- vrijdag 22 mei 2020
Zondag 17 mei 2020. Het is alweer zondag. De weken rijgen zich in deze coronatijden voor mij persoonlijk aaneen zonder dat er echt veel verschil te merken is tussen de achterliggende en de hieraan voorafgaande weken.
Er is hier in Maleisië wel iets meer bewegingsvrijheid maar als weldenkend persoon zoek ik de concentraties van mensen nu nog maar even niet op. Gewoon een kwestie van het niet opzoeken van een potentiele bezetting.
Dus op het werk het verplichte mondkapje op, ondanks dat ik de dag grotendeels alleen in mijn kantoor doorbreng. Tussendoor bij bezoekjes aan de diverse afdelingen telkens de handen desinfecteren. Bij de lunch eten op het terras voor onze kantine. In de warme buitenlucht omdat bij het nuttigen van een maaltijd het kapje af moet. Het is daar echter stiller dus veiliger.
Onderweg naar huis valt het op dat het verkeer alweer behoorlijk is toegenomen. Vooral ’s avonds. Het kan snel gaan want twee weken geleden was er zo ongeveer nog geen kip op de weg.
Privé is het leven nog altijd tamelijk overzichtelijk. Als echte huismussen zitten mijn dochter en ik hoofdzakelijk binnen. Het gebruikelijke uitje naar het zwembad is al maanden taboe en dat doet ook de drang om naar buiten te gaan danig afnemen. Een wandeling bij meer dan dertig graden is alleen aantrekkelijk met een verkoelende duik achteraf. Of misschien zijn we gewoon een beetje lui geworden in de periode dat het niet mocht.
In het kader van de gemakzucht en het vermijden van potentiele besmettingen dus ook nog maar even geen restaurant bezoek, ondanks dat dit op beperkte schaal wel weer is toegestaan. Hetzelfde geldt voor het bezoeken van de grote winkelcentra. Ook al is ook hierop geen beperking meer van kracht. Al weet ik niet hoe men daar de toegang reguleert, want dat houdt men hier in het algemeen goed in de gaten.
Dit bleek gisteren toen ik voor het eerst sinds tijden weer een bezoek bracht aan een megagrote supermarkt. De toegang werd zeer scherp gereguleerd. Niet alleen werd van iedereen de temperatuut genomen en mochten er maar 200 mensen tegelijk in de supermarkt (van naar ik meen wel 20.000 vierkante meter) ook moest iedereen met zijn of haar telefoon een barcode scannen en digitaal naam en telefoonnummer achterlaten. Informatie die niet in handen komt van de supermarkt maar van de overheid.
Hetgeen overigens ook plaatsvond bij de zeer lokale garage waar ik mijn banden liet vernieuwen. Niet de meest gebruikelijke plaats waar je een dergelijke restrictie verwacht. Het bleek een voorschrift/voorwaarde van de overheid om “open” te kunnen zijn.
Het doel is natuurlijk om de contacten van een eventueel besmet persoon snel in kaart te brengen. Iedereen scant dit hier in Maleisië braaf, zonder moeilijke discussies over privacy. Het kan snel gaan als er niet al te zware discussies over gevoerd worden. Een groot verschil met Nederland.
Over Nederland gesproken. Ook in duivenland gaat het momenteel snel. Op diverse terreinen.
Zo kreeg ik afgelopen woensdag reeds het document van de selectiecommissie onder ogen waarin de beoogde nieuwe bestuurssamenstelling gepresenteerd werd. Een stuk dat uiteindelijk ook in het Spoor en in de Duivensport-Pravda van deze week te lezen was. Ik wilde het Spoor niet in de wielen rijden en had ook de verstrekker van de informatie beloofd deze informatie voor mij te houden. Dus heb ik geen tussentijds weekstuk met een leuke primeur het daglicht doen zien.
De samenstelling van het nieuwe bestuur was uiteindelijk toch nog wel een beetje verrassend. Op de posities van het dagelijks bestuur geen kandidaten die door de rebellerende afdelingen waren voorgedragen maar kandidaten uit de koker van de selectiecommissie. Kandidaten met een grote bestuurlijke ervaring in respectievelijk de afdelingen 9, 10 en 3. En ook daarbuiten want van alle kandidaten kan worden gezegd dat ze op maatschappelijk vlak hun sporen wel verdiend hebben.
Ook neem ik aan dat alle door de selectiecommissie voorgedragen kandidaten de beleidsagenda die de afdelingen en een aantal sectoren in februari opstelden onderschreven hebben. Dit geldt dan naar mijn bescheiden mening ook voor de drie “oude” bestuurders die in het bestuur blijven zitten. Zonder het onderschrijven van dit beleidsstuk hebben de zittende bestuurders feitelijk geen mandaat.
Nog verrassender was het feit dat de Duivensport-Pravda aankondigde dat de ledenraad waarop het nieuwe bestuur geïnstalleerd wordt zal plaatsvinden op 2 juni. Het kan echt verrassend snel gaan. Verbazend is echter wel dat alle afdelingsbestuurders en kiesmannen deze datum plus agenda via de Duivensport-Pravda moesten vernemen.
Met de datum van 2 juni wordt overigens wel voorbijgegaan aan Artikel 20 lid 6 van het Huishoudelijk reglement en het is zelfs de vraag of er helemaal aan Artikel 20 lid 4 en lid 5 voldaan wordt. Hieronder heb ik de teksten maar even gekopieerd
- Vacatures in Bestuur NPO worden met de vermelding van eventuele herbenoembaarheid tenminste drie maanden voor Ledenraad NPO gepubliceerd.
- De voordracht bedoeld in Statuten artikel 21 lid 1 wordt uiterlijk zes weken voor Ledenraad NPO schriftelijk met bereidverklaring kandidaatbestuurslid ingediend bij secretaris NPO.
- Secretaris NPO plaatst de in het vorige lid bedoelde voordracht op agenda Ledenraad NPO, welke agenda uiterlijk vier weken voor datum wordt kenbaar gemaakt met inachtneming van Statuten artikel 27 lid 3.
Nu ben ik verre van een juridische fijn slijper en besef ik de urgentie van het hebben van een voltallig bestuur maar het lijkt mij toch verstandig om de zorgvuldigheid in acht te blijven nemen. Zeker om te vermijden dat ooit iemand het nieuwe bestuur opzadelt met een kwestie van een niet reglementaire verkiezing.
Overigens viel mij op dat de verwijzingen tussen Huishoudelijk Reglement en Statuten niet meer kloppen. Ook niet echt zorgvuldig maar wel passend in het complete plaatje van de regeerperiode van de huidige voorzitter.
Als het nieuwe bestuur geïnstalleerd is treft het zonder meer een aantal hoofdpijndossiers aan. Behalve over de financiële positie, het organiseren van de Olympiade en het afkalvende ledental in het algemeen zal het nieuwe bestuur zich spoedig dienen uit te spreken over de zogenaamde pilot in Zeeland. In mijn ogen is de rol van het NPO-bestuur in het verleden hierin vaag en zelfs laakbaar geweest. Bovendien zonder het draagvlak van een besluit van de ledenraad, dus zal het nieuwe bestuur zich snel moeten beraden op hun positie in dit wankele project.
Ook de positie van stichting de Nishoek (in de toekomst de Veerhoek) dient door het nieuwe bestuur eens goed onder de loep genomen te worden. Mag een deel van de activiteiten die deze stichting onderneemt wel? Worden deze activiteiten wel gedekt door de staturen en reglementen van zowel de afdeling Zeeland ’96 als de NPO? Het gaat hierbij bijvoorbeeld over de inkorvingen voor de Franse en Belgische vluchten? En als dit zoals een Zeeuwse vereniging aanhaalde daadwerkelijk onreglementair is, hoe kun je dan als landelijke bond onderdeel uitmaken van dit project? Tenzij de reglementen hierop aangepast worden natuurlijk…
Als ik de nieuwsbrief uit het Zeeuwse overigens een beetje vrij interpreteer moddert men daar op dit moment maar een beetje door. Het schiet nog niet erg op, zowel met de digitale vooruitgang als met het nieuwe duivensport centrum.
Veel nog niet opgeloste problemen of nog niet uitgevoerde geplande vernieuwingen worden geschreven op het conto van de Corona-crisis. Het zal voor een deel waar zijn, maar het is ook een beetje flauw om de vertraging in een proces van ruim anderhalf jaar te wijten aan twee maanden Corona crisis.
Ik denk echter dat er meer aan de hand is. Zo concludeer ik dat er nogal willekeurig met informatie wordt omgegaan. In een document spreekt men over een zeer beperkt aantal verenigingen, in een nieuw een beetje vaag document genaamd “de Horizon” (geschreven door de zogenaamde regiegroep) wordt gesproken over het in standhouden van 19 verenigingen.
Ook de omgangsvormen tussen het bestuur van de afdeling Zeeland en de verenigingen komen inmiddels een beetje onder druk te staan. Ik kreeg een briefwisseling tussen het bestuur van de afdeling Zeeland ’96 en een basisvereniging onder ogen en dat zag er niet zo prettig uit om het mild te verwoorden. Vooral het dreigen met sancties vanuit de hoek van het afdelingsbestuur komt onprofessioneel over. Voor zover mijn reglementenkennis strekt mogen afdelingsbesturen geen sancties opleggen aan verenigingen of leden maar zou dit moeten verlopen via het instituut Sportrechtspraak. Overigens komt het hele woord “sanctie” niet voor in zowel de statuten als het huishoudelijk reglement van de afdeling Zeeland ’96.
Al met al is het dus beter dat het snel kan gaan met het nieuwe NPO-bestuur. Hopelijk hebben de formateurs voldoende aandacht besteed aan bovengenoemde pijnpunten.
Een ander onderwerp waarop de komende week wel eens snel kan gaan is het openstellen van de normale vluchtlijnen. Vandaag kreeg ik via een liefhebber uit Zeeland de bevestiging dat er in België vanaf morgen (18 mei) gezamenlijk mag worden opgeleerd (vergelijkbaar met de wijze waarop dit in Nederland mag). Na een bezoek aan de site van de KBDB bleek dat dit vooralsnog slechts “binnenlandse trainingsvluchten” betreft, maar het is weer een stap in de goede richting. Een stap die vermoedelijk ook zal leiden tot het openstellen van de grenzen. Iets dat Frankrijk eerder deze week al deed.
Iets dat ook relatief snel gegaan is zijn de trainingsvluchten die georganiseerd werden door de afdelingen Noord-Oost Nederland en Oost-Nederland. Deze afdelingen hadden hun Corona protocol op basisverenigingsniveau erg snel onder controle en konden dus gisteren (16 mei) reeds “trainen in afdelingsverband”.
Dit ging overigens in afdeling 9 niet zonder slag of stoot omdat een ijverige Buitengewoon Opsporingsambtenaar (oftewel BOA) de draad een beetje kwijt was aangaande het mogen inkorven van duiven en het zelfregulerende karakter hiervan. Gelukkig kon er na overleg door een lid van de COVID-19 werkgroep met de betrokken veiligheidsregio (Enschede) toch in gemand worden. Over problemen bij het inmand-proces en eventuele andere knelpunten is mij verder niets bekend.
De vluchten op zaterdag verliepen uiteindelijk ook snel, zoals op Compuclub terug te lezen viel. In ieder geval qua snelheid van de eerste duiven.
Afdeling 10 ging met haar beide regio’s naar het Duitse Rheine. In rayon 1-4 vloog de snelste duif iets harder dan 90 km/u. Het concours, of hoe je het ook mag noemen, stond bijna 20 minuten open. In de rayon 5-8 lag de snelheid wat hoger namelijk ruim 92 kilometer per uur. Wel duurde het zo ongeveer 30 minuten voordat het benodigde aantal duiven binnen was. Best lang maar vermoedelijk zijn de duiven deels met hun Noordelijke collegae meegetrokken.
De deelname in Noordoost-Nederland was behoorlijk goed, 654 liefhebbers brachten 15.878 duiven aan de start.
Afdeling 9 toog met naar twee lossingsgroepen naar twee verschillende losplaatsen, Kalkar en Venlo. In regio Noord sluit het concours, zoals ik het toch maar voor het gemak blijf noemen, vanuit het Duitse Kalkar na een minuut of 8 terwijl de eerste duif ruim 100 kilometer per uur vloog. Erg vlot gezien de concoursen in afdeling 10 en die in de Zuidelijke regio van afdeling 9. In Zuid lag de snelheid een stukje lager (iets minder dan 96 km/u) en duurde het een stuk langer voordat 25 procent van de duiven binnen was (bijna 30 minuten), na te zijn gelost in het Nederlandse Venlo.
Wel opvallend is de lage deelname in de aankomstlijst van de afdeling Oost-Nederland. In het totaal namen 366 deelnemers de moeite om hun in het totaal 9.233 duiven over de antenne te laten halen. Vermoedelijk hebben veel liefhebbers de makkelijkere weg genomen om hun duiven als vrachtduif te laten vliegen.
Een besluit dat de afdeling Limburg overigens nam voor alle vluchten die onder het huidige CORONA-protocol vervlogen gaan worden. Dat wil zeggen zolang er geen aankomstlijsten (uitslagen) mogen worden gemaakt. Een beslissing die veel kritiek kreeg op de sociale media maar wel iets voor te zeggen valt. Het beperkt het aantal contactmomenten tot het uiterste minimum en dat is in deze Corona tijden bij een sport met een gemiddelde leeftijd van de deelnemers van 65 jaar niet heel onverstandig. Ook beperkt het de druk op de werkers, vooral in de grotere verenigingen.
OP EIGEN HONK:
Hierover valt weinig anders te melden dan hetgeen ik in het eerste deel van dit weekstuk al geschreven heb.
Tot een volgende keer.
Groet,
Michel