- vrijdag 15 december 2017
Zondag 10 december 2017. Op het moment dat ik dit schrijf is de duivenwereld aan de andere kant van de aardkloot nog in diepe rust. Mijn laptop geeft aan dat het in Nederland 2:39 uur is (Kuala Lumpur tijd 9:39 uur, 7 uur later of is het vroeger). Nog een aantal uur voordat de tweede dag van de Nationale Dagen van start gaat. Hopelijk brengt de voorspelde gladheid en sneeuwval het beursbezoek vandaag niet te veel in de problemen. Meestal als het KNMI code oranje afgeeft valt het in de praktijk mee.
Naar wat ik begrepen heb was dag één van de Nationale Dagen goed geslaagd ondanks sneeuwval in het midden van het land. Op de sociale media zag ik de gebruikelijke foto’s passeren al waren het er stukken minder dan andere jaren. Het waren vooral foto’s van tevreden kampioenen en vrijwel geen beelden van de beurs. Er waren ook enkele foto’s van het ledencongres. Wat hier allemaal besproken is of zou moeten zijn werd mij in eerste instantie niet geheel duidelijk.
Na wat zoekwerk bleek het ledencongres een uitvloeisel te zijn van het aannemen van de nieuwe staturen. Op dit congres moet in de toekomst het meerjarenbeleid en de daarbij behorende begroting worden vastgesteld. Het eerste congres werd echter vooral gebruik voor het inventariseren van hetgeen er onder de leden leeft. Dit kan dan worden meegenomen richting het congres van 2018. Op de agenda van dit jaar stonden de volgende zaken. Vliegend naar 2021: hoe ziet het optimale vliegschema van de toekomst eruit? Dierenwelzijn en sport: hand in hand of twee werelden? Realtime resultaten en inzicht tijdens vluchten binnen handbereik? De duivensport: van onbemind naar populair.
Gek genoeg kon ik over geen van deze onderwerpen iets terugvinden op de Sociale Media. Zelfs onze op Twitter actieve voorzitter heeft hierover (nog) niets gemeld. Opmerkelijk eigenlijk wat er was namelijk een onderwerp dat ik niet op de flyer heb teruggevonden maar wel prominent aandacht kreeg. Het betrof de mogelijk nieuwe regels voor de Neutralisatie tijd voor de marathonvluchten met een ochtendlossing.
Nu ben ik nooit deelnemer geweest aan dit type vluchten maar ik heb de ochtendlossingen vooral de laatste jaren met meer dan gemiddelde interesse gevolgd. Om meerdere redenen. Zo speelt een aantal bevriende melkers dit “spelletje” echter vooral de bijzondere prestaties van de duiven trokken mijn aandacht. Immers voor grote delen van het land bedraagt de afstand van deze vluchten vaak ruim meer dan 1000 km en toch legt een toenemend aantal duiven deze afstand af op de dag van lossing. Het bijwonen van de aankomsten van deze duiven is een uniek schouwspel en wellicht zelfs iets om onze sport bij buitenstaanders populairder te maken. Zij kunnen hun oren bijna niet geloven als ik dit vertel laat staan als ze dit aanschouwen maar dit terzijde.
Een andere reden waarom ik het ZLU gebeuren ben gaan volgen was de toenemende belangstelling voor dit spel in de rest van Nederland. Het van oorsprong Zuid Limburgse spel kreeg nationale allure, mede doordat een groeiend aantal overnachtfondspelers zich niet meer kon vinden in de lossingswijze op de Middaglossingen (te voorzichtig). Met de populariteit groeide ook de hoeveelheid problemen vooral ook doordat de kwaliteit van de deelnemende duiven misschien wel sneller evolueerde dan de regelgeving.
Door de toenemende deelname en de kwaliteit van deze duiven vielen de winnende duiven steeds vaker boven de rivieren. Duiven weten niet dat ze een wedstrijd vliegen en vliegen gewoon door als ze sterk en gemotiveerd genoeg zijn. Nacht of geen nacht. Regels of geen regels. Het resultaat, de laatste jaren werden veel winnaars afgevlagd in de nacht of kort daarna. Meestal blies bij dergelijke winnaars de wind op de staart maar zelfs bij een kalme tegenwind werd al volop ’s nachts gevlogen. Door oude regels ontstonden dan gekke uitslagen want de winnaar arriveerde vele uren later dan eerder aankomende duiven. Uren die qua verschil in afstand niet (altijd) verantwoord konden worden.
Als echte programmaspeler heb ik mij hierover altijd verbaasd. Hoe kun je een winnaar die 20 kilometer verder weg woont en drie uur later geklokt wordt dan de uiteindelijke nummer twee toch toejuichen op het podium in Kerkrade? Om over het enorme waardeverschil tussen beide duiven nog maar niet te spreken. Ik heb dit wel eens geventileerd en dit werd niet in dank aangenomen. Maar goed ieder zijn eigen spelletje met zijn eigen gebruiken zullen we maar zeggen.
Inmiddels een paar jaar later is er toch enige vorm van onvrede ontstaan over de snelheidsberekening in relatie tot de nachtelijke aankomsten bij ochtendlossingen. Over de aankomsten vroeg in de morgen wordt overigens door niemand gesproken terwijl deze duiven toch ook gebruik maken van de nacht of een deel hiervan. Voor zover ik kan zien wordt dit ook door geen enkel model afgedekt.
Om te komen tot een uitslag waarin de meest herkenbare winnaar bovenaan staat is bij de middaglossing daarom enkele seizoenen geleden het zogenaamde NF 14 model ingevoerd. Voor de ochtendlossingen was er nog altijd geen model. Voor het seizoen 2017 steggelden ZLU en NPO al over het te hanteren model maar in deze winter of eigenlijk komend voorjaar lijkt het er toch van te komen. Een broertje van het NF14 model, het zogenaamde NFO model zag het daglicht en dit model werd gisteren gepresenteerd. De exacte werking is mij niet duidelijk maar wellicht biedt de presentatie die binnenkort op de site van de NPO geplaatst wordt duidelijkheid (ik keek nog even op You tube naar de ledenvergadering van 4 november jl. maar ook deze presentatie was niet echt verhelderend qua werking van het model).
De gevolgen van het nieuwe model zijn echter qua uitslagen wel duidelijk. Het aantal vroege duiven in de kop van de uitslag doordat ze in de neutralisatietijd geklokt werd zal (sterk) dalen. Aangezien dit veelal duiven van (ver) boven de rivieren betrof zal de winnaar vaker uit de Zuidelijke regio’s komen.
Aangezien duivenmelkers voorspelbaarder zijn dan het grillige Nederlandse weer tonen de reacties duidelijk waar de belangen liggen. Noord is tegen, Zuid is voor. Al dient hierbij te worden opgemerkt dat indien de methode internationaal wordt ingevoerd Zuid ook in de gevarenzone kan komen t.o.v. België en Frankrijk.
Naast het sportieve belang komt natuurlijk ook bij sommige liefhebbers het business model in gevaar. Ik ben dan ook zeer benieuwd waarop het dit voorjaar zal uitdraaien. Gezien de stemverhoudingen in de vorige NPO vergadering zal de stem van de afdelingen in het Midden van het land doorslaggevend zijn. Ook zal het de vraag zijn hoe de ledenaantallen zich ontwikkelen want anders zou de positie van het Zuiden wel eens sterk verzwakt kunnen zijn in de komende NPO vergadering. Brabant 2000 en Oost Brabant hebben samen nu nog 4 kiesmannen maar gezien de jaarlijkse daling in leden zouden dit er in maart 2018 zomaar eens nog maar (samen) 2 kunnen zijn.
Een directe oplossing zie ik overigens nog niet zo een twee drie. Het is zoals ik ergens in een presentatie las een hoofdpijn dossier. Naar mijn mening een juiste typering want hoe verenig je de belangen van liefhebbers in een vlieggebied met een overlap van 300 kilometer? Op de programmavluchten is dit opgelost door kleinere vlieggebieden maar de charme van het ZLU-spel is juist de strijd over het hele land. Misschien is het gewoon wachten tot de evolutie van de duif dit probleem oplost. Wellicht vliegen binnen een aantal jaar alle duiven gewoon ’s nachts door met een gelijke snelheid als overdag. In dat geval kan de hele NT discussie beëindigd worden.
Tot slot van dit weekstuk nog even terug naar mijn voormalige afdeling, Noord Holland. Hier was het afgelopen vrijdag weer eens bal op de vergadering. Behalve dat er op de site niets te vinden is over deze vergadering (geen agenda, geen stukken) bleken er ook geen notulen uitgewerkt te zijn van de vorige vergadering. Een kwestie van onenigheid met een voormalig bestuurder als ik het goed begrepen heb.
Nog triester was de gang van zaken rond het vliegprogramma. Het bestuur kreeg nul op het rekest ondanks een lange poging haar vliegprogramma door de vergadering te loodsen. Zoals te verwachten viel gezien het aantal tegenvoorstellen en de erbarmelijke kwaliteit van het voorgestelde. Nu mag men opnieuw een poging wagen door over drie weken te komen met een nieuw programma dat grote overeenkomst dient te vertonen met dat van 2017.
De vraag die ik mij vanaf grote afstand stel is hoe lang deze trieste “lach of ik schiet show” nog doorgang kan blijven vinden. Naar mijn mening kunnen de paar capabele bestuurders die er nog over zijn beter gisteren dan vandaag aansluiting zoeken bij de afdeling Zuid Holland. Men kan dan de krachten bundelen, handhaven wat goed is (vliegprogramma en vervoer Zuid Holland) en voor de rest beginnen met een schone lei. Het is een trieste constatering maar zoals het nu verloopt gaat het anders alleen maar sneller bergafwaarts met de duivensport in Noord Holland.
OP EIGEN HO(N)K
Deze week mijn reisschema voor februari definitief gemaakt. Dat wil zeggen de tickets geboekt voor mijn vlucht naar Nederland alsmede mijn zakelijke vlucht in deze periode (Amsterdam – München). Al bij al is het nog best een gedoe om de juiste vlucht voor de juiste prijs te vinden. Opmerkelijk is wel dat een ticket geboekt in KL goedkoper is dan hetzelfde ticket geboekt in Aalsmeer.
In ieder geval is de uitkomst dat ik op 8 februari weer op Schiphol landt om op 3 maart avonds te vertrekken. Bijna 3,5 week in Nederland. Hierdoor kan ik niet alleen een bezoek brengen aan de Viering van De Gouden Duif maar ook nog de Voorjaarsbeurs met een bezoek vereren. Een leuke gedachte weer vele sportvrienden te spreken. Daarnaast zal ik in deze paar weken natuurlijk mijn vertrouwde adresjes aandoen. Gewoon even bijkletsen en weer eens wat duiven in de hand nemen. Want eens een duivenmelker altijd een duivenmelker.
Tot volgende week,
Michel Beekman