- vrijdag 03 maart 2017
Zondag 26 februari 2017. De tijd vliegt. Vorige week ploegden de veldrijders nog door de modder en dit weekeinde is alweer het openingsweekeinde van het Vlaamse (misschien wel West-Europese) wielerseizoen. Gisteren “de Omloop” en vandaag “Kuurne”, het is vanaf nu ieder weekeinde koers. Iedereen die mijn schrijfsels volgt weet dat ik graag kijk naar de koers en dit ook graag vergelijk met de duivensport.
Gisteren viel mij op dat in de eerste de beste serieuze eendaagse koers gelijk weer de beste renners voor dit type wedstrijden van de afgelopen jaren kwamen boven drijven. Peter Sagan, Greg van Avermaet en in mindere mate Sep van Marcke toonden in de semiklassieker direct aan dat kwaliteit altijd komt boven drijven. Pech onderweg of in de voorbereiding, het lijkt de echte toppers weinig te deren. Vorig jaar stonden Sagan en van Avermaet er het hele seizoen en nu waren ze wederom gelijk op de afspraak. Simpelweg omdat ze de beste zijn in hun vak.
In onze sport is dit niet echt veel anders. Ook hier zijn de grote programmaspelers vaak vanaf vlucht één direct op de afspraak. Ze brengen hun duiven gewoon beter aan de start. Ondanks dat zij ook nog niet de absolute topvorm willen hebben zijn de duiven van de mannen die ieder jaar om de knikkers spelen al dusdanig in conditie dat ze direct hun plaats in het snuitje van de uitslag innemen. Ook hier is het analoog aan het wielrennen, namelijk de klasse die de doorslag geeft. Zelfs op 85% zijn de duiven van de echte topliefhebbers nog beter dan het gros van de gewone duiven. Duiven van de vaak minder getalenteerde melkers hebben vaak minder kwaliteit of het komt er niet uit door het mindere talent van hun verzorgers.
De verzorging speelt namelijk in onze sport naast de kwaliteit een cruciale rol. De meeste topmelkers zitten nu al in de voorbereiding op het seizoen. Met nog 6 weken voor de eerste wedvlucht wordt dit ook wel tijd. De meeste toppers in onze sport draaien jaarlijks ter voorbereiding hetzelfde programma af. Simpelweg omdat men weet dat dit de duiven op de door hen gewenste succesvolle wijze het seizoen in brengt.
Minder getalenteerde melkers willen nog wel eens zwalken in de wijze waarop men de duiven voorbereidt op de wedvluchten. Het ene jaar doen ze het zus en het andere jaar doen ze het zo. Tweeëndertig jaar duivensport op eigen erf en veel bezoeken en gespreken met topliefhebbers hebben mij geleerd dat dit niet de weg is. Toppers zijn vast in hun systeem en wijken hier niet direct vanaf na een mindere vlucht of een jaartje dat het wat minder gaat.
Ook op mijn hok merk ik dat het het beste is om niet teveel te veranderen. Natuurlijk ben ik ook wel eens onzeker of word ik aan het twijfelen gebracht door een opmerking van een collega melker die best wel hout snijdt. Echter vaak denk ik “waarom zou ik iets veranderen”? Sinds ik vanaf het seizoen 2013 vertrek vanaf “droog weduwschap” het ik niet veel te klagen. Natuurlijk denk ik ook wel eens wat “zou een verandering een verbetering in de prestaties opleveren”, echter de angst voor een verslechtering van de prestaties doet mij in negenennegentig van de honderd gevallen besluiten om geen veranderingen aan te brengen.
Een vast systeem geeft zekerheid in het hoofd van de melker. Daarnaast zorgt het handhaven van een vast systeem er ook voor dat je duiven overhoudt die bij dit systeem passen. En presteren. Als je de selectie consequent toepast en het voersysteem niet aanpast bevolken er op de duur duiven de hokken die met de gekozen verzorging presteren. Als je de lat qua selectie dan ieder jaar een treetje hoger legt wordt de kwaliteit bijna als vanzelf beter. Vooral als je af en toe een aantal vreemde duiven inpast van sterk spelende hokken. Hokken waarop de duiven dan wel op een min of meer vergelijkbare wijze verzorgd worden. Als je een volle bak voerder bent lijkt het mij niet logisch om duiven aan te schaffen van een liefhebber die de graantjes als het ware telt. Hetzelfde geldt natuurlijk voor medicijngebruik. Echter ook de wijze van de verzorging zelf speelt een rol bij de aanschaf van duiven. Als je zelf geen poetser bent koop je beter niet bij melkers waar je een boterham op de vloer kunt leggen zonder ziek te worden wanneer je hem op eet. Het is dus gewoon een zaak van logisch nadenken. Als u dit nog niet gedaan heeft, resteert u nog zes welen om uw treintje op de rails te krijgen.
Zes weken is ook de voorbereidingstijd die het afdelingsbestuur van mijn afdeling nog heeft om het seizoen goed te doen verlopen. Makkelijk heeft het bestuur het zich niet gemaakt want pas afgelopen vrijdag werd de vergadering gehouden die moest besluiten over de nieuwe rayonindeling, hetgeen best wel kort op de start van het seizoen was.
Op deze vergadering werd het bestuursvoorstel met opvallend gemak aangenomen. Liefst negenenzeventig procent van de leden koos voor het voorstel van het bestuur. Een voorstel overigens waarmee het bestuur de door haar ingestelde commissie binnendoor passeerde. Het voorstel van de commissie die het afgelopen seizoen zo’n keer of acht bij elkaar was geweest was naar de smaak van het bestuur niet ingrijpend, lees toekomstbestendig, genoeg.
Over dit inzicht kan altijd getwist worden maar één ding weet ik bijna zeker. Van de voormalige commissieleden zullen nog weinigen in de toekomst iets doen en ook nieuwe commissieleden, voor welke commissie dan ook, zullen zich nog wel eens twee keer achter de oren krabben voordat ze tot een commissie toetreden. Immers als de uitkomst van een dergelijke commissie het bestuur niet bevalt komt men simpelweg met een eigen voorstel.
Hoe dan ook de nieuwe indeling is met een overgrote meerderheid aangenomen. Of deze meerderheid zich realiseert waarvoor men heeft gestemd durf ik nog wel te betwijfelen. Een aantal kopstukken uit de afdeling ligt namelijk in hun nieuwe rayon wel zeer gunstig t.o.v. de concurrentie. In theorie in ieder geval. De tijd zal leren of dit ook in de praktijk het geval is.
Zelf durf ik wel een aantal voorspellingen te wagen.
In rayon 1 zullen Castricum en Heiloo het korte spel domineren zeker met tegenwind. In rayon 2 zullen de toppers uit Purmerend en Volendam het laken naar zich toe trekken. In rayon 4 zal Aalsmeer en directe omgeving menig keer uithalen en in rayon 5 zullen de melkers uit Amsterdam Oud West weinig van de concurrentie heel laten. Het enige rayon waar niet veel verandert is rayon 3.
OP EIGEN HOK
Zitten de duivinnen inmiddels een weekje in het duivinnenverblijf. De dames zijn inmiddels ook al een beetje geconditioneerd. ’s Morgens als ik het raam richting de volière open stormen ze deze ruimte in. Ze weten dat er voer op de vloer ligt. ’s Avonds herhaalt dit ritueel zich maar dan omgedraaid. Er ligt dan voer op de vloer van het nachthok hetgeen betekent dat ze zich reppen om het nachthok in te komen bij het openen van het raam. Ik hecht er aan dat ze dit spelletje doorhebben voordat ze de vrijheid krijgen. Ze moeten gretig zijn op het voer en luisteren. Ook laat ik ze bij voorkeur een klein beetje afvallen voordat ze in vrijheid gesteld worden.
Bij de enting tegen de Paramyxo, die dit weekeinde werd uitgevoerd, bleek dit laatste nog niet helemaal gelukt. Althans bij een paar dames was het gewicht nog aan de hoge kant. Komende week zal ik ze daarom nog iets terugnemen, mede omdat ik ze ijs en weder dienende deze week weer los zal laten.
Voor dit laatste moet ik altijd een denkbeeldige aanloop nemen. Ik zie er namelijk altijd een beetje tegenop. Het roofvogeltje heb ik afgelopen week namelijk ook al weer gesignaleerd. Tegen de goed losgevlogen zomerjongen had hij niet veel kans maar de duiven die de hele winter binnen zaten zijn de eerste dagen natuurlijk een veel makkelijkere prooi. Hopelijk valt het een beetje mee.
In ieder geval kennen de jonge duivinnen de ingangen al wel vanuit hun geboorte jaar. Sinds vorig seizoen gaan mijn jonge duiven door hetzelfde type spoetnik naar binnen als waar ze als oude duif naar binnen moeten. Gisteren bleek dit voordeel al. Een jaarling duivin vloog bij het legen van de badderbakken over mijn hoofd naar buiten maar ze zat binnen een mum van tijd weer binnen.
Kortom we gaan het deze week maar eens rustig bekijken en zien wat er gebeurt. Volgende week om deze tijd weten we meer …. Tot volgende week,
Michel Beekman
Zondag 26 februari 2017. De tijd vliegt. Vorige week ploegden de veldrijders nog door de modder en dit weekeinde is alweer het openingsweekeinde van het Vlaamse (misschien wel West-Europese) wielerseizoen. Gisteren “de Omloop” en vandaag “Kuurne”, het is vanaf nu ieder weekeinde koers. Iedereen die mijn schrijfsels volgt weet dat ik graag kijk naar de koers en dit ook graag vergelijk met de duivensport.
Gisteren viel mij op dat in de eerste de beste serieuze eendaagse koers gelijk weer de beste renners voor dit type wedstrijden van de afgelopen jaren kwamen boven drijven. Peter Sagan, Greg van Avermaet en in mindere mate Sep van Marcke toonden in de semiklassieker direct aan dat kwaliteit altijd komt boven drijven. Pech onderweg of in de voorbereiding, het lijkt de echte toppers weinig te deren. Vorig jaar stonden Sagan en van Avermaet er het hele seizoen en nu waren ze wederom gelijk op de afspraak. Simpelweg omdat ze de beste zijn in hun vak.
In onze sport is dit niet echt veel anders. Ook hier zijn de grote programmaspelers vaak vanaf vlucht één direct op de afspraak. Ze brengen hun duiven gewoon beter aan de start. Ondanks dat zij ook nog niet de absolute topvorm willen hebben zijn de duiven van de mannen die ieder jaar om de knikkers spelen al dusdanig in conditie dat ze direct hun plaats in het snuitje van de uitslag innemen. Ook hier is het analoog aan het wielrennen, namelijk de klasse die de doorslag geeft. Zelfs op 85% zijn de duiven van de echte topliefhebbers nog beter dan het gros van de gewone duiven. Duiven van de vaak minder getalenteerde melkers hebben vaak minder kwaliteit of het komt er niet uit door het mindere talent van hun verzorgers.
De verzorging speelt namelijk in onze sport naast de kwaliteit een cruciale rol. De meeste topmelkers zitten nu al in de voorbereiding op het seizoen. Met nog 6 weken voor de eerste wedvlucht wordt dit ook wel tijd. De meeste toppers in onze sport draaien jaarlijks ter voorbereiding hetzelfde programma af. Simpelweg omdat men weet dat dit de duiven op de door hen gewenste succesvolle wijze het seizoen in brengt.
Minder getalenteerde melkers willen nog wel eens zwalken in de wijze waarop men de duiven voorbereidt op de wedvluchten. Het ene jaar doen ze het zus en het andere jaar doen ze het zo. Tweeëndertig jaar duivensport op eigen erf en veel bezoeken en gespreken met topliefhebbers hebben mij geleerd dat dit niet de weg is. Toppers zijn vast in hun systeem en wijken hier niet direct vanaf na een mindere vlucht of een jaartje dat het wat minder gaat.
Ook op mijn hok merk ik dat het het beste is om niet teveel te veranderen. Natuurlijk ben ik ook wel eens onzeker of word ik aan het twijfelen gebracht door een opmerking van een collega melker die best wel hout snijdt. Echter vaak denk ik “waarom zou ik iets veranderen”? Sinds ik vanaf het seizoen 2013 vertrek vanaf “droog weduwschap” het ik niet veel te klagen. Natuurlijk denk ik ook wel eens wat “zou een verandering een verbetering in de prestaties opleveren”, echter de angst voor een verslechtering van de prestaties doet mij in negenennegentig van de honderd gevallen besluiten om geen veranderingen aan te brengen.
Een vast systeem geeft zekerheid in het hoofd van de melker. Daarnaast zorgt het handhaven van een vast systeem er ook voor dat je duiven overhoudt die bij dit systeem passen. En presteren. Als je de selectie consequent toepast en het voersysteem niet aanpast bevolken er op de duur duiven de hokken die met de gekozen verzorging presteren. Als je de lat qua selectie dan ieder jaar een treetje hoger legt wordt de kwaliteit bijna als vanzelf beter. Vooral als je af en toe een aantal vreemde duiven inpast van sterk spelende hokken. Hokken waarop de duiven dan wel op een min of meer vergelijkbare wijze verzorgd worden. Als je een volle bak voerder bent lijkt het mij niet logisch om duiven aan te schaffen van een liefhebber die de graantjes als het ware telt. Hetzelfde geldt natuurlijk voor medicijngebruik. Echter ook de wijze van de verzorging zelf speelt een rol bij de aanschaf van duiven. Als je zelf geen poetser bent koop je beter niet bij melkers waar je een boterham op de vloer kunt leggen zonder ziek te worden wanneer je hem op eet. Het is dus gewoon een zaak van logisch nadenken. Als u dit nog niet gedaan heeft, resteert u nog zes welen om uw treintje op de rails te krijgen.
Zes weken is ook de voorbereidingstijd die het afdelingsbestuur van mijn afdeling nog heeft om het seizoen goed te doen verlopen. Makkelijk heeft het bestuur het zich niet gemaakt want pas afgelopen vrijdag werd de vergadering gehouden die moest besluiten over de nieuwe rayonindeling, hetgeen best wel kort op de start van het seizoen was.
Op deze vergadering werd het bestuursvoorstel met opvallend gemak aangenomen. Liefst negenenzeventig procent van de leden koos voor het voorstel van het bestuur. Een voorstel overigens waarmee het bestuur de door haar ingestelde commissie binnendoor passeerde. Het voorstel van de commissie die het afgelopen seizoen zo’n keer of acht bij elkaar was geweest was naar de smaak van het bestuur niet ingrijpend, lees toekomstbestendig, genoeg.
Over dit inzicht kan altijd getwist worden maar één ding weet ik bijna zeker. Van de voormalige commissieleden zullen nog weinigen in de toekomst iets doen en ook nieuwe commissieleden, voor welke commissie dan ook, zullen zich nog wel eens twee keer achter de oren krabben voordat ze tot een commissie toetreden. Immers als de uitkomst van een dergelijke commissie het bestuur niet bevalt komt men simpelweg met een eigen voorstel.
Hoe dan ook de nieuwe indeling is met een overgrote meerderheid aangenomen. Of deze meerderheid zich realiseert waarvoor men heeft gestemd durf ik nog wel te betwijfelen. Een aantal kopstukken uit de afdeling ligt namelijk in hun nieuwe rayon wel zeer gunstig t.o.v. de concurrentie. In theorie in ieder geval. De tijd zal leren of dit ook in de praktijk het geval is.
Zelf durf ik wel een aantal voorspellingen te wagen.
In rayon 1 zullen Castricum en Heiloo het korte spel domineren zeker met tegenwind. In rayon 2 zullen de toppers uit Purmerend en Volendam het laken naar zich toe trekken. In rayon 4 zal Aalsmeer en directe omgeving menig keer uithalen en in rayon 5 zullen de melkers uit Amsterdam Oud West weinig van de concurrentie heel laten. Het enige rayon waar niet veel verandert is rayon 3.
OP EIGEN HOK
Zitten de duivinnen inmiddels een weekje in het duivinnenverblijf. De dames zijn inmiddels ook al een beetje geconditioneerd. ’s Morgens als ik het raam richting de volière open stormen ze deze ruimte in. Ze weten dat er voer op de vloer ligt. ’s Avonds herhaalt dit ritueel zich maar dan omgedraaid. Er ligt dan voer op de vloer van het nachthok hetgeen betekent dat ze zich reppen om het nachthok in te komen bij het openen van het raam. Ik hecht er aan dat ze dit spelletje doorhebben voordat ze de vrijheid krijgen. Ze moeten gretig zijn op het voer en luisteren. Ook laat ik ze bij voorkeur een klein beetje afvallen voordat ze in vrijheid gesteld worden.
Bij de enting tegen de Paramyxo, die dit weekeinde werd uitgevoerd, bleek dit laatste nog niet helemaal gelukt. Althans bij een paar dames was het gewicht nog aan de hoge kant. Komende week zal ik ze daarom nog iets terugnemen, mede omdat ik ze ijs en weder dienende deze week weer los zal laten.
Voor dit laatste moet ik altijd een denkbeeldige aanloop nemen. Ik zie er namelijk altijd een beetje tegenop. Het roofvogeltje heb ik afgelopen week namelijk ook al weer gesignaleerd. Tegen de goed losgevlogen zomerjongen had hij niet veel kans maar de duiven die de hele winter binnen zaten zijn de eerste dagen natuurlijk een veel makkelijkere prooi. Hopelijk valt het een beetje mee.
In ieder geval kennen de jonge duivinnen de ingangen al wel vanuit hun geboorte jaar. Sinds vorig seizoen gaan mijn jonge duiven door hetzelfde type spoetnik naar binnen als waar ze als oude duif naar binnen moeten. Gisteren bleek dit voordeel al. Een jaarling duivin vloog bij het legen van de badderbakken over mijn hoofd naar buiten maar ze zat binnen een mum van tijd weer binnen.
Kortom we gaan het deze week maar eens rustig bekijken en zien wat er gebeurt. Volgende week om deze tijd weten we meer …. Tot volgende week,
Michel Beekman