Artikelen
- donderdag 11 mei 2023
Stoffel en Tjeerd Brandsma – Lelystad/Erica / Vliegen in combinatie.5
Stoffel (69) en Tjeerd (73) Brandsma hebben gezamenlijk duiven, maar vliegen niet als combinatie. Stoffel die in Lelystad woont, heeft zijn hele leven van kinds af aan al duiven. Via sierduiven en aanvliegers werd hij door het duivenmelkersvirus gegrepen. Toen hij in dienst ging, nam een jongere broer de verzorging van de duiven over en toen deze het huis verliet, werd hun vader de duivenliefhebber. In 1993 overleed hun vader en besloten Tjeerd en Stoffel samen verder te gaan en verdeelden ze de taken, waarbij besloten werd, dat Tjeerd in Erica zou gaan vliegen en Stoffel de kwekers zou huisvesten. En zo is het vanaf die tijd ook gegaan. Stoffel heeft 15 kweekdoffers en 20 duivinnen en zorgt voor bevoorrading van het vlieghok van Tjeerd. Tjeerd speelt met 25 Koppels meerjarige op de overnacht. Daarnaast heeft hij nog 20 jaarlingen, die alleen worden ingespeeld en een 30 tal aug-okt jongen, die de hele winter loskomen en worden afgericht.
Tjeerd en Stoffel behoren tot de groep liefhebbers voor wie de duivensport vooral een hobby is. Natuurlijk doen ze hun best om mooie resultaten te behalen en die waren er de afgelopen jaren ook zeer zeker wel. Zo werden er onder andere teletekstvermeldingen behaald op St Vincent, Bergerac (2 x), Orange en Cahors (2 x). Met name de vermelding op Teletekst van St Vincent staat nog in hun geheugen gegrift en maakte vooral indruk omdat Tjeerd in eerste instantie helemaal niet doorhad dat het zo’n vroege duif nationaal (Sector 4) was. De verrassing was daardoor des te groter. Grote ambities hebben de broers niet, maar ze stellen zich voor de komende periode wel ten doel om nog wat regelmatiger kopduiven te draaien op de marathons.
In de duiven van de broers Brandsma zit nog een flink percentage bloed van de Bollebakker doffer die Stoffel zo’n 20 jaar geleden van Dirk Huizenga heeft gekregen. Ook zitten er nazaten van een doffer Frans van Peperstraten en een dochter van de Wroclawduivin van Henk Doek, waarmee ieder jaar wordt geruild om zo te proberen deze lijnen vast te houden. Verder zitten er op het kweekhok duiven van Hain de Jonge, André de Vries, Derk Huls, Frits Smit en Michel Schuurmans. Duiven kopen doen de broers vrijwel nooit. Hooguit een enkele keer een bonnetje. Geruild en samen gekweekt wordt er regelmatig. Zo wordt er o.a. samen gekweekt met Nico van Veen, waarover beiden zeer tevreden zijn en er worden al jaren duiven geruild met Frederic de Scheemaeker uit Ezemaal en Ray Bos en ook is er via de ruilduivencompetitie van het Forum Het Praathuis regelmatig iets nieuws op het hok terecht gekomen.
Zoals hiervoor al geschreven, leggen de broers Brandsma zich al jaren toe op de overnacht, nadat ze bij hun start enige tijd ook op de programmavluchten meededen. Het overnachtspel bleek echter het beste in te passen bij de werkzaamheden van Tjeerd, toen deze nog aan het arbeidsproces deelnam, dus vandaar deze specialisatie. Spelen voor een kampioenschap is niet specifiek hun doel. Ze genieten van elke vlucht. Tjeerd; “De competitie aangaan met de liefhebbers van het inkorflokaal, stimuleert natuurlijk wel. Vooraan eindigen in een kampioenschap ook. Maar van een mooi dag resultaat kunnen we ook intens genieten. De eerste in de klok is altijd leuk, vooral als het een vroege is. Elke aankomst van een marathonvlucht beleven we samen. Dan zitten we er al op tijd. Wachten op die eerste!!! Het oplopende spanningsveld en… de ontlading, als de eerste valt. Dat maakt voor ons de duivensport bijzonder.”
De duivensport trekt steeds minder liefhebbers. Mede ook, omdat het best een intensieve sport kan zijn qua tijdsinvestering. Het in combinatie vliegen kan dan één van de oplossingen zijn. Ik vroeg de broers hoe zij hier tegenaan kijken. “Dat denken wij ook. Vooral voor jonge gezinnen kan het in combinatie vliegen beslist voordelen opleveren. Sowieso vinden wij dat je voor een sport als deze, eigenlijk niet zonder iemand kan, die je duiven kan verzorgen en bij kan springen, mochten er zich calamiteiten voordoen. Voor Tjeerd is dat een kameraad / liefhebber, die in de buurt woont. Voor Stoffel is dat zijn oudste zoon. Wij zouden zelf nooit afzonderlijk in dit wereldje zijn gestapt. En gelukkig hadden wij beiden ook de mogelijkheid om het samen te doen. Tjeerd heeft ruimte voor de vlieghokken en Stoffel voor de vastzitters. Tot op heden hebben we nooit spijt van onze beslissing gehad om gezamenlijk de duivensport te gaan beoefenen. Het heeft ons bovendien ook vele goede contacten opgeleverd.”
De broers hebben dus een heel duidelijke taakafbakening, waarbij de één kweekt en de ander vliegt, maar wel overleggen ze over beide onderdelen regelmatig met elkaar. “Voor de kweek maakt Stoffel een opzetje en samen overleggen we de definitieve koppelingen. Tjeerd maakt een planning m.b.t. welke duiven, waar naar toe gaan. We overleggen regelmatig en zijn het lang niet altijd met elkaar eens. Maar daarnaast hebben we ook een paar vaste contacten, waarmee we regelmatig overleggen en hun adviezen nemen we zeer serieus. Tunnelvisie willen we zo veel mogelijk vermijden.”
Wanneer je de reportages in het Spoor over kampioenen en grootmeesters goed doorleest valt het op dat de overgrote meerderheid van de werkende liefhebbers, niet zijnde een combinatie, het zelden helemaal zonder hulp doet. De één heeft de kwekers elders, een ander heeft een echtgenote, vader of ander familielid die (een deel van) de duiven laat trainen en/of op een andere manier bijspringt. Bij weer een ander steekt een buurman of een oud-liefhebber dagelijks een helpend handje toe. De liefhebbers die het helemaal alleen doen zijn op een enkele uitzondering na de hele dag bij huis. Daarnaast valt mij op dat er de laatste tijd van de goed presterende liefhebbers die het toch klaarstoomden om alles naast hun werk en gezin erbij te doen, verschillenden zijn gestopt. Wil je presteren in de duivensport (wat overigens ook voor andere sporten geldt) zal je er veel voor moeten doen en laten. Dat is niet voor iedereen in te passen in hun leefsituatie. De duivensport is een intensieve en tijdrovende sport. Hoe kijken de broers hier tegen aan? “Dat klopt. Maar zoals gezegd zouden wij de duivensport ook niet in ons eentje willen beoefenen en hebben we beiden daarnaast ook nog achtervang. En inmiddels zijn we nu beiden gepensioneerd en besteden we tijdens het kweek en vliegseizoen dagelijks veel tijd aan de duiven. Dat betekent ook, dat we vakanties en uitstapjes zoveel mogelijk buiten het vliegseizoen proberen te plannen.”
Tot zover de gebroeders Brandsma over hun keuze om de duivensport gezamenlijk te beoefenen. Wellicht zullen er van de liefhebbers, die gestopt zijn met de duivensport, omdat ze het niet konden combineren met werk en gezin, een aantal weer opnieuw beginnen, wanneer ze een geschikte partner vinden om samen mee te doen. Want zoals de gebroeders Brandsma ook zeggen; “Als je er eenmaal mee besmet bent, laat het duivensportvirus je nooit meer helemaal los.”