- dinsdag 19 mei 2020
Het leven van een ‘columnist’ zou een stuk draaglijker zijn als hij geen kopjes hoeft te bedenken voor boven zijn artikeltjes. Want soms weet ik het niet, zoals nu. Dus doe ik nu maar als v d H. ‘In deze tijd’ zal wel niet altijd kloppen maar scheelt ‘denktijd’.
VERWARREND
Het is nu twee jaar geleden dat in Midden en West Brabant en ook in Zuid Holland nogal wat jongen stierven. Soms zo maar, van de ene dag op de andere.
Er werd, op advies van de dierenarts, tegen Adeno/Coli gekuurd maar zonder resultaat. Omdat sprake was van Rota virus, aldus een Duits dierenarts. Omdat het geen Adeno was, maar streptokokken beweerde een ander.
Anno april 2020 schijnt de geschiedenis zich te herhalen.
Kuurtjes tegen Adeno/coli helpen weer niet en van die kwaal lijkt ook geen sprake.
Bij Adeno/coli stoppen jongen met eten maar drinken des te meer. Vandaar die vieze platte mest. Op die enkele probleemhokken waarvan nu sprake nu eten ze ook niet maar drinken evenmin.
Jongen worden lusteloos, zitten op de bodem, vermageren en sommige tot velen gaan dood. Wat het mag zijn? Als dierenartsen het niet weten moet men dat mij niet vragen.
ENTSTOF
Overigens zijn er nu de vaccins tegen Adeno en Rota waar velen al zo lang naar verlangden. Gemaakt door Pharmagal in Slowakije. Het ene heet RP (Rota Paramyxo), het andere PHA (Paramyxo, Herpes, Adeno).
Men is zeer tevreden, geen dode jongen meer. Maar wat zegt dat? Wat mij betreft heel weinig. Nu zijn er gelukkig ook talloze hokken zonder problemen. Soms dezelfde waarop destijds jongen stierven, en daar is nu niet geënt. ‘Voor mij moeten die vaccins hun deugdelijkheid nog bewijzen’, zo schreef ik op mijn site.
En mijn tragiek is dat ik soms ook gelijk heb. Zo heeft fondkampioen Bart problemen met jongen die die nieuwe entstof ingespoten kregen. De duiven van diens maat zijn zelfs twee keer geënt, maar ook daar volop miserie!
EIGEN SCHULD
Als je weinig op de hokken komt zijn problemen verzekerd. Zoals:
-Vreemde duiven of jongen tussen je vliegduiven.
-Vliegers die op een ander hok binnen lopen met als gevolg dat hun bak wordt ingenomen.
-En zelf had ik opnieuw een uiterst vervelende ervaring. ‘Hulpje’ Daniel zou wat jongen ringen maar kwam uit het hok met het gezicht op half zeven en in elke hand een nestschotel. Bij twee van de zes (kweek)koppels lagen de jongen van enkele dagen oud dood in het nest, bij de andere de eieren ijskoud.
Meteen wist ik wat ik zou zien: Piepkleine beweeglijke ronde ‘stipjes’. Krijg je er op je armen dan merk je pas goed hoe irritant die krengen jeuken en begrijp je waarom duiven er voor gaan lopen. Wel dient gezegd dat ik kranten in de schotels heb en het dan o zo verleidelijk is het vulsel voor een volgend broedsel niet te verversen. Een excuus mag dat natuurlijk niet zijn.
DE LIEFHEBBER
Mensen stellen zich wel eens de vraag, wat het belangrijkste is om succesvol te zijn: Het hok, de duiven of de liefhebber? Voor mij is dat de liefhebber. Die zorgt er immers wel voor over een goed hok en goede duiven te beschikken. Zoals Belgisch Nationale Kampioen, Leo van Horenbeeck. Zijn 2e Provinciale Kampioen grote HaFo jongen was een geschenk en zo ook zijn zonale winnaar Limoges. Kennelijk een van die mensen die uit duiven weten te halen wat er in zit.
GELOOF ER NIETS VAN
De tussenpersoon die hier ooit duiven kocht vroeg of ik een duif zou vervangen als die stierf of niet bevruchtte.
Met dode duiven moet je natuurlijk niet na jaren afkomen, zo liet ik weten.
Dat was duidelijk. Volgende vraag: Of ik die zou vervangen door een duif uit dezelfde ouders. Nu kreeg ik een onprettig gevoel, en terecht zo zou blijken. Ik kreeg het ringnummer van een driejarige doffer ‘die niet bevruchtte’ en dat bleek uitgerekend een broer van de 006. Dat zegt U natuurlijk weinig, maar dat was een prima vlieger en is nu een begenadigd kweker.
Ik vertrouwde de zaak nu helemaal voor geen meter en vroeg of de klant de ring op wilde sturen. Aldus gebeurde, maar… de ring die ik kreeg was doorgeknipt.
Ik reageerde niet, maar zoals verwacht deden zij dat wel. ‘De liefhebber in kwestie was goudeerlijk maar te zacht. Hij kon geen duiven dood maken, daarom had hij de ring maar door geknipt.’ Ik vroeg hoe de klant heette. Chen, zo bleek. Dat kwam er net iets te snel uit en wie heet daar niet Chen?
‘ALS EEN STOFZUIGER’
Op een week tijd kreeg ik mails van Dirk, Ide, Dirk, Johan, Ludo, Rudy en Chris die allemaal hetzelfde goede nieuws hadden. Terwijl ze andere jaren rond deze tijd al een massa jongen kwijt waren, nu amper een pluim verloren.
Hier is er nog zo een.
‘De talloze duiven die men tegenwoordig door de weeks lapt nemen alles mee en fungeren als een soort stofzuiger’, wist de ene Dirk. ‘Nu er geen duiven gelapt worden zijn er ook geen verliezen.’
Als ik dit schrijf, 28 april, mag weer gelapt worden. Heeft hij gelijk? Als U dit leest zijn we 8 dagen verder en moet u het weten.
NIEUWERKERKEN
Hier ging (afkloppen) slechts een jong verloren. Ze werd aangemeld door iemand uit Nieuwerkerken. Dat plaatsje kende ik. Niet zo ver van de gekende Herbots en een mooi dorp, zo herinner ik me. Vroeger ging ik er wel eens duiven halen bij Jef Kempeneers, destijds een vermaard fondspeler wiens duiven gegeerd waren in Japan. Na zijn overlijden heeft de zoon nog even mee gespeeld. Maar hoe mooi het dorp ook is, zo ver rijden om een jonge duif op te halen doe ik niet meer en ik me. En beloofde ‘het kaartje’ te sturen. Voor ik echter kans zag dat op de bus te doen zat de duif hier terug op het hok.
Zo iets houd je toch niet voor mogelijk? Hemelsbreed 70 km en zonder enige africhting. Hetzelfde maakte ik eens mee met een duif van dhr. E C uit De Pinte. En die maakte het nog bonter, die vloog heen en weer. Met zo’n forens konden we geen van beide iets doen, de duif zit nu bij het jongste lid van de club.
OPLEREN
Weer enkele mails van herintreders. Verrassend hoeveel er toch nog zijn. De meeste zijn 55 plus en vinden dat duivensport wel erg veel is veranderd.
Zo weten sommigen niet goed raad met verduisteren en opleren. Wat opleren betreft is er geen vaste regel. Je kan beginnen vanaf een leeftijd van 100 dagen en niet al te veel later, maar hoe dan verder hangt helemaal af van de omstandigheden.
Trainen ze aan huis geen meter, en dat hoor je steeds meer, dan kan je niet voorzichtig genoeg zijn. Trainen jongen wel fanatiek dan kan veel. Kan je zelfs van 10 km starten en hoef je er niet vaak mee op stap!