- woensdag 21 februari 2024
- Publicatiedatum
Hoe vindt een postduif zijn weg terug?
Dr. Sjeng Lumeij
Hoofd afdeling Vogels en Bijzondere Dieren Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren
Postduif op jonge leeftijd trainen
Postduiven dienen te worden getraind om hun hok terug te vinden. Op jonge leeftijd moeten ze de omgeving van het hok in zich opnemen. Dit wordt veelal gedaan met een ‘spoetnik’: een getraliede uitkijkpost. Daarna wennen de dieren aan steeds grotere afstanden.
Stand van de zon
Ook de stand van de zon, aardmagnetisme en reuk zijn van belang bij de navigatie.
Duiven hebben een ingebouwd ritme van ongeveer 24 uur. Dit dag- nachtritme wordt dagelijks gelijkgezet op basis van licht en donker. Tevens hebben duiven een besef dat de zon opkomt ongeveer in het oosten, ‘s middags om 12 uur op het hoogste punt staat in het zuiden, en weer ondergaat ongeveer in het westen. Op deze manier kan de duif aan de hand van de zonnestand de kompasrichtingen bepalen.
De duif hoeft de zon overigens niet zelf te zien. Een stukje blauwe hemel is genoeg om de plaats van de zon te bepalen.
Aardmagnetisme
De invloed van het aardmagnetisme is onderzocht door magneten rondom het hoofd van de duif aan te brengen. Deze duiven raakten het spoor bijster.
Reuk speelt een belangrijke rol
Vroeger dacht men dat de zogenaamde carrier pigeons goede postduiven waren vanwege de grote neusdoppen. Nu weten we dat bij vele vogels, maar ook bij postduiven de reuk inderdaad een belangrijke rol speelt bij de navigatie; met name in een straal van 300 tot 500 km rond het hok. Reden waarom snotterende duiven maar beter thuisgelaten kunnen worden.