- zondag 14 januari 2018
Mijn eerste Facebook bijdrage voor het nieuwe jaar gaat over de functie van eiwitten bij wedstrijdduiven. Echter niet voordat ik eerst iedereen een geweldig en sportief 2018 heb gewenst natuurlijk.
Als alchemist heb ik wellicht een afwijkend idee over eiwitten en aminozuren. Alleen, wie weet kan een aanvullende visie enkele ogen de andere kant doen kijken. Eiwitten zijn in feite hele kleine vetzuur bolletjes, die verschillende vormen kunnen aannemen. Zo heb je de egaal ronde tot bijna vierkante eiwitten of aminozuren in het bloed. De vorm die ze aannemen komt overeen met de uiterlijk fysieke bouw van een duif. En de kracht of energiewaarde ervan is bepalend voor de afstand geschiktheid.
Stel, dat een eiwit of aminozuur levensgroot voor je staat, dan zien we bijvoorbeeld een vorm die lijkt op een honingraad. Dus ongeveer een zeskantige structuur, waar aan elke kant een combinatie van natuurelementen aan vast geplakt zit. In de regel zijn dat steeds dezelfde elementen, zoals zuurstof, stikstof, waterstof en koolstof. Die door een enzym als pepsine in zijn vorm wordt gehouden. Maar het komt pas tot leven, nadat elektriciteit en magnetisme zich ermee hebben kunnen verbinden. Wanneer we om een eiwit of aminozuur heen zouden kunnen lopen en kunnen aanraken, onderga je het risico om a) plakkerige vingers te krijgen en b) hele zwakke stroomstootjes te ervaren.
Goed, je hebt nu min of meer een voorstelling van hoe een eiwit eruit ziet. Echter het geheim ervan kunnen we pas leren ontdekken, wanneer we de omgeving donker maken. Want dan zien we ineens dat het een heel klein beetje gekleurd licht afgeeft. Is ook wel logisch want elektriciteit en magnetisme maken onderling licht. En de verschillende lichtkleuren bepalen de energiewaarde voor bijvoorbeeld een wedstrijdduif. Ik moet hier wel bij vertellen, dat zeker ook de elementen fosfor en zwavel een onmisbare factor zijn.
Voor mij als alchemist is eigenlijk alleen de energiewaarde of lichtintensiteit van belang, want daarmee krijg ik een beeld over de duif en zijn energieverbruik. In mijn visie maak ik voor een wedstrijdduif onderscheid in minimaal drie energiewaarden:
- Voornamelijk koolstof in een eiwit of aminozuur, geeft azuurblauw
- Voornamelijk waterstof, geeft magentarood
- Voornamelijk zuurstof, geeft oranje
De reden hiervan is dat ze elk een eigen lichtkleur afgeven, die heerst over alle soorten en vormen eiwitstructuren. En ik ga ervan uit dat deze drie elementen domineren bij de afstand geschiktheid van onze wedstrijdduiven:
- Een eiwit of aminozuur, die gedomineerd wordt door koolstof geeft uiteindelijk de vitesse midfond duif
- Is het waterstof die de interne energievoorziening domineert hebben we te maken met een meer dagfond duif
- En als laatste is het zuurstof die maakt dat we spreken van ZLU en tevens ook overnachtingduiven.