. De onderwerpen die afgelopen week voorbij kwamen en ik geschikt acht voor dit 7e logboek zijn roofvogels, duivensport in de media, en verduisteren/bijlichten.
Roofvogels
Van diverse kanten kreeg ik berichten dat er op diverse hokken al weer de nodige roofvogelslachtoffers te betreuren zijn. Veelal is het Sperwervrouwtje hiervoor verantwoordelijk zo hoorde ik. De duiven in Vlagtwedde komen tot april nog niet los. Tegen die tijd zijn de jongen speenklaar en gaan we voorzichtig proberen de oude duiven weer los te laten. Dan zijn de meeste overwinteraars weer terug naar hun broedgebieden, veelal in Scandinavië. Van de Slechtvalken die hier in Meppel de laatste paar jaar nogal huishouden onder de postduiven zijn er recent twee dood gevonden en naar ik hoorde zouden deze slachtoffer zijn geworden van de vogelgriep. Nu de meeste postduiven in deze regio de afgelopen maanden zijn vastgehouden, zullen de Slechtvalken zich gevoed hebben met andere vogels die besmet waren met de vogelgriep. Ik zag vandaag echter al weer een nieuw paartje vliegen rondom de fabriek.
Duivensport in de media
Regelmatig krijg ik journalisten aan de telefoon die wat willen weten over de duivensport. Meestal naar aanleiding van berichtgeving over een slecht verlopen vlucht, een duur verkochte postduif, een duivendiefstal, o.i.d. Vrijwel altijd gaat het om sensatie en zelden om oprechte belangstelling in de duivensport. Tot nu toe heb ik nog maar éénmaal een journalist aan de telefoon gehad die wel echt in de duivensport geïnteresseerd was. Dat was naar aanleiding van het boek “Dorus de Doffer” van Rense Sinkgraven. Onder postduivenliefhebbers is het weinig gelezen, maar gezien de vele aandacht van diverse media als kranten, radio- en televisie programma’s is het wel een boek dat de aandacht heeft getrokken. En de recensies uit de literaire wereld zijn doorgaans positief; “Een buitengewoon aardig boekje waarin de wonderlijke wereld van de duivenmelkers mooi beschreven wordt” zegt bijvoorbeeld de bekende schrijver Maarten ’t Hart. Rense, die zelf ook postduiven heeft gehad heeft zich met dit boekje een ware ambassadeur voor de duivensport getoond. In diverse praatprogramma’s werd Rense het hemd van het lijf gevraagd over de duivensport en mijn inziens heeft hij een overwegend positief beeld van de duivensport geschetst. Of dat nieuwe leden zal opleveren weet ik niet, maar wellicht zijn er wel herstarters bij wie door deze aandacht voor de duivensport het vlammetje weer gaat branden.
Verduisteren
Hoewel het overgrote deel van de duivenliefhebbers verduisterd en vaak ook bijlicht, merk ik aan de hand van de vragen die mij de afgelopen jaren hierover zijn gesteld, dat er nog best een vrij grote groep is die feitelijk niet exact weet waarom ze dat doen, maar gewoon klakkeloos het advies andere liefhebbers opvolgen. Zo vroeg vorige week iemand of je met alleen verduisteren vanaf maart t/m augustus niet hetzelfde effect zou bereiken als met eerst verduisteren en later bijlichten. Mijn antwoord hierop was dit absoluut niet te doen en dat dit waarschijnlijk desastreus zal uitpakken. De duiven zullen moeilijk of helemaal geen vorm krijgen en ik ben ook bang dat de verliezen groot zullen zijn. Wat voor effect dit op de rui zal hebben weet ik niet, maar ik hoop niet dat er liefhebbers zijn die het uitproberen om hun duiven het hele voorjaar en de zomer verduisteren. Goed voor de duiven is het zeer zeker niet.
Verduisteren is de dagen kunstmatig kort houden, net zo kort als in de winter. Het gevolg hiervan is dat het ruiproces tegengehouden wordt. Dat na het vallen van de 5e slagpen het ruiproces (de grote rui) pas echt goed op gang komt (duiven ruien feitelijk het hele jaar door) is duidelijk zichtbaar aan het ruien van de dekveren en even duidelijk is dat het dan met prijsvliegen gedaan is. Om te voorkomen dat de duiven te vroeg in de rui vallen, wordt door de meeste liefhebbers op verschillende manieren het vallen van de eerste slagpen zo lang mogelijk uitgesteld. Want na het vallen van de eerste slagpen start feitelijk de rui, gemiddeld 20 dagen later de volgende pen enzovoort. Normaliter valt de volgende slagpen wanneer de nieuwe pen ongeveer driekwart volgroeid is, maar door allerlei oorzaken kan het ook voorkomen dat soms twee slagpennen kort na elkaar vallen.
Verduisteren met jonge duiven wordt doorgaans gedaan vanaf een week na het afspenen. Winterjongen hoeven uiteraard niet zo snel na het afspenen verduisterd te worden. Ook hierover krijg ik regelmatig vragen. De dagen zijn dan (begin februari) immers nog kort. Eind maart is vroeg genoeg om winterjongen te verduisteren. En ik ken ook liefhebbers die hun winterjongen niet verduisteren en waarbij de pennenrui laat genoeg start om bijna het hele vliegprogramma met de jongen te kunnen spelen. En zeker als ze de laatste vluchten de jongen op nest (jongen) spelen.
Verduisteren met oude duiven wordt niet alleen gedaan om de rui uit te stellen maar vooral ook om de vorm iets uit te stellen. Vooral bij dagfond en marathonspelers wordt het veel gedaan. Ook zijn er liefhebbers die de oude duiven niet echt verduisteren, maar na het spenen van de jongen hun oude duiven in het schemer houden overdag en pas na half mei de natuurlijke situatie weer herstellen.