- zondag 10 november 2024
Vooral dingen die van belang zijn wekken interesse.
-Als iemand problemen heeft met paratyfus zal hij gesprekken daarover of columns met aandacht volgen. Had hij daarentegen nooit met deze kwaal te maken dan laat hij het meestal achteloos aan zich voorbij gaan.
-Als iemand zijn minder goed presteren wijt aan zijn hokken zal hij extra aandacht hebben als hokken ter sprake komen. Speelt hij al jaren keihard dan is het voor hem niet interessant. Want dan weet hij dat de hokken goed zijn.
-De man die afgelopen jaar uit zijn oudere kwekers die eerder al goede gaven niet een echt goed jong kweekte stelt zich vragen of je wel uit oude duiven moet kweken.
Daarom heeft die materie nu zijn aandacht.
De dagdagelijkse praktijk geeft een antwoord op die vraag.
MENINGEN VERSCHILLEN
Of oudere duiven even vlot goede kunnen geven als jongere? Meningen verschillen.
- Nogal wat mensen menen van niet. Daarom dat je vaak hoort van een verkoop van alle duiven ‘ouder dan’. Dat zijn meestal goede liefhebbers van wie je mag weten wat ze doen.
- Maar er zijn er ook die de jongen uit de oudste duiven verkiezen als ze wat bijhalen. ‘Dat moeten wel goede zijn, andere zouden ze er zo lang niet zitten’, menen ze. Wie hebben gelijk? De duiven vertellen het.
Meer bepaald de pedigrees. Overdreven waarde moet je aan die pedigrees niet hechten als het om kwaliteit gaat. Omdat de goede ook zo veel slechte geven. En ook omdat, als een koppel èèn super gaf, dat geen enkele garantie is dat ze dat ooit nog eens doen. Dat leren dus ook de pedigrees en dat niet alleen.
Ze maken je wijzer of bijvoorbeeld kwaliteit met de leeftijd van de ouderduiven te maken heeft.
REGEL EN UITZONDERINGEN
Als het om superduiven gaat ben ik dus geïnteresseerd in stamkaarten. Niet om van die soort te hebben, maar om er wijzer van te worden. Die leren met name dat zowat alle echt goede duiven kruisingen zijn.
Heel vaak is een van de ouderduiven bij gehaald. Niet zelden zelfs beide.
In oude ‘duivenboeken kon je nog lezen dat je een stammetje moet vormen. Én soms ook hoe. Een stammetje vormen? Dat laat je toch maar beter over aan de concurrentie.
Het meest zie je toch dat de goede jongere duiven als ouders hebben. Meer concreet vijf jaar of jonger.
GEEN REGEL
Moet je daarom kweken uit jongere duiven de regel maken?
Je moet niets, maar je moet dan wel beseffen dat er heel veel uitzonderingen zijn.
Dat een minderheid van de echt goede duiven uit oudere vogels komt, maar dat zijn er teveel om de oudjes helemaal aan de kant te schuiven.
En de oudere duiven van die man die eerder zo goed kweekten maar dit jaar niet een echt goed jong gaven? Ik denk dat er iets anders in het spel was.
Kan niet geloven dat dat ALLEMAAL slechte waren. Toch maar voorzichtig zijn met opruimen, adviseerde ik hem. Hij had dat meer gehoord.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Update
Zelden zo veel gejammer gehoord over paratyfus dan afgelopen maanden.
Wat velen een groot probleem vinden is dat je van dierenartsen (wat overdreven) evenveel verschillende adviezen krijgt als er dierenartsen zijn.
Een gekend Belgische gespecialiseerde dierenarts:
‘Ik adviseer om te beginnen een van je mindere duiven te enten. Wordt die meteen doodziek dan heb je waarschijnlijk prijs.
Mest laten onderzoeken in lab, maar dat geeft geen 100% zekerheid.
Kan men geen salmonella vinden dan wil dat niet zeggen dat dat er niet is, in dat geval ben ik toch voor enten. Maar ook alleen maar enten.
Is er een bewezen infectie dan kuren EN (daarna) enten.'
Of hij gelijk heeft? Weet niet. De man heeft wel een goede reputatie.
LAATSTE SELECTIE
Jongen selecteren vond ik altijd simpel. Ik lette alleen maar op het resultaat, maar daarmee kan zelfs de grootste kampioen problemen hebben.
Als bijvoorbeeld ALLES vloog. Zo’n jaar dat je jongen zichzelf over treffen. Een hok bij zetten is de laatste optie. Wat je in zo’n geval kan doen is afgaan op afstamming en uiterlijk.
Anderzijds kan het ook de beste gebeuren dat diens jongen collectief falen.
Dat ze er geen van allen iets van bakken terwijl de kwaliteit buiten kijf staat.
Voor het fenomeen Bas V was het jonge duivenspel ooit diens achillespees. Met op de koop toe veel verliezen. Nu excelleert hij ook met jongen, maar toch selecteert hij niet, houdt hij alles door en wel om twee redenen.
a. Onkunde. (Zelfs Bas: ‘Ik ken het ook niet.‘)
b: De wetenschap dat sommige duiven die als jong niet presteerden als oude alsnog kunnen gaan knallen. Dat kan.
Ofschoon het omgekeerde vaker gebeurt: Jongen die prima presteerden om het als oude af te laten weten.
Maar niet iedereen is het gegeven alles door te houden en als geen van de jongen goed presteerde heb je een probleem. Hoe jongen selecteren waarvan er niet een voldeed? Natuurlijke gezondheid kan een norm zijn.
O L RACES
Welke One Loft Race ik kan aanbevelen wordt me herhaaldelijk gevraagd. Kan dienaangaande niet spreken uit ervaring. Weet wel dat Rui Emilio (Algarve Gold Race), min of meer een vriend, een zeer correct iemand is. BELANGRIJK gegeven bij het maken van keuzes.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Handig
Omdat niemand iets van duiven kent (op een na) moet je veel jongen kweken, dat is algemeen bekend.
W de Br is er zo een die er liever wat meer kweekt uit de beste dan uit twijfelachtige duiven. Hij heeft daar een handige methode voor. Het enige wat je nodig hebt is een aparte ruimte voor voedsterduiven, die hij trouwens al aan het bijlichten is. Maar dat kan alsnog.
EN NU
Dus eerst die voedsterduiven bijlichten, beide geslachten vervolgens rond 8 november samen, en je het daarbij gemakkelijk maken.
Welke doffer met welke duivin paart heeft geen belang. Wanneer gelegd wordt evenmin. Dat zal voor de meeste wel tussen 18 en 24 november zijn en dan heb je nog een ding te doen: Op de dag dat je je ‘kwekers’ gaat koppelen, pakweg 27 november, de eieren onder de voedsterduiven vandaan halen. Die zullen vervolgens samen gaan leggen met je ‘kwekers’, dus kan je die onderschuiven.
Past dus prima.
VROEGER
Deed men vroeger ook, maar pas nadat de eieren minstens een tijd bebroed waren. Kwestie van de duiven rust te geven en wachten tot de duivinnen ‘achter’ weer terug gesloten waren.
Dat lijkt achterhaald. Tegenwoordig worden de eieren bijna meteen nadat ze gelegd zijn uit gehaald en onder voedsters gelegd, zodat het kweekkoppel weer meteen aan de slag kan voor een volgende ronde. Aldus krijg je twee rondes jongen uit dezelfde ‘betere koppels’ die amper 2 weken in leeftijd verschillen. Die kunnen dan al gauw samen in een hok, samen gevoerd en samen opgeleerd.
Natuurlijk steeds goed noteren onder welke koppels eieren van welke duiven liggen. Of beter nog, ook een notitie op de eieren maken om vergissingen uit te sluiten.
NIET DOMMER
Voor het kweken van de zo verlangde supers zijn toeval of noem het geluk belangrijke factoren.
Waarom kweken we met zijn allen immers zo veel meer jongen dan nodig is?
Om het toeval een handje toe te steken, je in te dekken voor verliezen, maar vooral omdat we het niet weten. Meer loten, meer kansen. De goede komen uit de goede, simpel. Maar probleem is dat de goede ook zoveel slechte geven.
Een driejarige duif die al 2 supers gaf en dat nooit meer herhaalt?
Het is eerder regel dan uitzondering. Pedigrees betekenen niet alles, maar wel iets. Die maken een mens ook niet dommer. Die leren hoe belangrijk toeval is, ook dat de goede heel vaak uit duiven kwamen waar je het niet van verwachtte en minder vaak uit stokoude rakkers. En dat het veelal kruisingen zijn. Een eigen stam opbouwen middels inteelt laat je liever aan de concurrentie over. Wat je dus vaak ziet is dat prima jonge duiven als oude falen en omgekeerd. Dat laatste echter minder vaak. Het doet denken aan wijlen Miel Daems:
‘Als je beste duiven uit je favoriete koppel komen ziet de toekomst er niet goed uit.’ Vooral beginners moeten oppassen in de tijd van verkopingen. Als ze alles en iedereen moeten geloven zijn er meer superkweekkoppels dan super vliegers.