Maarten Hakvoort
- vrijdag 01 september 2023
De naam Jos Joosen zal door veel oudere liefhebbers geassocieerd worden met de legendarische duif de Bonga die in de stambomen van duizenden duiven over de gehele wereld voorkomt. Maar wat deze man zelf heeft gepresteerd op alle afstanden is zeer indrukwekkend. Naast 2 internationale overwinningen (Marseille en Perpignan) en 5 nationale overwinningen, kan de 78 jarige Jos een imposante lijst overleggen van tientallen prijzen bij de eerste 10 nationaal en honderden kampioenschappen. En dat niet alleen op de grote fond maar op alle afstanden. De vele reportages die in de afgelopen 50 jaar zijn geschreven, worden door Jos netjes bewaard. Dat betekent dat er tijdens mijn bezoek aan deze kampioen in Brecht maar liefst 10 ordners met reportages op tafel lagen! Een veranda vol met trofeeën is daarnaast het tastbare bewijs van de grote reeks successen waarop hier kan worden teruggekeken.
Jos besloot na het overlijden van zijn moeder samen met zijn vader met de duivensport te beginnen zodat zijn vader wat om handen zou hebben. Beiden stapten in 1976 zonder enige ambitie de duivensportwereld binnen. Maar vader besloot na enige tijd naar Nederland te verhuizen, waarna Jos besloot om zelf met de duiven door te gaan. Al snel kwamen de successen op de vitesse en halve fond. Nadat hij op de halve fond werd uitgesloten vanwege zijn sterke spel, werd eind jaren 80 de overstap naar de grote fond gemaakt. Hiervoor werden geen andere duiven aangeschaft, maar de oude Huyskens-van Riel en van Rhijn-Kloeck basis bleek de grote fond goed aan te kunnen. Er werd vervolgens samen gekweekt en wat geruild met onder andere grote fond kanonnen als onder andere Jac v.d. Wegen, Filip Norman, Roger Vereecke en Jan Theelen en andere toppers als Gaby Vandenabeele en Roger Desmet-Mathijs. In zijn hele carrière heeft Jos nog nooit een duif gekocht behalve enkele bonnetjes. Daarentegen komen liefhebbers uit de gehele wereld duiven bij Jos kopen. Overigens vindt Jos de hedendaagse duivenhandel maar een heel gedoe met DNA testen en de vele verzoeken om specifieke koppels samen te stellen. Ook de prijzen die men betalen wil voor een jonge duif, vooral in landen als China, Taiwan, Amerika en de Arabische landen doet hem nog wel eens de wenkbrauwen fronsen. Duiven veilen heeft hij nog nooit gedaan. De vraag naar zijn duiven is groter dan het aantal dat hij kweken kan.
Als je zo’n enorme lijst met overwinningen en kampioenschappen kan overleggen als Jos, bewaar je uiteraard ook vele dierbare herinneringen. Voor Jos zijn dat de 1e Internationaal Perpignan in 2006, de 1e Internationaal Marseille in 2010 en de titel 1e Internationale asduif van Europa in 2016 met de duivin 11-6289608. Maar helaas zijn er ook minder fijne herinneringen, want zijn grote bekendheid heeft ook een keerzijde. Er is namelijk in totaal 11 x ingebroken waarvan 5 x in huis en 6 x bij de duiven. De laatste keer (oktober 2021) zijn er 115 duiven gestolen wat vrijwel zijn gehele vliegploeg was. Er zit nu inmiddels iemand vast voor deze en andere duivendiefstallen, maar de duiven komen er niet mee terug. Er zitten waarschijnlijk mensen achter die in het verleden duiven hebben aangeschaft uit landen als Oekraïne en Roemenië. Daar de kwekers er gelukkig nog zijn, heeft Jos inmiddels een grote ploeg jongen van 2022 en 2023 gekweekt om zijn vlieghokken weer te kunnen bevolken. Maar er gaat wel een paar jaar overheen voordat er weer een goede vliegploeg zit. Toch wist Jos in 2022 met de enkele duiven die de dieven over het hoofd hadden gezien, nog een paar aansprekende successen te behalen zoals de 1e Nationale Asduif Rhonevallei.
Net als bij de andere grote namen die in de vorige columns aan het woord waren is ook bij Jos sprake van een zorgvuldig opgebouwde stam rondom één of enkele super verervende toppers. Bij Martha van Geel waren dat de beroemde Dolle en het Vlekje, bij Jan Theelen het Trutje, de 508 en de Vale Marathon en bij Karel Meulemans het beroemde koppel "Oude van den Bosch x Blauw Janssen". En bij Jos Joosen zijn dat de Bonga en zijn ingeteelde nazaat de Bordeaux. Het bloed van de Bonga met ringnummer BE 85-6392475 stroomt rijkelijk door alle duiven die de afgelopen 50 jaar voor de successen hebben gezorgd, zo ook door de Marseille. Er wordt door Jos aan (nauwe) inteelt gedaan, maar ook laat hij al jaren de duiven zelf een partner zoeken. Dat dit prima kan als je over een eigen stam beschikt heeft Jos wel bewezen. Wel stuurt hij af en toe bij als er koppels worden gevormd waar hij niets in ziet, maar de meeste koppels hebben elkaar zelf opgezocht. Het spreekt dan ook vanzelf dat er bij het samenstellen van de kweekkoppels dan ook niet op lichaamsbouw, ogen, spieren, pluim, etc. wordt gelet, maar alleen soms naar de afstamming. En dat laatste gebeurt dan vaak op verzoek van een koper.
Ik vroeg Jos of hij bij de opbouw van zijn stam heel bewust te werk is gegaan en kennis heeft van genetica. “Kennis van genetica heb ik niet. Wel ben ik heel bewust te werk gegaan bij de opbouw van mijn stam. Ik heb het geluk gehad dat ik de Bonga heb gekweekt en dat deze over een enorme erfkracht beschikte. Nu bijna 40 jaar nadat deze doffer uit het ei kwam, zit diens bloed nog in vele hedendaagse topduiven over de hele wereld. Behalve ik zelf zijn er velen geslaagd met deze bloedlijn. Bijna dagelijks wil er wel iemand jonge duiven aanschaffen of samen kweken. Verschillende nationale winnaars hebben mij de afgelopen jaren al benaderd om samen te kweken en op een dergelijk aanbod ben ik regelmatig ingegaan. Het mooie hiervan is dat ik nooit iets heb hoeven te betalen voor duiven. De voorouders van de Bonga heb ik gekregen en alle vers bloed dat de afgelopen jaren is toegevoegd is verkregen door ruiling of samenkweek. De basis van mijn stam is gelegd met duiven die ik heb gekregen van Jos De Feyter (Huyskens-Van Riel, van Rhijn-Kloeck en Roest). Hieruit komt de Bonga voort. Eind jaren 80 en begin jaren 90 bestond mijn kweekhok voor het grootse deel uit kinderen en kleinkinderen van de Bonga en tot op de dag van vandaag zit zijn bloed nog in mijn meeste duiven.”
Jos behoort bij het hele kleine groepje grote namen in de duivensport dat al tientallen jaren grote successen behaalt en dit ook vol weet te houden. Ik vroeg hem waaraan hij dit te danken heeft. Jos; “Om aan de top te komen en vooral te blijven zal je op de eerste plaats zeer streng moeten selecteren op prestaties en gezondheid en daarbij de lat steeds hoger moeten leggen. Gebruik daarnaast zo min mogelijk medicatie en het liefste helemaal niets. Verder moet je alleen kweken uit je beste duiven en als je duiven bijhaalt moeten die zich aan jouw verzorging en milieu aanpassen. Ga er beslist niet aan dokteren als ze ziek worden, maar doe ze weg! Bij mij is het zo dat vrijwel alle duiven die van andere hokken komen (meestal via een bonnetje dat ik koop om de club te steunen) het hier niet redden en veelal vanwege een slechte basisgezondheid er uit geselecteerd worden.”
Duiven met een grote natuurlijke weerstand zijn de enige duiven die Jos op zijn hok wil en dat zijn ook de duiven die het bij hem (lang) volhouden. Hij is nog nooit naar een dierenarts geweest en dat wil hij ook zo houden. Hij onderzoekt met regelmaat zelf de mest van zijn duiven met een microscoop op het geel, Coccidiose en wormen. En mocht het nodig zijn grijpt hij in, maar dat is niet vaak. Hij geeft aan dat hij al een paar keer geel heeft aangetroffen bij zijn duiven nadat ze een topprestatie hadden neergezet, dus vraagt zich af of hij nog wel altijd moet ingrijpen als hij het geel aantreft. Hij doet af en toe wat azijn in het water maar doorgaans vult hij zijn waterbakken alleen bij en maakt deze maar af en toe schoon. Jos; “Het water is vaak troebel en dat versterkt mijn inziens de natuurlijke weerstand tegen de verschillende duivenziektes. Mijn duiven spelen tot op 7 en 8 jarige leeftijd nog kopprijzen op de marathons. Dat zie je bij de liefhebbers die veel medicatie gebruiken, zelden of nooit.”
Bij Jos is alles eenvoudig. Een uitgekiend voedingssysteem is aan hem ook niet besteed. De kweek en vliegduiven krijgen altijd volle bak van een complete mengeling. Duiven waar niet mee wordt gespeeld krijgen veel gerst. Gedurende het vliegseizoen worden ze in potjes gevoerd en daarbuiten in een voerbak.
Tot zover Jos Joosen die tot slot nog extra benadrukte dat men het echt zo simpel mogelijk moet houden.