Gerard Dekker
- woensdag 29 januari 2020
Je hebt ze er tussen.
Hoe lang ik ook postduiven heb, een keer in de zoveel tijd leggen ze je in de luren.
Zit er een prachtige jonge doffer bij, blijkt het een duivin en andersom ook natuurlijk.
Sommige doffers hebben een heel vrouwelijke uitstraling en als ze zich dan wat laat tonen zitten ze al in het verkeerde hok alvorens je het hebt ontdekt.
Hoe vaak komt het niet voor dat we een prachtige jonge duivin bij een doffer zetten en dat ze niet op elkaar reageren, zelfs gaan knokken. Gewis dat de jonge duivin een wat klein doffertje is.
Ik kreeg al vaak te horen, dat jij dat niet ziet !, inderdaad soms zie ik het niet of wat vaker voorkomt, te laat.
Ook in 2019 heb ik weer een aantal mooie late jongen gekweekt waaronder een aantal prachtige duivinnen. Helaas een tweetal viel niet te koppelen. Tenslotte maar weer terug gezet in het duivinnenhok, waar ze direct ontplofte en begonnen te jagen achter de overige duivinnen. Terwijl ze toch al die tijd bij deze zelfde duivinnen in dat hok hadden gezeten.
Gek, dat ze zich zo manifesteerde nadat ze korte tijd uit dit hok te zijn geweest. Waren direct na het samen zetten echte doffers.
Laat rijp, mogelijk, maar ik denk het niet. Wat ik wel denk is dat ze een extra zetje een voorbeeld nodig hadden, dat ze kregen omdat ze kort tegelijkertijd tussen de gekoppelde en jagende duiven hebben gezeten.
Om duiven te doorgronden heb je tijd nodig, want ook duiven zijn individuen en kunnen behoorlijk verschillend reageren op hun omgeving en of bij hun mede duiven.
Maar is dat ongewisse weer niet een van de kleine onderdelen dat onze sport juist zo mooi maakt.