Artikelen
- donderdag 13 juli 2023
Het aantal onderwerpen voor mijn logboek dat dagelijks voorbij komt is dusdanig groot dat ik feitelijk elke dag wel een logboek kan plaatsen. Ook maakt het logboek veel reacties los. Een greep uit wat er de afgelopen 14 dagen voorbij kwam; diverse vragen over wel of niet opleren van de jongen, voor- en nadelen van een ren voor het hok, wat je kan doen om het blauwe borstvlees met huidschilfers roze te krijgen, vragen over voersystemen, reacties op mijn nieuwe website en specifiek over de pagina “Oorlogsduiven”, reacties op mijn columns voor beginners in het Spoor der Kampioenen, vragen over afstammingen van bepaalde duiven, een mailwisseling over drinknippels voor duiven en meldingen van liefhebbers die stoppen met de duivensport.
Om met het laatste te beginnen. Ben Hendriks uit Apeldoorn, de schatbewaarder van de oude van Wanroy stam, heeft besloten te stoppen. Zijn hokverzorger is afgelopen week overleden en Ben zijn gezondheid gaat al een aantal jaren steeds verder achteruit zodat hij het verzorgen van de duiven zelf ook niet meer kan opbrengen. In september komen alle duiven onder de hamer bij Herbots. Ik verwacht niet dat er veel duiven in Nederland zullen blijven. De vraag voor oude rassen vanuit landen als China, USA, Irak, Koeweit, de Filipijnen, e.d. is groot. Ben heeft elk jaar nog veel vraag naar jonge duiven uit diverse Arabische landen. Hier in Nederland zijn het vooral de handelaren die voor dit oude marathonras nog belangstelling hebben. Wanneer je de afstamming van veel hedendaagse marathonduiven uitpluist kom je de Wanroys nog wel regelmatig tegen, maar zelden zit het Wanroybloed dichterbij dan 5 generaties. Maar bij Ben zit nog een hok vol flink ingeteelde Wanroys. Naast Ben Hendriks was ook Jan Lijnders een liefhebber die de van Wanroy genen nog lang probeerde vast te houden, maar ook hij heeft voor zover mij bekend geen duiven meer. Dus voor de liefhebbers van het oude van Wanroyras komt er in september een laatste kans hier wat van aan te schaffen.
De jonge duivenvluchten staan inmiddels voor de deur en ik krijg bijna dagelijks vragen over het opleren van jonge duiven en dan meestal in relatie tot het weer. Met onze moderne communicatiemiddelen is tegenwoordig vrijwel alles uit te zoeken. Bijvoorbeeld zaken als UV straling en luchtkwaliteit, buienradar, enz. Het is allemaal op de telefoon of achter ons bureau in een handomdraai te raadplegen. Maar toch merk ik aan de vele vragen die ik krijg dat het voor velen nog erg lastig is om te bepalen wanneer ze wel of beslist niet op pad kunnen gaan met de jonge duiven. Daarom even een paar handvatten die vooral gelden voor de eerste paar keer dat je met de jongen op pad wil.
- Ga absoluut niet op pad met jongen die niet 100 % gezond zijn!
- Bij een UV-index lager dan 2,5 en hoger dan 5 absoluut niet op pad gaan met de jongen!
- Kijk uit met oost in de wind en hoge temperaturen, dan zeker vroeg van huis gaan en beslist niet op het heetst van de dag met de jongen gaan rijden!
- Zorg dat de jongen vooraf voldoende gegeten hebben. Liever slecht binnen komen dan niet meer thuiskomen omdat de brandstof op is!
- De meeste duiven zijn volgers/kladvliegers en daarom moet je jonge duiven zo snel mogelijk leren om de weg naar huis zelfstandig te vinden. Los de jonge duiven daarom niet in grote groepen tegelijk!
- Als de jonge duiven zelf goed wegtrekken heeft het ook geen zin om de jongen op afstanden van 10 km of minder te lossen. De GPS ringen hebben inmiddels wel uitgewezen dat jongen die goed trekken soms tot wel 50 kilometer van huis gaan.
- De jongen vanuit alle windrichtingen leren naar huis te komen dwingt ze ook hun oriëntatie vermogen (GPS) goed te gebruiken in plaats van zich op herkenningspunten te richten.
Over de oriëntatie van duiven gesproken. Ik maakte hiervan recent een sterk staaltje van mee. Vorige week ving ik hier in de straat een duif die uitgeput was. De duif bleek van een liefhebber uit Friesland die deze duif 10 dagen daarvoor op een vlucht uit België was verspeeld. Ik heb hier in Meppel geen hok met duiven, maar voor passanten heb ik in de schuur onder mijn appartement in de parkeergarage een mand staan waarin ik ze water en voer kan geven. Vanuit de schuur die met een dichte deur is afgesloten is niets te zien. Licht moet van een lamp komen anders is het er aardedonker. Na de duif drie dagen voer en water te hebben gegeven en hij uiterlijk weer goed in orde bleek, liet ik hem los. Na twee rondjes vertrok hij direct in de goede richting. De liefhebber stuurde me echter ’s avonds bericht dat de duif niet was thuis gekomen. Tot mijn verbazing zag ik de volgende ochtend, toen ik de luxaflex van mijn werkkamer omhoog deed, midden op de stoep de bewuste duif zitten. Hij zat exact op de plek waar 2 meter lager onder hem, onder de stoeptegels en het beton, de mand in de kelderbox staat. Dat is toch wel heel frappant! Daarna heb ik even wat voer gepakt en probeerde ik hem weer te vangen. Dat mislukte echter en hij vloog weg. Een kwartier later zat hij weer exact op dezelfde plek midden op het trottoir. Als er mensen of een hond aankwamen liep of vloog hij even weg om er zo snel mogelijk weer te gaan zitten. Ik heb hem vervolgens gevoerd en water gegeven in het halletje voor mijn huisdeur en daarna nam hij zijn plekje midden op de stoep weer in waar hij tot het eind van de middag met zijn kop gericht op mijn raam en het halletje heeft gezeten. Elke keer even plaats makend voor voorbijgangers. Zeer bijzonder!! Een GPS systeem zou niet nauwkeuriger zijn geweest!!!