Gerard Dekker
- woensdag 13 december 2023
Voorbereiding richting het nieuwe seizoen 2024 Deel 2.
De vraag van een lezer ging over diverse kweek methodes, hij wilde wat intelen en of kruisen en vroeg zich af wat nu precies lijnenteelt was.
Inteelt en lijnenteelt zijn twee verschillende kweek methoden die bij postduiven worden gebruikt. Ze hebben beide hun voor- en nadelen, en wat is het verschil?
Inteelt, ook wel bekend als incestueuze voortplanting, is het kweken van duiven die nauw verwant zijn, zoals broer en zus, vader en dochter, of moeder en zoon. Het doel van inteelt is om bepaalde gewenste eigenschappen te versterken, zoals snelheid, uithoudingsvermogen of andere kenmerken(Denk bijvoorbeeld aan tentoonstellingen) Voordelen van inteelt: Versterking van gewenste eigenschappen: Inteelt kan helpen bij het vastleggen en versterken van bepaalde positieve eigenschappen, waaronder de door ons gewenste “alleen vliegen”. De wetenschap zegt: “Door inteelt kun je meer voorspelbare nakomelingen krijgen, omdat de genetische variabiliteit wordt verminderd” Nadelen van inteelt: Inteelt vergroot het risico op het doorgeven van genen die genetische aandoeningen veroorzaken waardoor de gezondheid van de duiven in gevaar kan komen. Inteelt kan leiden tot verminderde immuniteit en dus gevoeliger voor ziekten. Te veel inteelt kan leiden tot een gebrek aan genetische verschillen in de stam, wat op de lange termijn de vitaliteit van de duiven kan verminderen.
Lijnenteelt, aan de andere kant, houdt in dat duiven worden gefokt verwante, maar niet directe familieleden, zoals neven en nichten. En dan één super presterende gezamenlijke voorouder als doel om zijn of haar gewenste eigenschappen te behouden, terwijl enig vreemd bloed toegevoegd wordt. Voordelen van lijnenteelt: Lijnenteelt kan helpen bij het behouden van gewenste eigenschappen, terwijl het enige genetische variatie behoud. In vergelijking met inteelt is het risico op het doorgeven van “foute” genen voor bijvoorbeeld ziekten lager. Nadelen van lijnenteelt ten opzichte van inteelt. Lijnenteelt kan trager gaan als het gaat om het verkrijgen van nieuwe eigenschappen of het verbeteren van duiven. Een fout die vaak gemaakt wordt bij liefhebbers die er mee aan de gang gaan bij zowel inteelt als lijnenteelt is dat de kwaliteit van de duiven te matig is. Men kan er van uitgaan dat de nazaten niet beter worden dan die van de duif waarmee men begint.
Kruising tussen verschillende bloedlijnen( outcrossing) , kan vaker leiden tot succes bij het overgrote deel van de liefhebbers omdat men niet beschikt over die witte raaf of die klasbak. Door het kruisen van diverse bloedlijnen kun je de genetische verschillen van uw stam vergroten, wat kan helpen bij het verminderen van het risico op genetische kwalen. Bij kruisingen tussen verschillende bloedlijnen kan er een fenomeen genaamd "heterosis" optreden, waarbij de nakomelingen betere eigenschappen vertonen in vergelijking met beide ouders. Dit kan leiden tot duiven met verbeterde prestaties, gezondheid en vitaliteit. Echter, het is belangrijk om te weten dat kruising tussen verschillende bloedlijnen ook enkele “uitdagingen” met zich mee kan brengen zoals het verlies van bepaalde gewenste eigenschappen die in de oorspronkelijke bloedlijnen aanwezig waren. Het is moeilijker om de uitkomst van kruisingen te voorspellen, omdat ze een mix van genen van verschillende bloedlijnen bevatten.
De tweede vraag was er één die ons al jaren bezighoud; “Hoe weet een duif de weg terug naar huis? “
Duiven hebben het vermogen om de weg terug naar huis te vinden, zelfs over grote afstanden. Dit fenomeen staat bekend als "homing" en is al eeuwenlang bestudeerd. Hoewel het nog niet volledig begrepen is, zijn er verschillende theorieën en onderzoeken die suggereren hoe duiven dit doen.
Een van de belangrijkste theorieën suggereert dat duiven gebruikmaken van verschillende navigatiehulpmiddelen om hun weg naar huis te vinden, waaronder:
- Zonnekompas: Duiven kunnen de positie van de zon waarnemen en gebruiken als een soort kompas om de richting te bepalen. Ze passen hun interne klok aan de beweging van de zon aan. Hier kunnen storingen in ontstaan wanneer er inversie aanwezig is ten tijde van de lossing.
- Aardmagnetisch veld: Duiven hebben gevoelige magnetische receptoren in hun snavels, waarmee ze het aardmagnetische veld kunnen waarnemen. Dit stelt hen in staat om de magnetische richting te volgen. Ook dit is de laatste jaren wat ingewikkelder geworden vooral voor jonge onervaren duiven door verschuiving “polen”.
- Visuele herkenningspunten: Duiven kunnen visuele herkenningspunten zoals landschapskenmerken, rivieren, en gebouwen gebruiken om hun route te onthouden en te volgen.
- Reukzin: Er is ook gesuggereerd dat duiven hun reukzin gebruiken om geuren te detecteren die specifiek zijn voor hun thuislocatie.
- Uit onderzoek met GPS ringen blijkt dat duiven in vrijwel alle gevallen een westelijke bocht aanhouden, vaak tot ze groot water tegen komen. Deze westelijke bocht heeft ook te maken met het draaien van de aarde (onder hun door bij wijze van spreken)
Hoewel dit allemaal bijdraagt aan het vermogen van duiven om naar huis terug te keren, is er nog steeds geen echt bewijs over de exacte manier waarop duiven navigeren. Onderzoekers hebben experimenten uitgevoerd waarbij ze duiven hebben losgelaten op verschillende locaties en hebben vastgesteld dat de duiven in staat zijn om terug te keren naar hun hok, zelfs als ze worden gedesoriënteerd of de zon wordt geblokkeerd. Een duif maakt dus gebruik van verschillende navigatiemethoden.
De derde vraag ging over het anders aanvoelen van duiven die nooit of nog niet getraind zijn dan getrainde duiven.
Het is interessant dat er duidelijke verschillen in de fysieke kenmerken van duiven zijn tussen getrainde en ongetrainde dieren. Duiven die regelmatig worden getraind of veel buiten vliegen, zoals onze postduiven , ontwikkelen inderdaad vaak sterkere borstspieren en een aangepaste lichaamsbouw. Deze fysieke veranderingen zijn grotendeels het gevolg van de regelmatige lichaamsbeweging. Duiven gebruiken hun borstspieren intensief tijdens het vliegen. Getrainde duiven hebben sterkere en meer ontwikkelde borstspieren, en zijn dus beter voelbaar voor de liefhebber. Door regelmatig te vliegen, verliezen duiven vaak overtollig lichaamsgewicht, wat kan leiden tot een slankere uitstraling en een beter voelbare borstkas. Door herhaalde lichaamsbeweging en training kan de structuur van de botten en gewrichten van duiven zich aanpassen, wat kan leiden tot veranderingen in de positie en dikte van de stuitbeentjes. Het is echter belangrijk op te merken dat de exacte fysieke veranderingen kunnen variëren afhankelijk van de duivensoort, leeftijd, voeding en het specifieke trainingsregime. Een ervaren duivenspeler zal het verschil weten, voelen en begrijpen. En een keurder moet er rekening mee houden met zijn beoordeling. Maar dit is ook zo bij duiven die in de rui zijn of nog niet volgroeid zijn door hun leeftijd. De spieren voelen heel anders, de stuitjes staan soms iets open of lijken puntig te zijn. Een beoordeling van spieren, vleugels maar vooral de stuit is bij wijze van spreken per dag anders.
Tot de volgende keer, stuur gerust een vraag die ik kan behandelen in het spoor der kampioenen