Vliegseizoen, oude duiven:
- Vitesse, de vluchten tot 300 km, meng ik 10 tot 20 % gerst bij. Je zou ook kunnen geven 10 tot 15 % gerst en 5% paddy.
De duiven moeten alles opeten voordat ze nieuw voer krijgen.
- Midfond/eendaagsefond, de vluchten van 300-700 km, in deze fase schakel ik over naar het volledig verstrekken van de all in one mengeling. Per dag ververs ik het voer dan wel 2 keer. Ze hebben dus nog niet alles opgegeten als er alweer nieuw voer verstrekt wordt. Het voer dat overblijft gaat of naar de partner-duiven of naar de zomerjongen.
Vliegseizoen, jonge duiven:
- Tot 300 km, zie vitesse oude duiven. De jonge duiven houd ik iets krapper dan de oude duiven omdat ze anders niet zo goed zullen luisteren.
- Boven 300 km, all in one mengeling zonder gerst
|
|
Voor zowel de oude als jonge duiven geldt dat wanneer zij na de training binnenkomen er een geringe hoeveelheid van het mengsel: pinda’s (60%) – kaas (30%) – schapenvet (10%) klaarligt. Dit maak ik in de keukenmachine, ze krijgen hiervan ongeveer 2 tot 4 gram per duif per dag. Praktisch zal dit ongeveer 1 theelepel per duif per dag zijn. Het schapenvet dat ik verwerk moet bewaard worden in de diepvries, dit omdat deze vorm van schapenvet niet behandeld is met anti-oxydanten. Na verloop van tijd weten de duiven dit en is dit een extra stimulans om ze binnen te krijgen. Mede hierdoor loopt het schema van de duiven die hierna moeten trainen niet in de war. Extra pinda’s geef ik dus niet. In de all in one mengeling en het genoemde mengsel van kaas/pinda’s/schapenvet zit voldoende.
Wanneer de duiven worden ingekorfd voor een vlucht met 1 nacht mand haal ik het voer weg op de dag van inkorving zo tegen 10 uur. Als ze langer in de mand zitten, staat ook op de dag van inkorving het voer tot hun beschikking.
|