- vrijdag 11 augustus 2017
OP EIGEN HOK
Maandag 7 augustus 2017. Vanmorgen werd ik om 5:08 uur wakker en een uurtje later ben ik maar opgestaan. Veel te vroeg gezien het dagschema maar inslapen lukte niet meer. Het “spookte” weer een beetje in mijn hoofd. Zoals bijna altijd als ik voortijdig ontwaak schoten de gedachten door mijn hoofd. Veelal betreft het zaken die ik nog moet regelen voor mijn aanstaande vertrek naar het verre Oosten. Vaak zijn het muizenissen die in het donker altijd zwaarder wegen dan op het moment waarop de zon schijnt.
Heel regelmatig gaat de gedachten ook over mijn duiven. Over het heden en de toekomst. Over de mogelijke verkoop, maar vooral over hoe het de komende we(e)k(en) qua spel verder moet. Afgelopen nacht gingen mijn gedachten uit naar de vlucht van gisteren, de laatste Dagfondvlucht vanuit La Souterraine. Wat is er in hemelsnaam misgegaan dat mijn duiven het er zo slecht vanaf brachten? Ik kreeg namelijk vliegles, echter niet alleen van de specialisten op dit onderdeel van onze sport. Mijn eerste duif arriveerde zo ongeveer 35 minuten te laat om de eerste duiven in de afdeling bij te kunnen houden.
Als fanatiek “sportman” kan ik dit niet makkelijk verkroppen, vooral niet omdat er ditmaal geen externe omstandigheden waren die een dergelijk tijdsverschil konden verklaren. Het was een eerlijke vlucht en ondanks de in mijn ogen te grote afstand was de vlucht niet extreem zwaar. Gisterenavond en vannacht in mijn bed maalden mijn hersenen vrijwel continu om een verklaring te vinden voor slechts een paar matige prijsjes. Beginnend in de grauwe middenmoot. Niet iets wat ik de laatste jaren gewend was op de laatste vlucht van het oude duivenseizoen.
Mijn analyse leidt tot drie mogelijke oorzaken. De voorbereiding, de kwaliteit en wellicht de gezondheid.
Voorbereiding: Er moet iets mis zijn qua verzorging en/of voorbereiding, los van het feit dat mijn Dagfondploeg dit jaar al vroeg in het seizoen serieus werd uitgedund. De hele Dagfond was het hierdoor al krabben en bijten. Weliswaar werden op vier van de zes vluchten vroege tot hele vroege duiven gedraaid maar over het algemeen waren de uitslagen vooral in de breedte te mager. Het percentage prijsduiven was te laag en de gaten in de aankomsten te groot. Terug filmend krijg ik de indruk dat de veranderingen in de verzorging op donderdag niet goed hebben uitgepakt.
Tot aan dit seizoen liet ik ze ’s avonds voor de inkorving nog trainen. Om ze op donderdagavond goed binnen te laten lopen voerde ik op woensdagavond en vooral op donderdagmorgen de duiven een beetje krapper. Dit jaar deed ik dit niet. Ik probeerde de methode die ik afgelopen winter optekende. Eerst ’s morgens een bad om ze vervolgens de hele donderdag “ kleine beetjes” te voeren. Eerst het gewone voer en daarna “het lekkers”. Ik was immers thuis en ik had er tijd genoeg voor.
Het viel mij tijdens het voeren alle weken op hoe weinig de dames op donderdag aten van het gewone voer. Met lange tenen en de grotere granen werden nauwelijks gegeten. Ook de dagen na de inkorving vraten te thuisblijvers de restanten maar langzaam op. Vaak werd dit voer pas zaterdag na thuiskomst verorberd. Als de eetlust van de thuisblijvers model stond voor de eetlust van de duivinnen in de reismand dan was de hoeveelheid voer die ze opnamen op de dag voor de lossing vermoedelijk erg gering. Wellicht veroorzaakte dit op de terugreis naar het hok een “brandstof tekort” waardoor de pijp onderweg snel leeg was. Op de Dagfond lijkt dit gebrek aan power een rol te spelen want op de Midfond bleven de prestaties wel behoorlijk op niveau.
Vooral op de langere vluchten (meer dan 650 km), waarop enigszins gewerkt moest worden, waren de prestaties van de meerderheid van mijn duiven niet om naar huis te schrijven om het mild te verwoorden. Tot aan gisteren had ik echter elke week nog een goede tijdduif die het probleem camoufleerde. Dat kon natuurlijk niet goed blijven gaan en gisteren was de dag dat het fout ging.
Kwaliteit: Bij het inkorven sprak ik al van een vlucht “op hoop van zegen”. Na het verlies van de zeer getalenteerde jaarling “de 202” op Chateauroux en het verspelen van een aantal bewezen Dagfondduiven eerder in het seizoen plus het niet spelen van mijn beide Kringwinnaars, die ook beiden een keer als eerste arriveerden op een Dagfondvlucht, kwam ik niet met een uitgelezen selectie aan de start. De vliegploeg voor La Souterraine bestond letterlijk uit oude duivinnen (van 2012 en 2013), die hun sporen in het verleden verdiend hadden maar nu feitelijk “over the hill” waren, aangevuld met een behoorlijk aantal jaarlingen en tweejarigen die nog nauwelijks iets hadden laten zien. Her en der behaalden ze een verdwaald prijsje in de middenmoot of de staart van de uitslag. Nuttige prijsduiven die de uitslag opleukten wanneer andere duiven het mooie weer maakten maar niet direct duiven die de kar hadden getrokken. Het was dus op voorhand hopen op een “hoeraroeper”, d.w.z. een duif die met de vorm van de dag eens boven zichzelf uitstijgt en onverwacht vroeg zit. Helaas mocht dit niet zo zijn.
Gezondheid: Gezien de prestaties op de Midfond, de vorige week nog eerste in de Kring, ligt het niet voor de hand dat er aan de gezondheid van de duiven iets schortte. Echter prestatiedier als ik ben wil ik dit uitsluiten en zal toch binnenkort de gezondheid laten checken. De oude duivinnen moeten nog vijf keer de baan op en dan wil ik niet voor spek en bonen spelen.
Al met al voor mij persoonlijk een teleurstellend resultaat die mij in vrijwel alle kampioenschappen flink doen kelderen. Gelukkig compenseerden de jonge duiven die zaterdag vlogen vanuit Peronne de tegenvaller bij de oude duiven nog een beetje. Ondanks veel water onderweg wisten ze de weg naar huis goed te vinden. Door wat getreuzel van de eerste twee youngsters op de plank werd op een haar een Teletekstklassering gemist.
Klagen doe ik hier niet over want ik “teken blind” voor een 11e tegen bijna 7100 duiven. Ook het percentage was zeer naar tevredenheid. 26 van de 40 in de prijzen, te beginnen met 11e, 16e, 38e, 60e, 61e en 100e tegen 7096 duiven. Hopelijk houden de junioren dit niveau nog eventjes vast …..
http://www.beekman-tilmans.nl/wp-content/uploads/2017/08/Marit-en-Martijn-Kramer-2-2-268x300.jpg 268w" sizes="(max-width: 400px) 100vw, 400px" width="400" height="448">
Vluchten:
Gezien het late tijdstip van het weekstuk en het feit dat ik niet in de allerbeste stemming verkeer plaats ik voor het overige slechts de winnaars per Kring op de vluchten vanuit Peronne, La Souterraine en Bergerac. Zonder direct commentaar over lossing of verloop ditmaal.
Wel wil ik nog even uitwijden over de ZLU vlucht van dit weekeinde. Op de laatste vlucht van het seizoen vanuit Perpignan toonden de duiven uit Noord Holland weer hun klasse met maar liefst vier duiven bij de eerste tien en zeven bij de eerste twintig. De klasbakken van dienst woonden respectievelijk op de hokken van Dirk en Elitsa Veldhuis (3e en 7e ), Baas & Berg (8e), Verweij & de Haan (9e en 23e) , Kees Droog (23e) en Gertjan Rigter (24e).
Tenslotte wil ik nog een foutje rechtzetten waarop ik door een attente lezer werd gewezen. Vorige week schreef ik bij Kring 1 dat Leo Pronk de winnaar was van Bergerac, dit moest echter de combinatie Van Geel en Zoon uit Den Helder zijn.
De kringwinnaars van de drie afdelingsvluchten:
Peronne:
Kring 1: Bart Schoolderman, Den Helder – 1246 mpm
Kring 2: Ton van de Gulik, Onderdijk – 1273 mpm
Kring 3: Piet Schot, Santpoort – 1270 mpm
Kring 4: Jan & Joke Kaman, Wormerveer – 1280 mpm
Kring 5: Freek van Oostrum, Amsterdam Noord – 1255 mpm
La Souterraine:
Kring 1: Dirk van de Reep, Egmond Binnen – 1287 mpm
Kring 2: Ton Snoek, Volendam – 1291 mpm
Kring 3: Combinatie Kuilman & Zwanenburg, Velsen Noord – 1289 mpm
Kring 4: Marit & Martijn Kramer, Wormer – 1311 mpm
Kring 5: Combinatie van Eck & de Bruin, Amsterdam – 1302 mpm
Cahors:
Kring 1: Aris Louwe, Den Helder – 1336 mpm
Kring 2: Rob van der Pijll, Hobrede – 1211 mpm
Kring 3: Combinatie Hensen & de Nijs, Velsen-Noord – 1064 mpm
Kring 4: Gebroeders Brugeman, Assendelft – 1187 mpm
Kring 5: Willem Klaverstijn Sr, Amsterdam – 1113 mpm
Tot volgende week,
Michel Beekman