Henry Visser, Hendrik-Ido-Ambacht
wint loodzware vlucht vanuit Bram/Carcassonne
Waar de ZLU altijd bekend stond om haar lossingsbeleid (altijd los) en dat was iets waarop je kon rekenen. Dit jaar is dat anders. Het weer gooit roet in het eten en het kwam meermaals voor dat er niet op de vrijdag gelost kon worden. Zo ook bij Narbonne. Uiteindelijk bleek het lossen van de duiven in Narbonne onverantwoord vanwege zware windstoten. Om het concours toch doorgang te laten vinden werden de duiven gelost in Bram/Carcassonne.
Dat gebeurde zondagochtend om 10:40 onder warme en mooie omstandigheden. De wind was draaiende van oostnoordoost naar een westelijke. Het moge duidelijk zijn dat er op de dag van de lossing geen duiven verwacht werden. De volgende dag waren enkele duiven vroeg op de klep, maar slechts 5 Nederlandse duiven haalden de grens van 1000 meter per minuut. En dus kun je met recht spreken over een loodzware vlucht.
De winnende duif in de Fondclub Groot Rotterdam viel in Hendrik-Ido-Ambacht bij Henry Visser. Net na het middaguur arriveerde zijn 1e getekende wat hem met een snelheid van 868 meter per minuut hem de zege opleverde. In Zuid-Holland waren slechts 4 duiven sneller. In de nationale uitslagen leverde het hem plaats 52 op. Henry had verder 14 duiven ingekorfd waarvan er 4 prijs vlogen.
We kennen Henry allemaal als medeoprichter van de koopcompetitie Golden Classic Marathon voor fondduiven. Een mooi concept wat erg populair is bij de fondliefhebbers van Afdeling 5. Maar het doet hem tekort als duivenmelker door hem alleen daarvan te kennen. Van kinds af aan heeft hij al een passie voor de duivensport, maar vanaf 2000 is hij op zijn huidige adres opnieuw begonnen en werd al meteen gekozen voor de fondvluchten. Dit bleek een goede keuze, want de successen kwamen er. Onder anderen op Steyregg 2017 waar hij de 1e prijs in Sector 2 wist te behalen.
Henry is altijd op zoek naar verbeteringen en zaken die beter bij hem passen. Na enkele jaren te hebben gespeeld met het dubbel weduwschap systeem, speelt hij zijn duiven nu op nest. De duiven mogen twee keer per dag uitvliegen. In de ochtend staan de doffers in de lucht en in de middag mogen de duivinnen trainen. Henry hecht veel waarde aan het in het ritme houden van de duiven. Dit houdt in dat zijn duiven vanaf eind april in principe elke week meegaan met de afdeling. Af en toe blijft er een duif thuis en dat is dan om voor de jongen te zorgen. Vanaf de eerste dagfondvlucht wordt er per koppel specifiek gekeken wanneer ze mee moeten en zo op een goed standje ingekorfd.
De winnende duivin is de NL 14-1075826 en had de zorg over een jong en zat inmiddels ook alweer zes dagen te broeden. Een maand eerder op Agen ZLU was ze ook al Henry's eerste duif en dat werd dus nog eens dunnetjes overgedaan op Bram/Carcassonne. De 826 is niet door Henry zelf gekweekt. Sterker nog, het duivinnetje kwam als pieper in bij hem terecht na en roofvogelaanval eerder die dag. Kweker Cees Heester deed afstand van zijn duif en het vertrouwen in haar nieuwe eigenaar is dus meerdere keren uitbetaald. Als jaarling vloog ze namelijk ook al de 186e nationaal ZLU Narbonne.
Als eenmaal bepaald is welke duiven op welk neststandje meegaan, wordt de vliegploeg goed voorbereid. Standaard wordt er volle bak gevoerd (3 verschillende sportmengelingen worden gemengd) en de duiven die ingekorfd gaan worden, krijgen wat vetrijker voer in de vorm van hennep, snoepzaad en tovo. Verder staat er altijd vitamineral en allerhande ter beschikking aan de duiven.
In de aanloop naar de vlucht, wordt er ook regelmatig 's avonds getraind. Dit is verplicht trainen en soms worden ze opgejaagd met een paraplu als de training niet bevalt. Ook staat er dan regelmatig een trainingsvluchtje op de programma. Zoals eerder gezegd is regelmaat belangrijk en de duiven moeten elke week een (trainings)vluchtje hebben.
Medisch gezien worden de duiven ook naar de vlucht toe behandeld. Na de fondvlucht krijgen de duiven een geelpil en verder een geelpil of een geelkuurtje een paar weken voor aanvang van de nieuwe vlucht. Er wordt niet preventief elke week gekuurd. Om besmetting in de mand te voorkomen, korft Henry zijn duiven bij voorkeur in voor de 1-nacht-mand-vluchten.
Alles wat hierboven beschreven staat, doet Henry om zijn vliegploeg ideaal voor te bereiden voor het moment dat de duiven moeten presteren. En dat is nodig op de ZLU vluchten. Als laatste zetje probeert hij de vorm te sturen door de duiven in het voorjaar wat in het schemer te zetten. Vanaf de langste dag wordt er bijgelicht en dat moet dan net het verschil maken tussen een absolute kopprijs of een staartprijs. Het zal niet aan Henry liggen en de duiven laten hem gelukkig niet in de steek.
Peter Sebel