- dinsdag 26 juni 2018
Hij kijkt me aan alsof ik de grootst mogelijk waarheid verkondig die in feite niet uit mijn koker komt. Wat is nu het geval. Deze melker rijgt elk weekend de ene na de andere serie uitslag aaneen zonder zelf te weten: HOE! Natuurlijk, heeft hij een uitgelezen hok met duiven en hij doet echt alles om ze optimaal aan de start te krijgen. Maar na een kort referaat over de ‘wil’ van hem als melker viel ons gesprek stil. Waarom? Omdat hij zichzelf hoorde praten. Niet ik bracht hem het grote nieuws, maar hij zelf roept al jaren: IK WIL DAT MIJN DUIVEN TOPVLIEGEN. En om zijn eigen woorden kracht bij te zetten, schrijf ik dit verhaal.
Een duif die kan met zijn specifieke vluchthormonen een zeer hoge snelheid bereiken, plus het is instaat meerdere elektromagnetische herkenningspunten in zichzelf op te nemen. Dat is aangeboren net als wij mensen een sturende wil hebben meegekregen. Alleen, deze wil moet wel overeenkomen met de wil van de ander. Om tot resultaat te komen. In dit geval die van een duif. Kortom, wij mensen zijn de enige diersoort met een zelfsturende wilskracht. Het verschil zit hem in de onderlinge wilskracht van mensen, melkers.
De wilskracht is een bijna niet te meten fenomeen, die alleen naar voren komt wanneer we voldoende inzet plegen. Vandaar dat we de uitspraak hanteren: Waar een wil is is een weg. Maar hoe zit dat met de relatie melker – duif. Nou, laten we is kijken naar een wedstrijdduif, want daar hebben we het hierover. Het heeft van nature de drang om naar zijn hok terug te vliegen. Maar wordt hierin in zijn wilskracht vooraf gegaan door zijn verzorger. Immers, die moet als het kan over net even iets meer prestatiedrang beschikken als zijn beste duif. Die moet bijvoorbeeld in de praktijk, ’s ochtends om 5 uur opstaan om naar zijn duiven te gaan. En voortdurend actief bezig zijn in het zichzelf als verzorger te verbeteren. Deze melker had deze wijsheid zelfs op een groot vel laten drukken en in zijn hok opgehangen. Ofwel, hij liet geen gelegenheid voorbij gaan om zichzelf en daarmee zijn duiven te motiveren. Nogmaals, het is niet mijn wijsheid maar van deze melker zelf.
Nu de theorie: wilskracht van mens en dier is binnen de natuurkunde warmte-energie (infrarood), die of mooi in een vorm past of volledige chaos vertegenwoordigt. Wanneer, een melker ’s ochtends vroeg met zijn eigen warmte-energie het duivenhok binnenkomt, zitten zijn ‘koud’ geworden duiven al te wachten. Op een nieuwe dosis infrarood warmtestraling van de baas. Maar heeft de baas bv een slecht humeur deinzen te terug, want ze willen niet de koude kant van zijn infrarood warmte opnemen. Kortom, warmteoverdracht dat maakt een duif energiek. Zeker bij vitesse- midfond en ook dagfond duiven moet de wil aanwezig om zijn warmte-energie te delen met zijn baas. Naar mijn idee een eerste vereiste om goed op de uitslag te komen. Zaken als de wil om te winnen is hierbij de basis.