- zaterdag 03 februari 2018
Duivensport suf? Welnee! William (21), Ard (16) en Mark (13) zijn lid van duivenvereniging De Snelvlieger in Capelle aan den IJssel en willen andere jongeren aansporen om ook met postduiven in de weer te gaan. Dat is nodig, want de sport is langzaam aan het uitsterven.
Salwa van der Gaag 01-02-18,
Het is misschien niet de stoerste sport die er is, erkent William Blaak maar meteen. Hij wil daarom niet altijd uitvoerig over zijn duiven praten, want dat zou stoffig over kunnen komen. ,,Maar voor de rest ben ik heel stoer, dus dat compenseert", zegt hij lachend. En erachteraan: ,,Dat schrijf je niet op, hé!"
Vier jaar geleden begon William zich in postduiven te interesseren. ,,Mijn opa had altijd duiven, maar eigenlijk vertelde hij er nooit over. Ik denk dat het in mijn bloed zit. Toen ik tegen mijn ouders ouders zei dat ik ook duiven wilde, waren ze eerst niet zo enthousiast. Ik kreeg een klein hok met sierduiven. Als ik daar goed voor zou zorgen, mocht ik meedoen aan wedstrijden."
Nu is het een paar jaar later en staat er een gigantisch hok in de tuin van de familie Blaak in Capelle aan den IJssel, met maar liefst honderd duiven. En inmiddels is ook vader om: Harry Blaak (44) is bloedfanatiek, bevlogen en houdt zich vooral bezig met het kweken van de vogels.
Kick
Wat er zo leuk is aan de duivensport? Dat kunnen de heren vol enthousiasme vertellen. Het moment dat de duif terugkeert na een tocht is onbeschrijflijk, zeggen zij. ,,Het geeft een kick. En er zit een wedstrijdelement in. Je wil winnen. Je bent er de hele week mee bezig en dan is het op zaterdag zover. Ik kan er gewoon kippenvel van krijgen als ik er aan denk."
Van april tot september doen de postduiven mee aan georganiseerde vluchten. De duiven worden ergens naartoe gebracht en moeten hun weg naar huis terug zien te vinden. Ze worden vaak naar Zuid-Frankrijk gereden en vliegen soms wel 700 kilometer.
Hoe het kan dat de postduiven hun weg weten te vinden, is nooit wetenschappelijk vastgesteld. Wie het snelst is, die wint. De mannen doen er alles aan om hun duiven zo sterk, gezond en snel mogelijk te maken. Dat betekent dat ze iedere dag drie uur in de weer zijn.
,,Als de duiven jong zijn, laten we ze al los. Dan komen ze na een paar uur weer terug. Ik ben dan altijd heel nerveus, want het gebeurt wel eens dat ze niet terug komen", zegt William. Dat gebeurt ook nog wel eens met de volwassen duiven. Zo kan een duif jarenlang wedstrijden hebben gevlogen en ineens niet meer terugkeren. Door een roofvogel bijvoorbeeld of een elektriciteitsdraad.
,,Dat doet wel pijn, want je hebt echt een band met je duiven." William weet ze zelfs van een afstand al te herkennen. Sommige duiven hebben een naam. Corrie bijvoorbeeld, of bonte Franka.
Franka is vernoemd naar de coach van de jongens: de 44-jarige Frank Klein. Klein zit bij de duivensportvereniging in Rotterdam en is blij dat er jonge knullen zijn die geïnteresseerd zijn in zijn passie.
,,Ik wil ze graag helpen om beter te worden. Het is belangrijk dat jongeren de sport beoefenen. Ik durf wel te stellen dat de duivensport er anders over een paar jaar niet meer is. En dat zou zonde zijn. De sport mag niet uitsterven." De duivensport is sinds afgelopen december immaterieel erfgoed.
© Jan Kok | Boomerang Fotografie
Meiden
Harry ziet het als zijn taak om de duivensport te promoten. ,,Maar dat is moeilijk, want het is gewoon niet zo cool om duiven te hebben. Je wordt al snel gezien als een nerd. Je kan het beter over leuke meiden hebben dan over duiven."
Toch zijn er nog jongeren die iedere dag de duivenhokken schoonmaken en de vogels te eten geven. De 16-jarige Ard Slobbe uit Nieuwerkerk aan den IJssel is er zo een. ,,Ik weet niet eens hoe ik er bij gekomen ben, maar een jaar geleden besloot ik opeens dat ik duiven wilde. Mijn ouders waren ook niet laaiend enthousiast, dus ik begon met twee duifjes in een til. Inmiddels doe ik ook mee aan wedstrijden en heb ik straks zo'n 45 duiven. Niemand in mijn familie heeft er iets mee. Ik ben gewoon een apart geval."
Wil je ook duiven houden, dan moet je wel over genoeg tijd en geld beschikken. ,,En respectvol met de dieren omgaan, dat is belangrijk", vindt Harry. ,,In Nederland kan je geen geld winnen met wedstrijden, maar in andere landen gaan er miljoenen in om. Daarom worden goede duiven soms wel voor een ton verkocht. Dan heb je kans dat er minder oog is voor de gezondheid van de duif."
De fanatiekelingen gaan zich inzetten om sommige plekken in Capelle duivenhokken te krijgen. ,,Dan hoef je niet per se duiven thuis te houden, want dat is voor veel mensen niet mogelijk, maar kan je toch de sport beoefenen. Als zo'n hok bij een bejaardentehuis staat, hebben zij er plezier van. Want het moment dat een duif aan komt vliegen: dat is prachtig!"