Vincent Hoogerwerf
- vrijdag 17 mei 2024
Vertakkingen in de vorm van een ster-achtig figuur die meestal in de ondergrond kleur bij duiven met marathon bloed zien we altijd bij duiven die in de nacht thuiskomen of een deel hebben gevlogen. Voordat u begint over uitzonderingen, ja er zijn marathon duiven (de meesten zelfs) met een oog als net beschreven die niet in de nacht vliegen. Ja, natuurlijk! Als een duif niet de kwaliteit heeft, niet die motivatie, niet die gezondheid en niet die topverzorging dan kan een duif vier van die nachtogen hebben, zal hij nooit in de nacht vliegen. U weet dat ik de eerste was die over nacht ogen c.q. nachtvliegers schreef. Ik kreeg ooit eens wat nachtvliegers bij Gerard van Tuyl (Hellouw) in de handen, en naast een goede bouw, zeer zachte pluimen hadden die allen in meer of mindere mate een stervormige ondergrondkleur.
Later kwam ik tijdens een keuring bij Arjan Beens (Genemuiden) een paar duiven (van verschillende origine) tegen die het ook hadden, toen we later die prachtige nachtelijke aankomsten zagen bij Arjan werd het steeds duidelijker; er zijn duiven die in de nacht makkelijker vliegen c.q. hun weg weten te vinden. En kijk nu anno 2023 hoe vaak we de Arjan Beens en Gerard van Tuyl nazaten terug vinden in nachtvliegers. Maar het zat natuurlijk niet alleen in hun soort (het komt in meerdere rassen voor) maar in percentage wel veel meer bij de GvT en AB nakomelingen.
Nu kwamen er in 2021/2023 onderzoeken naar buiten (o.a. vanuit het Pigen lab) dat er een nieuw gen gevonden was (CRY1). Nu blijkt dat dit cryptochroom 1 gen wel degelijk verband te hebben met wedstrijdprestaties. Er blijkt dat vogels waaronder dus duiven met dit CRY1 gen gemakkelijker het aardmagnetisch veld waarnemen en dat dit gelinkt blijkt te zijn met eiwitten in het netvlies van het oog. In moeilijke woorden spreekt men over “Deze cryptochroom eiwitten zouden door een quantum fenomeen dienen als een vorm van magnetoreceptor naast functies in dag/nacht ritme en UV licht perceptie. En natuurlijk moet er verder onderzoek gedaan worden maar er blijkt een duidelijk verband te zijn tussen CRY1, de uiterlijke kenmerken in het oog en het in de nacht of donkere omstandigheden te kunnen oriënteren.