Eind vorige eeuw. Louis zit achter het raam en roept voor de zoveelste keer tegen zijn hond dat die zijn bek moet houden. Verder rustig vandaag. Ook geen Nederlandse ‘toeristen’ zonder centen. Dan stopt een Mercedes. Louis kijkt naar de nummerplaat. ‘Charel, nen Duts met nen dikke Mercedes.’ Charel gromt goedkeurend. Adriaan zegt niets.
EN DAN
Dan komen ze met veel lawaai binnen, een Duitser en zijn vrouw. De hond maakt nog meer lawaai, even lijkt die een doodschop te krijgen, maar de bezoeker beheerst zich. Louis, na wat geklets heen en weer ‘Wat kwamde gij eigenlijk doen?’ ‘Duiven kopen natuurlijk, waarvoor zou ik anders komen?’ ‘Dan hebt ge pech. We hebben helemaal niets.‘ ‘Gar nichts?’ De teleurstelling was van het Duitse gezicht te lezen. ‘Toch wel èèn jong’, probeerde hij opnieuw. Louis: ‘Spaaitig, nikske nie.’ ‘Dan heb ik voor niets 5 uur in de wagen gezeten.’ Zijn vrouw stond op het punt een traantje te laten. Louis: ‘Ja maar dat deed ge zelf. Ik heb U niet gevraagd om te komen.’ De Duitser gromde, de hond gromde mee. Louis: ‘Allez, komt volgende maand maar eens terug, misschien is er dan iets.’ ‘Ik denk er niet aan’, zei de Duitser en knikte naar zijn vrouw om op te stappen.
VERVOLGENS
Louis keek ontzet. Ze gingen toch niet weg zeker? ‘Wacht is madam en meneer. Misschien is er toch iets. Heel klein kansje. Zit boven geen jong meer van een week of vier, Jaan?’ De Duitser kreeg een beetje hoop. Misschien was de rit toch niet voor niets geweest. Jaan: ‘Ja, maar DIE gaat niet weg. Die komt uit de Schone van onder de tafel.’ Louis: ‘Allez Jaan, madam en meneer hebben zo ver gereden.’
Hij wierp Jaan een samenzweerderige blik toe. Het was wel geen knipoog, maar het was er wel heel dicht bij. De Duitser kreeg wat meer hoop. Misschien dan toch? Het koppel ging naar huis, een jong van de Schone van onder de tafel rijker en 100.000 franks armer. Normaal was de prijs 50.000 frank. Toen hij vertrokken was ging Charel naar boven met in zijn handen een jong van ongeveer vier weken. Morgen was weer een dag en kon weer bezoek komen.
ENGELSMAN
Wat de jonge duiven kostten wilde de Engelsman weten. De Nederlander: ‘Hangt er van af. De ene duif is de andere niet. De goede kosten 100 euro, de heel goede het dubbele.’ ‘Hmm. ‘Reasonable.’
Er werden wat jongen van 100 euro in de ene mand gezet en enkele van 200 in een andere. Toen de Engelsen weg waren was de mand met ‘de heel goede’, die van 200 per stuk, leeg.
Er waren 15 jongen over, genoeg voor de volgende dag. Dab zouden weer kopers komen en met hen was dezelfde afspraak gemaakt. Vijf van die vijftien jongen werden in de mand van de ‘hele goede’ gezet en de geschiedenis herhaalde zich. Alleen de ‘heel goede’ werden mee genomen, de ‘goede’, de goedkopere dus, bleven zitten.
De volgende klant diende zich aan. Hoe duur de jonge duiven waren. 100 Euro maar voor 200 mocht hij kiezen. Dat was de klant wel wat waard en hij ging met de duurdere jongen naar huis.
De laatste klant. Er zaten nog wel jongen maar die wilde de Nederlander zelf houden, het waren de laatste en die mochten wat extra kosten. En zo gingen ook de laatste jongen weg voor de prijs van ‘heel goede’.
NIETS MIS MEE
‘Al die dure duiven op internet, een grote zwendel’ aldus mijn jongere streekgenoot. Wat was er gebeurd? Op een bekend hok had hij een beroemde duif gezien die voor een fortuin was verkocht aan een Chinees. Toch oordeelde hij te snel. Die Chinees had inderdaad die duif gekocht, maar die dan tussen duizenden andere in quarantaine zetten? En dn nog verzenden ook? De duif werd op het hok van een vriend geplaatst. Die mocht elk jaar een ronde jongen kweken voor hemzelf, de rest moest op het vliegtuig worden gezet naar China. Wat maakte het tenslotte uit waar die jongen werden gekweekt? Chinezen die peperdure duiven kopen en die vervolgens hier stallen gebeurt overigens steeds meer.
Met Louis, Charel, de Nederlander en deze Chinees is weinig mis. In de zakenwereld gebeuren smeriger dingen. Maar er zijn ook andere. Zoals die Belg.
‘SLIMME’ BELG
David, veel te jong overleden, was een goede vriend. Een van de weinige. Gepassioneerd liefhebber en zakenman. Ik had destijds een prima kweekduivin, die hij kende, de ‘067’ van Gust Janssen. Eerder had ik er een die al even goed was, maar veel bekender. ‘Sissi.’ Je moet die ‘067’ een andere naam geven. ‘New Sissi’ bijvoorbeeld. Dat spreekt aan en verkoopt veel beter’, aldus David. Hij kreeg gelijk en dat verklaart het bezoek van een Belgische tussenpersoon die klanten had voor haar jongen.
Hij bestudeerde duif en stamkaarten aandachtig en vroeg toen: ‘Ben jij Nederlander of Belg? Ik heb dat nooit begrepen.’ Nederlander? Ik dacht dat die slimmer maken. Bij de naam van de kweker moet je dat woordje Gust weg laten. Dan staat er Jansen en daarmee doe je niemand kwaad. De naam van Gust weg laten? Ik zou me toch dood schamen zeker.
BROER EN BESTE VRIEND
Dan waren er die twee Taiwanezen die hier jaren terug op bezoek waren. Broers nog wel. De een was duivenliefhebber, maar kende geen woord Engels. De ander sprak vloeiend Engels maar had niets met duiven. Hij fungeerde als tolk voor zijn broer die ook, zo zei hij, zijn beste vriend was. Er werden wat duiven gekocht en ik moest het overeen gekomen bedrag op schrijven en aan zijn broer tonen. Om te laten zien hoe eerlijk hij was? Enkele jaren nadien zou anders blijken.
Ik kreeg de Taiwanees weer op bezoek, hij was tevreden over de duiven en wilde er weer een paar. Nu echter was hij niet vergezeld van zijn broer, maar van zijn dochter die inmiddels Engels had geleerd en nu als tolk fungeerde. Hij vroeg wat de jongen kostten? Ik vertrouwde het niet helemaal (waarom was zijn broer er niet bij?) en zei dat de prijs hetzelfde was gebleven. Tot mijn verbazing legde hij het dubbele van de gevraagde prijs op tafel. Wat er aan de hand was bleek al gauw.
Tegen zijn broer ‘die ook zijn beste vriend was’, had hij destijds gezegd dat het bedrag dat ik had opgeschreven dollars waren. Maar dat waren guldens! En een dollar was destijds twee gulden. Was de man bedrogen door zijn broer en beste vriend? ‘Moet je het van je familie hebben?’ Hmm. In hun cultuur ligt dat toch iets anders. Elkaar ‘een oor aan naaien’ is niet zo immoreel als hier. Voor de meeste een teken dat je slimmer bent. ‘Too outsmart the other’, zeggen de Engelsen.