Jos Nijman
- donderdag 25 januari 2024
Erfelijkheid van karakter eigenschappen is een lastig onderwerp. Voor de liefhebbers van inteelt en het zuiver houden van rassen een onderwerp die hun beweegredenen zal versterken. Iemand zoals ik, die zegt dat je een ras alleen in stand kan houden als je regelmatig een outcross doet met een ander ras. Een lastig onderwerp om aan te halen en uit te leggen maar toch iets dat ik jullie niet kan onthouden. Voordat je conclusies gaat trekken lees wel even het hele artikel.
Instinct en karakter
Instincten en karakter eigenschappen zijn erfelijk daar kunnen we niet om heen. Ondanks, zal bij een sterk in geteelde stam de karakter eigenschappen sterk uitéén kunnen lopen.
Waarom kunnen de eigenschappen zo verschillend zijn
Belangrijk om te weten is dat niet de karakter eigenschappen worden vererfd maar de aanleg voor zowel slechte als goede erfelijke karakter eigenschappen.
Aanleg voor karaktereigenschappen word in grote mate beïnvloed door milieuaspecten. In verschillende variaties wordt hier het individuele karakter van een duif door bepaald. Duivenkwekers kunnen hier een behoorlijke invloed op uitoefenen maar wat niet betekent dat de verworven karakter eigenschappen, erfelijke eigenschappen worden. Want de karakter eigenschap op zich wordt niet vererft maar alleen de aanleg hiervoor.
Een diefkropper heeft aanleg voor verschillende karakter eigenschappen zoals;
- zelfbehoud
- intelligentie
- wilskracht
- ouderliefde
- voerdrift
- jaagdrift
- voortplantingsdrift
- orientatie vermogen
Bij onze diefkroppers gaat het in de eerste plaats om de voortplantingsdriften. De voortplantingsdrift is een natuurlijke aanleg bedoeld om de soort in stand te houden elke duif zal deze drift in meer of mindere mate bezitten.
Zelfbehoud is een andere erfelijke eigenschap. Welke bedoeld is om beducht te zijn op gevaar. Wat bestaat uit zowel erfelijke aanleg als verworven eigenschappen. Denk hierbij aan een slechte ervaring met een roofvogel. Van nature zal een duif vluchten voor een roofvogel maar éénmaal achterna gezeten door een roofvogel zal een duif de volgende keer extra oplettend zijn.
Verworven eigenschappen
Omdat alleen de aanleg voor bepaalde eigenschappen erfelijk zijn. Kunnen de eigenschappen alleen door invloeden van buitenaf in meer of mindere mate ontwikkeld worden. De duivenmelker speelt dus een heel belangrijke rol bij de ontwikkeling van de eigenschappen die in aanleg aanwezig zijn. Een diefkropper die niet wordt gestimuleerd om zijn werk te doen zal dan ook nooit een echte diefkropper kunnen worden. Zelfs als de aanleg om diefkropper te worden aanwezig is. Het kan zijn dat de duif zichzelf zal ontwikkelen als diefkropper maar dat is een kwestie van geluk hebben en heeft niets te maken met erfelijke eigenschappen omdat alleen de aanleg voor bepaalde eigenschappen wordt vererfd. Training en juiste omstandigheden hebben dan ook een substantieel aandeel in de ontwikkeling van een diefkropper.
Hoe groter het aantal ………
Berekeningen die gemaakt worden om de uitkomst van bepaalde kruisingen te voorspellen werkt alleen met grote aantallen duiven. Kweek je maar een heel klein aantal duiven. Is de kans dat een berekening klopt, minimaal. Maar het geeft je een beeld van wat mogelijk of onmogelijk is. Daarnaast spelen de omgevingsfactoren ook een hele grote rol in de ontwikkeling van de aanleg voor een bepaalde eigenschap.
Elke versterkte aanleg is recessief. Wat betekent dat
Elke aanleg die met veel moeite is versterkt en vastgelegd in een ras of stam is recessief wat betekent dat de eigenschap elke volgende generatie langzaam aan verdwijnt als we daar niet op blijven selecteren. De natuur zal altijd proberen om de met veel moeite geselecteerde en versterkte aanleg te normaliseren. Eigenschappen die we willen behouden en/of verbeteren moeten om die reden in aanleg dubbel aanwezig zijn in het erfelijk materiaal. Alleen met inteelt of lijnenteelt kun je ervoor zorgen dat de gewenste aanleg verbeterd of versterkt kan worden. Wat overigens ook mogelijk is met niet verwante dieren, daar later meer over.
Natuurkunde
Om de werking van erfelijkheid te begrijpen en inzichtelijk te maken gebruiken we een klein beetje natuurkunde. Om die reden coderen we de gewenste aanleg met letters. Kleine letters staan voor recessief en grote letters voor homozygoot denk hierbij aan dominant. De dominante aanleg zal altijd proberen terug te komen in de volgende generaties. Omdat de natuurlijke aanleg dominant is ten opzichte van de aanleg die we willen versterken.
Natuurlijke voortplantingsdrift coderen we als Aa. Gewenste voortplantingsdrift coderen we als aa,
We kruisen nu Aa x aa het antwoord is dan Aa omdat de natuurlijk aanleg dominant is. Wat betekent dat al deze jongen een normale voortplantingsdrift hebben of onzuiver genoemd kunnen worden voor de gewenste voortplantingsdrift die we willen terug zien in de jongen dieren. Nu kun je twee dingen doen de jongen onderling kruisen of terug kruisen op de vader.
Vader x dochter
Kruis je bijvoorbeeld de vader met de gewenste aanleg terug op de dochter. Krijg je aa x Aa met als resultaat 50% aa duiven en 50% Aa duiven.
Broer x zuster
Een broer x zuster kruising wordt nog iets ingewikkelder. Je hebt dan kans op 25% aa, 25% AA en 50% kans op Aa duiven. Je kunt hieruit opmaken dat een broer x zuster kruising uit praktische overwegingen een minder goede keuze is en de weg naar succes een stuk langer maakt maar het is niet onmogelijk.
Niet verwante duiven kruisen
Wanneer je nu begint met het kruisen van twee niet verwante duiven heb je een extra handicap. Niet alleen de aanleg die je wilt versterken zal naar voren komen maar nog een heel pakket andere aanleg voor eigenschappen.
Ik zal dit laten zien in een natuurkundige berekening. Laten we de onbekende eigenschappen bb noemen en Bb De eerste kruising zal dan AaBb, AABB en aabb jongen geven. Ga je dan een dochter terug kruisen op de vader dus AB Ab x aB ab krijg je vier verschillende antwoorden te zien. Dus 1 op de 4 zal met een beetje geluk de gezochte aanleg hebben. Ga je de jongen onderling kruisen heb je maar liefst 16 verschillende mogelijke uitkomsten. De kans dat je de juiste eigenschappen gaat versterken of kunt behouden is minimaal. Je zou dan denken dat de liefhebbers van raszuivere dieren gelijk hebben.
Hebben de ras idioten gelijk
Ja en Nee, de ras idioten hebben gelijk als je waarde hecht aan een bepaald fenotype. Gaat het je om de aanleg voor gewenste eigenschappen, het genotype, In dat geval maakt het niet uit als je verschillende rassen kruist mits met dezelfde aanleg voor de gewenste eigenschappen. De extra bonus die je krijgt is de enorme vitaliteit boost. Wat net voldoende is om het verschil te maken tussen een goede of een slechte diefkropper. Het maakt zelfs niet uit als je een ras in kruist wat niet de aanleg heeft voor de gewenste eigenschappen alleen dan ontkom je er niet aan om aan een vorm van lijnenteelt te doen. Door of terug te kruisen op de stamouder met de betreffende aanleg voor eigenschappen die je zoekt. Of door terug te kruisen op niet verwante dieren maar wel met de aanleg voor de gewenste eigenschappen.
Inteelt betekent verlies van vitaliteit.
Door inteelt zal de genenpool steeds verder verkleinen en daardoor het ras ook steeds verder verzwakken. Het aantal vitale dieren zal met elke generatie afnemen. Hiervan zijn vele voorbeelden aan te halen. Het voordeel is wel dat je steeds meer kans krijgt dat gewenste karakter eigenschappen terug te zien zijn bij de nakomelingen. Grote nadeel is dat je ook ongewenste eigenschappen gaat terug zien bij de nakomelingen. Omdat je dieren met ongewenste eigenschappen niet kunt gebruiken kun je deze dieren niet inzetten voor de kweek. Nu wil ik je nog even attent maken op het stukje tekst hierboven. Hoe groter het aantal….. De meeste liefhebbers hebben maar ruimte voor een beperkt aantal duiven. De kans dat je alleen dieren kweekt met ongewenste eigenschappen is dan even groot als dat je nakomelingen kweekt met gewenste eigenschappen. Het zou dan zomaar kunnen dat de eerste twintig jongen niet aan je eisen voldoen. Voordat je één goed jong kweekt maar ook andersom zou een mogelijkheid zijn. Met andere woorden gezien de aantallen die mogelijk zijn om te kweken is het niet zeker dat je ook werkelijk succes zult hebben met deze methode. Heb je pech of de verkeerde keuzes gemaakt zal het ras steeds vaker inteelt degeneratie laten zien. Omdat we simpelweg te weinig dieren kweken, te weinig geduld hebben om te wachten op de juiste nakomelingen om mee verder te gaan.
Vitaliteitboost
Een kruising met niet verwante duiven maar met dezelfde aanleg voor gewenste eigenschappen zal als voordeel hebben dat de jongen uiterst vitaal zijn. Vitaliteit is niet erfelijk maar wel noodzakelijk om een sterke en gezonde duif te krijgen. Een diefkropper die zich graag wilt voortplanten en populair is bij de andere sekse. Een duif zal bij het zoeken naar een partner altijd de voorkeur hebben voor de meest vitale en gezondste partner om voor nageslacht te zorgen. Om die reden dat ik toch voorstander blijf van het kruisen van verschillende rassen of niet verwante duiven maar wel met dezelfde aanleg voor de gewenste eigenschappen van een diefkropper.
By Ome Willem / duivenhouden.com