- donderdag 16 februari 2017
Het was bij de eerste verkoop van de Bruijn in Thorn dat je voelde dat er iets was toen je de zaal in keek. Even kon ik er geen vinger op leggen. Toen viel mijn franc. In de zaal zaten Nederlanders en Belgen broederlijk dooreen. Nadien viel me dat vaker op. Met name tijdens kampioenendagen. Is het dan toch zo dat sport verbroedert? Want ooit was dat anders.
ANDERS
Kampioenendagen en daarbij behorende tentoonstellingen waren er in mijn omgeving, de grensstreek, vroeger veel. In ‘het stille seizoen’ was er elke week ergens wel iets te doen. Als we in onze club de datum van onze ‘kampioenen dag’ wilden vast leggen informeerden we daarom vooraf wanneer clubs in omliggende plaatsen die hielden. Kwestie van elkaar niet in de wielen te rijden. Nu speelt dat niet meer, want met de liefhebbers verdwenen de clubs en daarmee al die duivendagen. Wat destijds opviel was dat Belgen elkaar opzochten en dat deden ook Nederlanders. Kwam je de zaal binnen dan zocht je onwillekeurig of er nog stoelen vrij waren aan tafels met landgenoten.
Maar tijden veranderden. Zo is het niet meer Roodhooft België (ik noem maar iets) of Bosua Nederland (ik noem weer maar iets), maar Roodhooft en Bosua.
NOG WEL
Toch zijn de verschillen tussen beide landen nog aanzienlijk. Zo ervaren buitenlanders die België binnen rijden het wegennet als een absolute ramp. In Nederland is het eten dan weer niet te verteren. Slecht en nog duur ook. Wat ik bedoel weten de vele Belgen best die graag in Zeeland vertoeven. Prachtige wegen en fietspaden, maar eten als in België kan je er niet. Verder zijn Belgen honkvaster, terwijl Nederlanders graag reizen. En dan het veldrijden. Een koers op tv? Dat merk je in België aan minder verkeer. In Nederland, dat toch een land is van sporters, leeft veldrijden totaal niet. De media besteden er amper aandacht aan, in België is het voorpagina nieuws. Verder zijn er de vooroordelen wederzijds. Nederlanders zouden gierig zijn. In de horeca echter zullen velen daar andere over denken. De fooien komen vooral van Nederlanders, die trouwens de vingers dieper in de portemonnee steken als ze duiven willen kopen.
KOPEN EN VERKOPEN
Moesten verkopers van duiven, of de beroeps, het alleen van Belgen hebben, de prijzen zouden nogal kelderen. En veel kweekhokken heel wat dunner bevolkt. Dat weerspiegelt zich op Internet. In Nederland zijn meer sites die zich bezig houden met bonnenverkopen, die zijn professioneler, en door de band gaan bonnen duurder. Nederlanders zijn zeker geen Chinezen maar toch ‘betere’ kopers. In België zijn het vooral ‘de groten’ die kopen, veelal van elkaar.
ALLES BETAALD
Duiven houden is in België dan weer enorm veel duurder wat je vooral ziet aan de vrachtprijzen en de prijzen van uitslagen en ringen. Belangeloos werken voor de club zie je in België veel minder. Dat (veel) duurdere vervoer heeft alles te maken met structuur. In Nederland organiseren de afdelingen zelf concoursen, ze hebben hun eigen containers en als een ding niet van belang is dan is het winst maken. In België is (of moet ik zeggen was?) het organiseren van (Nationale) concoursen (voor sommigen) een goudmijn. De KBDB beweert overigens dat ze voor de ringen niet meer aanrekenen dan de kostprijs maar op de vraag hoe het dan kan dat die in Nederland zo veel goedkoper zijn blijft men het antwoord schuldig. Vreemd, het zijn dezelfde ringen en komen van dezelfde leverancier.
MEER GEDREVEN
Verder zijn Nederlanders door de band meer gedreven. Dat merk je met name tijdens forums. Ze stellen enthousiast vragen en geven onomwonden hun mening. De volksaard zeker? Belgen laten anderen liever praten. In Nederland is alles ook veel transparanter. Zo verantwoorden provincies en de bond alles tot op de laatste cent. Alle kosten en inkomsten worden openbaar gemaakt. Dienaangaande is de KBDB een glazen huis dat in Nederland al lang aan diggelen zou zijn gegaan.
Wat dat ‘gedreven zijn’ betreft, waren het ook niet de Nederlanders die jaren voor waren met verduisteren en lichten? Gingen zij, overigens in navolging van de Duitsers, niet al veel eerder massaal over op ‘totaal’ weduwschap? Kwamen zij er al niet jaren eerder achter dat duivinnen NIET het zwakke geslacht waren? Nu spelen vooraanstaande kampioenen in België alleen nog duivinnen, iets wat je in Nederland weer niet ziet.
MOGELIJKHEDEN
Heel verschillend zijn ook de spelmogelijkheden. Rijden sommige Belgen meerdere lokalen voorbij als ze in gaan manden, in Nederland kan zo iets niet. Daar speel je waar je speelt en niet anders. Grenzen worden ook niet verlegd. Vluchten voor een sterk presterende sportgenoot of elders inmanden vanwege een voorspelde ongunstige of gunstige wind kan dus niet.
Wel kijken veel Nederlanders vol afgunst naar de vele spelmogelijkheden in België. Elk weekend vitesse, hafo en fond? Al in mei met jongen kunnen spelen en een handvol nationals? Daar kunnen ze alleen maar van dromen. Maar een voordeel kan ook een nadeel hebben. Gevolg van zo veel mogelijkheden is zelfs midden in het seizoen in veel samenspelen bedroevend weinig duiven in concours. Komt bij dat België het enige land ter wereld is waar jaarlingen apart vliegen wat leidt tot nog meer versnippering en nog meer onbetekenende uitslagen.
OVERDREVEN
Want op dezelfde dag twee vitessevluchten zoals in Antwerpen en dan oude en jaarlingen nog eens apart? Dat kon toen we nog met 100.000 waren. Een vlucht uit Quievrain van ongeveer 125 km en een uit Noyon, ongeveer 100 km verder op dezelfde dag is niet meer van deze tijd en leidt tot vluchtjes van niks. EEN vlucht daar tussen in, uit Sint Quentin, zou een enorme verbetering zijn en ooit moet men daar toch aan. Dat ook het fondprogramma veel te overladen is vinden zelfs de fondspelers zelf. Dat daar niets aan gedaan wordt is dan weer typisch Belgisch.
ANDERE DUIVEN
Verder lijkt me dat duiven in uiterlijk verschillen. Die ‘crayonnees’ (of hoe schrijf je dat) en die vuilere geschelpte en vuilblauwe duiven die je vooral in Vlaanderen ziet zie je niet in Nederland. Zelfs de Antwerpse duiven lijken al anders dan die in Vlaanderen, mooier ook. Door specialisatie zouden in België de betere vitesse duiven zitten, door selectie in Nederland de betere duiven voor de grote fond. Die specialisatie heeft wel tot gevolg dat veel Belgische vitesse spelers niet beseffen tot wat hun duiven op de verdere afstanden in staat zijn.
Asduif Brabant2000. Uit Zoon Klleinen x Sissi. Deze kleur zie je vooral in Vlaanderen.
OPENHEID
Nederlanders zijn dus mondiger. De organisatie (neem NPO) meer transparant. Die ‘dopingtoestanden’ die momenteel in België spelen zouden daar absoluut onmogelijk zijn. Lijken de liefhebbers dus naar elkaar toe gegroeid. Duivensport zelf zeker niet.