Artikelen
- zaterdag 06 juli 2019
Op de internationale wedvlucht Agen heeft de temperatuur voor scherprechter gespeeld. Binnen enkele uren na de lossing om 6.45 uur in Agen was de temperatuur tot boven de 30 graden Celsius gestegen en na de middag steeg dat verder tot boven de 35 graden Celsius. En dat onder een staalblauwe hemel bij een zwak windje uit oostelijke en later zuidoostelijke richting. En de kortste weg huiswaarts voerde dwars door Frankrijk richting Parijs en die stad moest links of rechts gepasseerd worden. Ongetwijfeld zullen de Agengangers onderweg flink dorst hebben gekregen en gehad. En waar en hoe kon die veilig gelest worden? En moet een duif onderweg drinken bij zulke temperaturen om thuis te kunnen geraken? Wie een dag later op de temperatuurkaart van Frankrijk op ‘Vliegweer van duiven‘ keek zag beduidend lagere temperaturen op de vlieglijn met bovendien een zwak windje mee. Tussen 22 of 32 graden Celsius zit een wereld van verschil! Dat de Agenduiven later een zuidoostelijk windje kregen was dan weer een gunstigere factor en zeker voor de duiven die westelijk hun thuisbasis hebben. Aan de start van Agen kwamen nationaal 5208 oude duiven en 3934 jaarlingen en dat geeft een totaal van 9142 duiven. Volgens de ‘internationale‘ cijfers waren dat totaal 9215 duiven en kwamen er totaal 22768 duiven aan de start waarvan 8602 duiven uit België en 3935 stuks uit Frankrijk. In België opvallend genoeg meer jaarlingen dan oude duiven. De minimumafstand voor deelname is 700 km. Pas om 20.45 uur kwam de eerste melding vanuit Noord-Frankrijk. Op 736 km in Douai kwam een duif tot een snelheid van 876 m.p.m. Op grotere vliegafstanden werden zaterdagavond nog vier Franse duiven geklokt en eentje daarvan overtrof de voornoemde snelheid en dat deed Christophe Lemort in Rexpoede met 890 m.p.m. en hij klokte om 21.31 uur op 792 km. En daar zijn we in Frans-Vlaanderen alwaar de meeste dorpen nog een Vlaamse naam hebben en veel inwoners een Vlaamse achternaam hebben. De eerste Belgische duif werd om 4.24 uur geklokt in Zekergem op 824 km en die wist tot 850 m.p.m. te komen. De eerste Nederlandse duif werd door Frank Zwiers in Terheijden (even noordelijk van Breda) om 7.09 uur geklokt en op 907 km wist zijn jaarling tot een snelheid van 823 m.p.m. te komen. Een dik halfuurtje later werd zo‘n 37 km verder nog een snellere jaarling geklokt en dat deden de gebr. Holleman in Tienhoven op 943 km om 7.43 uur. Met een snelheid van 831 m.p.m. winnen zij het concours bij de jaarlingen. Om 7.24 uur werd in Nederland de eerste oude duif geklokt door J. Lindenberg in Yerseke op 874 km. Die werd voorbijgestreefd door een oude duif van A.P. Overwater in Strijen om 8.05 uur geklokt. De klapper kwam daarna met de melding om 8.15 uur van Bert Prasing in Lelystad. En hij zit maar liefst op 1014 km. Zijn vijfjarige duivin reikte tot 868 m.p.m. en slechts twee Franse (oude) duiven zijn sneller. Op een min of meer gelijke afstand maar beduidend oostelijker klokte Bennie Kaspers een oude duif om 8.39 uur die tot een snelheid van 850 m.p.m. is gekomen.
Lelystad
In 1975 verhuisde Bert Prasing met zijn ouders van de Amsterdamse wijk Geuzenveld naar Lelystad. Van Amsterdam Nieuw-West naar het nieuwe land van (Oostelijk) Flevoland die in 1957 helemaal was ingepolderd en Lelystad kreeg in 1967 haar eerste inwoners. Van flatbewoners met een zolderhok ging de familie Prasing naar een eengezinswoning met een tuinhok. Bert Prasing komt uit een echte duivensportfamilie en naast zijn vader Koen hebben ook een grootvader, oom en neef met duiven gespeeld. Helaas moeten we zeggen ‘hebben‘ want Bert is nog de enige en dat is bij veel andere liefhebbers ook zo. Bert is geboren in 1961 en was dus 14 jaar toen hij in Lelystad kwam te wonen en vanaf die leeftijd is hij zijn bedrage gaan leveren bij de verzorging van de duiven. Later op eigen adres ook in Lelystad is de grote fond in beeld gekomen en vanaf 1991 richt hij zich daarop. Sinds 2014 speelt hij puur de ZLU-vluchten en dit jaar was Pau zijn eerste doel en dat werd een succes met 5 van de 6 in de prijzen aan de plaatsen 157, 196, 487, 635 en 758 tegen 3785 duiven. En dat met vijf duiven die 2014 als geboortejaar hebben. Het tweede doel was Agen en daarop ging de grootste ploeg de mand in en wel 15 duiven bestaande uit 9 doffers en 6 duivinnen met zes ‘hele‘ koppels daaronder. Alles werd gekorfd op jongen van 7 dagen. En dan is daar de knalprestatie van Nakita en wel de NL14-1520771. Deze Agen was pas haar vierde grote-fondvlucht in haar leven. Als jaarling worden ze in Lelystad tot en met de dagfond ingespeeld. In 2016 miste ze van haar eerste grote-fondvlucht terwijl haar nestzus ‘Nancy‘ al succesvol was dat jaar. In 2017 ging ze mee naar Agen en was de eerste duif van Bert aan prijs 370 tegen 6219 duiven met totaal 7 van de 11 in de prijzen. In 2018 ging ze weer naar Agen en weer was ze de eerste duif van Bert en nu aan prijs 126 tegen 5754 duiven en totaal 5 van de 14 als prijsduif. Ze werd telkens maar een keer per jaar gekorfd omdat ze heel snel ruit en vaak de 3e en 4e pen tegelijk gooit.
Nakita
Elke duif krijgt bij Bert Prasing een naam en wel volgens de methode van Arie van den Hoek , de eertijds bekende kroniekschrijver uit Den Haag die met zijn hoofzakelijk Tournierduiven wist te excelleren. Arie van den Hoek liet de namen van zijn duiven van een bepaald geboortejaar met dezelfde letter beginnen. In 2014 was bij Bert Prasing de letter ‘n‘ aan de beurt en de twee nestzusjes ‘771 en ‘772‘ kregen zo de namen ‘Nakita‘ en ‘Nancy‘. Hun ouders zijn twee duiven van 2012 en zij heten ‘Laurens‘ en ‘Lenny‘ en ‘Laurens‘ heeft twee duiven van 2009 als ouders en zij heten ‘Ivo‘ en ‘Ilona‘. Met de letter ‘a‘ is in 2001 begonnen toen Bert Prasing op zijn huidige woonstek in de wijk Punter is komen te wonen. Daar heeft Bert een fraaie woonst op een perceel van 900 vierkante meter. Ondanks de ruimte heeft Bert een bescheiden accommodatie en wel een hok van zes meter met drie afdelingen een hok/ren van 3 meter. Op het Buitenhuishok zitten op twee afdelingen de 15 koppels overjarige vliegers. Op de andere afdeling huizen de 15 koppels jaarlingen. Het spel spitst zich toe op de overjarige duiven. Half maart zijn die duiven gekoppeld en ze brachten een jong groot en kwamen geen tweede keer op eieren. De duiven worden daarna gescheiden ingespeeld en met het oog op Pau, Agen of St. Vincent van de ZLU herkoppeld. En dan zijn jongen van 7 dagen de favoriete stand. Op de vitesse- en midfondvluchten gaan de vliegers (oud en jaarling) zoveel mogelijk mee en wordt er gekorfd bij de eigen p.v. Flevocourier. De club is de noordpunt van de afdeling 7 (Midden-Nederland) en voor het programmaspel zit men er in groot verband uitermate slecht. Het kringspel is met Bussum, Hilversum en Almere. De ligging zal ongetwijfeld een reden voor de nodige liefhebbers in Lelystad zijn om de grote fond te gaan vliegen zoals de combinatie van Dam-Bisschop en de Graaff-Gernaat die lid van de p.v. Flevocourier zijn en regelmatig pure kopprijzen op de middaglossingen weten te scoren. Voor de ZLU-vluchten gaat Bert bij de Woudvliegers in Putten korven. Een week voor een ZLU-vlucht gaat Bert de bestemde duiven lappen vanuit Houten.
Afkomst
In de pedigree van ‘‘Nakita‘ zien we alle basisduiven en –soorten van Bert Prasing terug. Haar beide ouders zijn in 2014 als tweejarigen verspeeld op dezelfde vlucht die min of meer rampzalig verliep. De beide nestzusjes waren juist dat voorjaar geboren. Moeder ‘Lenny‘ is afkomstig van Hendri Eggink uit het Gelders Laren dat ten noorden van Lochem ligt. Hij bouwde zijn stam op met Homma- en Brinkmanduiven en weet regelmatig te pieken. Langs vaderskant zien we in vorige generaties duiven van Paul van den Boogaard uit Kamerik en Jaap v.d. Kamp uit (toen) Woerden. Op deze Agen zit Paul van de Boogaard ook bomvroeg met de 12e nationaal en hij heeft hij nog een vroege duif aan prijs 57. Het soort van W. Stiel (Arcen) kwam via de Belgische liefhebber Luc de Nayer. Van nog oudere datum zijn de fondduiven die van John Schoemaker uit (toen) Amsterdam zijn gekomen. Op deze Agen staat John Schoemaker ook op de meldingslijst en wel vanuit Egmond aan Zee meespelend. Hij vloog eertijds mee op de voormalige hokken van Gerhards aan de Sloterkade in Amsterdam. Van de meeste van voornoemde liefhebbers kreeg Bert Prasing op zondag een telefoontje om hem met nationale zege te feliciteren. Kweekduiven worden er in Lelystad niet op na gehouden. Drie duiven zonder chipring zitten tussen de overjarige vliegers en die hebben hun boontjes op de grote fond verdiend. En zo‘n duif is de wederhelft van ‘Nakita‘ die in 2016 8e asduif Marseille over 3 jaar en 12e asduif Marseille over 4 jaar werd en deze ‘Lando‘ is van 2012. Ook nestzus ‘Nancy‘ is zo‘n gestopte vlieger.
Spel
De fondduiven trainen bij Bert Prasing vanaf de late namiddag. Om half vier gaan de duivinnen los als ze op nest zitten (of gescheiden). Dan volgen de jonge duiven en daarna de doffers. Bij de jaarlingen wordt er niet naar neststanden gekeken. De nestcycli volgen elkaar op en de hele koppels gaan mee om ervaring om te doen tot en met de dagfond. Bert poest wel elk dag de hokken en daaronder ook de vloer. Lang heeft Bert als ambtenaar gewerkt bij de provincie Flevoland die in 1986 werd ingesteld en haar provinciehuis in de hoofdstad van de provincie heeft en dat is Lelystad zelf. Bert is vrijgezel en is niet meer om den brode werkzaam. Op zich heeft hij dus genoeg tijd voor de duivensport die op een hele gewone en serieuze wijze wordt beoefend. Alle jongen en jaarlingen worden doorgehouden als ze naar de woorden van Bert ‘op een duif lijken‘. Vanaf twee jarige leeftijd tellen slechts de prestaties. Op Pau pakte Bert vijf duiven van 2014 in de prijzen en dat is dus een best kweekjaar voor hem geweest als ze zien dat ook winnares ‘Nikita‘ van dat bouwjaar is. Buiten de verplichte paramyxo-enting krijgen de duiven in het najaar ook een kuur tegen paratyfus en in het voorjaar wordt de hokken uitgerookt en als de duiven ‘dikke oortjes‘ (lijken te) hebben dan wordt dat nog een keer herhaald. Bert voert de vliegers Mariman Sport Rood aangevuld met zuivering. Als hij ziet dat ze genoeg hebben dan stopt hij met voeren.
Barcelona
Bert speelt geen Barcelona daar hij de vlucht voor zijn afstand te ver en te zwaar vindt. Na Pau en Agen is dan St. Vincent de derde vlucht waarvoor een ploegje klaar zit. Na deze drie vluchten kijkt hij wat hij op de laatste drie ZLU-vluchten nog kan en wenst te korven. Een vast onderdeel van bijna elke dag is een bezoekje aan zijn 95-jarige moeder in het verzorgingshuis. Een bakje koffie drinken en even een praatje maken is het ‘vaste ritueel‘. Via haar Friese achtergrond heeft Bert voor zijn achternaam de letter B.G. staan en de G. staat voor Gerben. En pakte hij nog meer duiven in de prijzen? Om 14.15 en 14.46 uur pakte hij nog twee andere duiven die een beste prijs gaan scoren. Totaal zal hij vijf prijsduiven hebben en ‘s avonds waren 10 duiven terug. Bert is ook nog op een andere vlak actief in de duivensport en wel met het keuren van duiven. Hij is lid van Vereniging Nederlandse Groep van Keurmeesters die reeds sinds 1924 bestaat en actief is. En dat is dus al 95 jaar en toevallig is Bert zijn moeder ook zo oud. Bert is van de GvK ook penningmeester en op hun website kan men de nodige informatie verkrijgen. Zou het ooit zijn voorgekomen dat een lid van deze groep een nationale ZLU-vlucht heeft weten te winnen? ‘Nakita‘ bracht deze schitterende fondzege voor Bert naar Lelystad. Bert wees er trots op en geniet ervan.
Ad van Gils